Kruiden: mooi voor het oog, functioneel voor vogels en koeien
Inzaaien van kruiden in grasland
‘Bij zulke hoge grasopbrengsten zullen kuikens behoorlijk moeten worstelen om zich te verplaatsen’
Doelen voor de aanleg van kruidenrijk grasland kunnen heel divers zijn. Bij weidevogelbeheer is het doel van kruidenrijk grasland een lichte eerste snede met een open structuur waardoor weidevogelkuikens er goed doorheen kunnen lopen en voldoende insecten als voedsel kunnen vinden. Bij de vraag van de consument en melkfabrieken voor kruidenrijk grasland gaat het naast het effect op weidevogels ook over andere biodiversiteit zoals bestuivers, en is de bloei van kruiden nog belangrijker. Bij het doel van functionele agrobiodiversiteit op een melkveebedrijf speelt de rol van kruiden in de droogtetolerantie van het grasland, bij een betere mineralensamenstelling en andere gezondheidsbevorderende aspecten voor koeien. In dit artikel richten we ons met name op het inzaaien van kruiden in combinatie met aangepast management.
Bij het bepalen van het mengsel voor kruidenrijk grasland is het belangrijk om het doel in het achterhoofd te houden. In het onderzoek richten we ons met name op drie soorten mengsels:
1 - Extensief kruidenrijk grasland, met als primaire doel weidevogels (BPW). In dit mengsel zit geen Engels raaigras, we gebruiken hiervoor het zogenaamde Kuikenlandmengsel van Biodivers.
2- Combinatie van een functioneel en weidevogeldoel (BFW). In dit mengsel wordt het Kuikenlandmengsel aangevuld met een aantal functionele soorten voor met name productie en voederwaarde, N-binding, mineralensamenstelling en beworteling: een heel laat doorschietend Engels raaigras, witte weideklaver, cichorei, karwij en leeuwentand.
3 - Kruidenrijk grasland waar optimaal de functionele agrobiodiversiteit van kruiden wordt benut. Hierin zitten naast Engels raaigras, rode en witte klaver de kruiden cichorei, smalle weegbree en karwij, eventueel aangevuld met andere kruiden als duizendblad.
Bovenstaande mengsel zijn in 2018 bij verschillende veehouders in het project Koeien en Kruiden, en de Proeftuin Trots op Krimpenerwaard ingezaaid (doorzaai en herinzaai). Daarnaast is in augustus 2017 een proef ingezaaid op de Dairy Campus, met drie verschillende mengsels: 1. BPW, 2.BFW en een controle die enkel uit Engels raaigras (BG3) bestaat. In deze proef worden deze drie mengsels onderworpen aan vier verschillende beheren: combinaties van wel of geen uitgestelde maaidatum en verschillende bemestingsniveaus.
‘Doorzaai van kruiden is heel moeilijk, met name bij zodesluitende grassen’
In de proef op de Dairy Campus zijn de mengsels na een langzame start, door het koude en natte voorjaar, goed aangeslagen. In het voorjaar van 2018 zijn de veldjes niet bemest, om de kruiden een goede kans te geven zich te ontwikkelen. Desondanks was er behoorlijk hoge drogestofopbrengst, in de eerste snede variërend van 3,3 ton/ha voor BFW met een vroege maaidatum (17 mei) tot 8,5 ton/ha voor de controle met uitgestelde maaidatum (12 juni) (Figuur 1). Bij zulke hoge grasopbrengsten zullen kuikens behoorlijk moeten worstelen om zich te verplaatsen. De grote verschillen in de eerste snede werden grotendeels gecompenseerd in de volgende snedes, en voor de totale drogestofopbrengst tot en met september was het verschil tussen vroege en late eerste snede minder dan een halve ton drogestof. De gemiddelde drogestofopbrengst was het hoogst voor de controle (10,6 ton/ha) gevolgd door BFW (10 ton/ha) en BPW (9,5 ton/ha).
Figuur 1. Drogestofopbrengst van de drie mengsels bij vroege (17/5) en late (12/6) eerste snede in de kruidenproef op Dairy Campus
In de proef op de Dairy Campus varieerde het gemiddelde aandeel van kruiden in september 2018 van 1 procent voor de controle tot 14 procent voor het BFW en 19 procent voor BPW (Figuur 2). In het BFW-mengsel was het aandeel van de toegevoegde functionele kruiden (witte klaver, cichorei, karwij en vertakte leeuwentand) relatief groot. In de controle en BFW bestond het aandeel grassen grotendeels uit Engels raaigras, terwijl de grassensamenstelling van BPW veel gevarieerder was. We zullen ook in de komende jaren de botanische samenstelling van de mengsels blijven volgen om hier meer inzicht in te krijgen. Hiernaast worden metingen gedaan aan voederwaarde, bodemkwaliteit en het insectenaanbod voor weidevogels.
Bij de veehouders waren de eerste resultaten van doorzaai en herinzaai in 2018 wisselend. Door het natte en koude voorjaar, en de snel daaropvolgende droogte was het moment van inzaai heel moeilijk. Kruiden kunnen niet vroeg in het voorjaar worden ingezaaid omdat de temperatuur dan te laag is voor een goede kieming. Door de droogte die volgde kwamen met name de grassen in de mengsels slecht op. Omdat de grassen over het algemeen toch de vulling moeten vormen van een kruidenrijk grasland bleven er veel open plekken. Dit zorgde voor een hoge opkomst van perzikkruid en melganzevoet. Deze konden door frequent maaien beheerst worden, maar dit heeft het hele seizoen geduurd.
Voorlopige conclusies inzaai
- Zorg dat het kruidenmengsel past bij het doel dat wordt nagestreefd.
- Engels raaigras in herinzaai is zeer competitief ten opzichte van andere graslandsoorten (grassen, klavers en kruiden). Houd hiermee rekening bij de keuze van kruiden en/of pas management aan wat betreft bemesting en waterstand.
- Doorzaai van kruiden is heel moeilijk, met name bij zodesluitende grassen. Zorg voor een hele open zode door management of machinekeuze, en pas management aan na doorzaai.
- Voorkeur gaat naar herinzaai in het najaar. Indien toch in voorjaar wordt ingezaaid zorg dan dat vooraf 25 kg/ha haver of zomergerst met de kunstmeststrooier wordt gezaaid. Dit zorgt voor de onderdrukking van onkruid en wordt met de eerste keer maaien weggemaaid.
- Zorg ervoor dat wordt ingezaaid op een perceel met geen geschiedenis van zware onkruiddruk. Onkruidbeheersing in kruidenrijk grasland blijft lastig omdat veel beheersmaatregelen tegen onkruid ook de kruiden treffen.
- Vochttoestand is essentieel bij inzaai. Let daarop met machinekeuze en rollen na zaaien.
- Maai na herinzaai een niet te zware snede (dus bij voorkeur niet meteen een uitgestelde maaidatum) en bemest minder voor een goede vestiging van de kruiden.
Tekst: Pedro Janssen, Nyncke Hoekstra, Nick van Eekeren, Anne Jansma, Goaitske Lepema, Teus Verhoef