Holistisch geiten melken
Het roer om
Mekkerende bokjes, een verwoed keffende enkelhoge viervoeter en een brutale kleine haan maken duidelijk dat er bezoek is. De kleine woning van de oude boerderij ziet er tiptop uit; alles is zelfgemaakt en bestaat vrijwel geheel uit hout. Op de schouw in de keuken staat een ingelijste verftekening van toen Veroon een jaar of zeven oud was. Ze maakte als kind deze kleurrijke plaat waarop een huisje, een goudgele hooiberg, een haantje en een geit met enorm uier op een groene achtergrond staan afgebeeld… Dat is op z’n minst bijzonder te noemen.
Gerrit (51) en Veroon (47) drinken respectievelijk koffie en zelfgebrouwen kefir. Aan de keukentafel doen zij uit de doeken hoe zij als Amsterdammers, via Lelystad, belandden in de agrarische sector. „Het is niet alleen ons werk van toen dat ons noodgedwongen op een ander spoor zette. Het gaat over levenshygiëne, voeding, gezond eten, bewegen en suikerdips. Ik wilde uit die vicieuze cirkel ontsnappen”, vertelt Veroon terwijl haar krullen vrolijk op en neer springen. Daardoor gemotiveerd werd ‘iets gaan doen met gezond voedsel produceren en bereiden’ een doel. „Nadat Veroon toen was uitgevallen en ook behoorlijk ziek geweest, overkwam het ook mij, in iets mindere mate”, vult Gerrit aan. Ze veranderden hun levensstijl.
Warmonderhof
Op een open dag van een zorgboerderij hoorde Veroon toevallig spreken over een opleiding in Dronten. Ze twijfelde geen moment en kon een week later terecht in een klaslokaal aan de Warmonderhof.
„Er was altijd tegen me gezegd dat ik geen boer kon worden en ook geen agrarische opleiding kon doen omdat m’n ouders geen boer waren"
Veroon Bosje
„Er was altijd tegen me gezegd dat ik geen boer kon worden en ook geen agrarische opleiding kon doen omdat m’n ouders geen boer waren. Tja, zo ging dat. En kijk nu! Ik begon met de opleiding biologisch-dynamische landbouw.” Terwijl Veroon studeerde, begon ook Gerrit aan een opleiding, naast zijn baan in de ICT; hij had gehoord dat er een tekort was aan klauwverzorgers. Om de opleiding te bekostigen, verkochten ze Veroons prachtige VW kever oldtimer. Gerrit werd rundveepedicure en haalde vervolgens zijn melkdiploma. Ook heeft de handige ICT’er zijn inseminatiepapieren behaald. Gerrit ging elk vrij uur koeien bekappen om meer routine te krijgen en ging bij een boer in Lelystad elk weekend melken. Dat zou hij vier jaar volhouden.
Schokland switch
Op Schokland ging het stel fungeren als beheerder van onder natuurbeheer gehouden biologisch jongvee en Herefords. Maar ze begonnen ook aan hun eigen onderneming met acht Nubische geiten die zij aankochten. Veroon was altijd al dol op koeien maar het leek niet direct de eenvoudigste weg om vanuit het niets meteen koeienboer te worden. De acht door hen aangekochte drachtige Nubische geiten met hangoren, kregen lammeren. Er waren maar liefst drie vierlingen bij, dus dat ging hard. Tijdens de opleiding werd haar liefde voor geiten weer getriggerd en het werd duidelijk dat ze kaas en zuivel wilde maken. „Geen gewone Goudse geitenkaas, maar liever een bijzondere delicatesse, omdat veel mensen al heel goede Goudse kaas maken.” Dit kan het stel als geen ander weten omdat Gerrit elke zaterdag in Almere op een boerenmarkt allerlei producten verkoopt van collegaboeren uit de regio.
Klimaat van grot
Na een paar jaar liepen er al 40 geiten op Schokland. Gerrit en Veroon deden al eerder ervaring op in Frankrijk met geiten en kaas maken. Veroon volgde een cursus Natuurlijke kaas maken, en keek bij collega’s in Frankrijk om inspiratie op te doen. Intussen gingen ze actiever op zoek naar een grotere huisvesting voor de geiten. Via een bevriend collega geiten- en schapenhouder hadden zij contact gelegd met mevrouw Moret, eigenaar van veel landbouwgrond in Nederland. Na een tijd belde zij hen over een aanbod dat zij wilde doen. „Ze vertelde over een mooie plek in Drenthe, die echter nog niet geschikt was voor geiten… maar dat gingen we wel maken.” Veroon en Gerrit reden de eerste keer achter de krasse inmiddels 81-jarige dame aan over de onverharde weg die naar het boerderijtje leidde waar tegenwoordig hun 75 Nubische melkgeiten onderdak hebben. Ze pachten er inmiddels een kleine 10 hectare, de schuren en het woonhuis. Er werd een kaasmakerij gebouwd, die is in de afrondende fase. De melktafel is zo goed als klaar, alleen de kaasbewaring is nog niet in orde. Dat wordt een ruimte met het klimaat van een grot”, somt Veroon op. Alles deden ze zonder financiële hulp van een bank. Slechts éénmaal vroegen zij een bank om een lening van 25.000 euro, maar ze kregen te horen dat de beste man van de bank dáár z’n bed niet voor uit kwam. Alle investeringen verdiende Gerrit buiten de deur en ze werden door vrienden financieel ondersteund met kleine onderhandse leningen.
„We werken harder dan we ooit deden in onze vorige professies, maar nu met passie, het voelt niet als werken maar het is een levenstijl"
„We werken harder dan we ooit deden in onze vorige professies, maar nu met passie, het voelt niet als werken maar het is een levenstijl. We hebben nooit één seconde spijt gehad. En dit jaar melken we”, klinkt het tweestemmig.
Karpatische herders
De familiekudde gehoornde geiten van alle leeftijden en postuur hebben een enorm ruime stal en een grote overkapte ruimte buiten. De stal biedt plaats aan meer dan 200 geiten, maar Veroon vindt 90 stuks wel de max. „Zo kennen wij hen allemaal nog, en de koppelgenoten elkaar.” De lammeren blijven altijd bij de moeders. Tussen de geiten leven drie Roemeense Karpatische herders om de kudde te beschermen, mócht door het door hen aangelegde raster toch een wolf op hun terrein verschijnen. „Zo, met deze dubbele maatregelen, ben ik er wel gerust op. Ook al trof ik hier enkele jaren geleden een wolvendrol aan langs de singel van de weide”, zegt Vroon. In 2017 werd hier achter de boerderij aan de snelweg een dood gereden wolf gevonden. De twee dierenliefhebbers gunnen de wolven hun territoria. „Want zij zijn als wij. Allemaal behoren we tot een soort dat het recht heeft om hier te leven.”
De geiten luisteren naar de namen Jade, Layla, Mijla en heel veel andere namen van kinderen van vrienden en klanten op de markt, allen bevolken zij de stal. Veroon en Gerrit aaien de dieren en praten met hen alsof het hun kindjes zijn. Ze wijzen naar een van de kleintjes en roepen haar. De geit komt pardoes een knuffel halen. De veestapel gaat pas de wei in als de toppen van het gras droog genoeg zijn omdat ze al meemaakten dat wormen voor een groot probleem zorgden toen ze nog dag en nacht beweiding toepasten. Nu selecteren zij actief op parasietenresistentie waardoor de kudde op den duur meer geschikt zal worden voor maximale beweiding.
Klassieke melktafel
Ruwvoer winnen zij zelf van hun kruidenrijke weides en het mengsel dat de geiten bijgevoerd krijgen, stelden zij ook zelf samen. „Onze prinsesjes krijgen een mengsel van gerst, haver, erwt, luzerne, zonnepit en lijnzaad in onbewerkte vorm, dus de hele korrel.” Daarbij krijgen ze geregeld snoeisel en takken van struiken en bomen uit de omgeving. De geiten hebben mede hierdoor volgens Veroon een enorm goede weerstand. „We zijn bezig met het aanleggen van voederbosrandsingels die over een paar jaar aanvulling kunnen gaan geven op het rantsoen. Van de wilgen kunnen we nu al voeren.” Op langere termijn wordt er nog een stuk grond aan het areaal toegevoegd voor het aanleggen van meer groen. Dan kunnen de geiten ook foerageren in een strokensysteem met productiebomen en -struiken.
De ruimte waar Gerrit de geiten zal melken, bevindt zich onder de overkapping van de overdekte buiten-uitloop, waar hij vanaf het voorjaar tot medio november zal melken op een door hem zelfgemaakte klassieke melktafel. „De luidruchtige machine staat wel binnen waardoor vogeltjes en de geiten voor mij tijdens het melken hoorbaar blijven.” Maar voorlopig werkt Gerrit nog altijd als klauwverzorger met een dierenartsenpraktijk en NKGC.
Dierwaardig bestaan
Het stel heeft naar eigen zeggen een ‘holistische regeneratieve natuurboerderij’. „We gaan er heel ver in, dat alles in samenhang is. Het hele bedrijfsorganisme. Ook daarom blijven de lammeren bij de geit, omdat niemand zo goed voor het lam kan zorgen als de moeder.” De lammerperiode noemen ze intens, maar robuuste, gezonde en sterke lammeren met weerstand, zijn hen alles waard. Ze werken zoveel mogelijk met wat de natuur hen biedt.
„Niemand die zo goed voor het lam kan zorgen als de moeder”
De bokjes blijven bijna een jaar op het bedrijf, en het vlees ervan verkopen ze ook op de markt. Klanten die op de boerenmarkt wel zuivel komen kopen maar zeggen geen vlees te eten, worden door Gerrit even bijgepraat. „Zonder vlees, geen melk”, vertelde hij de klant die vegetarisch gestremde kaas wenste. Elke zaterdag verkoopt Gerrit twintig verschillende soorten kaas, tot wel 150 kilogram, zuivel van ‘kalf bij de koe’ en verder een breed assortiment aan andere zuivel en zuivel gerelateerde producten, zoals eieren.
Wat betreft de zeer nabije toekomst hoopt het enthousiaste paar dat Gerrit niet meer buiten de deur hoeft te werken. Met name klauwbekappen is namelijk best zwaar zo samen met de andere werkzaamheden voor een 51-jarige ex-ICT’er, lacht hij. Verder willen ze dat hun bedrijf zo min mogelijk negatieve impact heeft op de omgeving. Een dierwaardig bestaan voor de geiten staat overigens helemaal bovenaan de lijst van eisen en wensen.
Gerrit en Veroon kozen niet de meest eenvoudige weg om hun doel te bereiken. Maar naar eigen zeggen bouwen ze nu wel aan ‘een onderneming die in de toekomst op een meer bereikbare manier overdraagbaar is aan de volgende generatie natuurboeren’.