Jan Schrijver: 'Investico legt bloot wat bio sector al decennia ervaart'
Biodynamische boer Jan Schrijver reageert op onderzoek dat laat zien hoe Nederland de biologische landbouw verwaarloosde
In het uitgebreide artikel stellen de onderzoekjournalisten dat Nederland wel steun beloofd, maar deze niet uitvoert. De cijfers zijn niet mals: in tien jaar reserveerde het landbouwministerie amper 2 miljoen subsidie voor de biologische landbouw. De gangbare landbouw ontving zevenendertig keer zo veel. Ook bij de verdeling van Europese subsidies trekken biologische boeren aan het kortste eind, volgens Investico. Lees het volledige artikel hier.
Roepende in de woestijn
Jan Schrijver, biodynamische boer van het eerste uur leest in het artikel terug wat hij al 50 jaar lang heeft ervaren met zijn bedrijf en zijn bestuurlijke werk. Hij voelde zich jaren lang een roepende in de woestijn. Schrijver is oprichter van De Lepelaar, een biodynamisch akkerbouw- en tuinbouwbedrijf van 75 hectare in Noord Holland. Zijn motto: ‘blijf de aarde trouw’. Hij brengt dat in praktijk door de natuur mee te laten profiteren van zijn biodynamische werkwijze. Met lede ogen ziet hij echter aan dat dit geen gemeen goed is in Nederland. De dramatische weidevogelstand en bijensterfte noemt hij als voorbeeld.
Schrijver neem geen blad voor de mond: „ik heb heel vaak ervaren dat er over de biologische landbouw in Nederland prachtige woorden werden gesproken, maar dat er nauwelijks wat gebeurde. De sector heeft eerder tegenwerking ervaren. Achteraf kan je zeggen dat de gangbare landbouw het van alle kanten altijd erg mee heeft gehad, als het ging om stimuleringsmaatregelen bijvoorbeeld. En pas wanneer LNV er echt niet onder uit kwam, werd er een gunstige regelgeving getroffen voor bio, maar altijd met een mate van tegenzin en soms op het allerlaatste moment.” Als voorbeeld noemt Schrijver de omschakelsubsidies, die volgens hem niet hoog op de agenda stonden bij de Nederlandse overheid.
Landbouwvoorlichting
Schrijver vervolgt: „de landbouwvoorlichting werd vroeger verzorgd door de Nederlandse overheid. Voor de biologische (dynamische) landbouw was dit slechts een paar jaar. Daarmee zag je dat de biologische landbouw in een veel ongunstigere situatie raakte ten opzichten van de gangbare landbouw.” Schrijver benadrukt dat het hierbij niet alleen ging om het advies zelf, maar ook dat biologische boeren met het verdwijnen van de landbouwvoorlichting geen gebruik meer konden maken van het netwerk van de landbouwadviseurs.
Schrijver ervaart de verdeling als oneerlijk. „De gangbare landbouw heeft gebruik kunnen maken van vele gunstige regelingen en subsidies. De veehouderij is met miljoenen gesubsidieerd en moet nu weer met miljarden worden afgebroken. Ik vind dat een schandalig drama. De biologische landbouw is het antwoord op de wens van de maatschappij, maar de sector heeft steun nooit gekregen van de overheid.” Schrijver gaat nog even door: „Ik neem het de Nederlandse overheid kwalijk dat de gangbare bedrijven ontzettend gesteund zijn, als het woordje ‘vergroening’ maar genoemd werd. Vergroening betekend: kleine stapjes maken, dat heeft op geen enkele manier iets met biologisch te maken.”
Eerlijk speelveld
Schrijver pleit voor een eerlijk speelveld. „De winstgevendheid van biologische bedrijven is gemiddeld al minder omdat bio inlevert op opbrengsten en we lopen meer risico omdat we geen bestrijdingsmiddelen gebruiken. Het betekend wel een enorme winst ten opzichten van biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid en stikstof.” Schrijver onderstreept dat de bodemvruchtbaarheid, bij biologische bedrijven gemiddeld veel beter uit de bus komt. Dat dit niet wordt ondersteund steekt hem. Want, in zijn ogen is bodemvruchtbaarheid ‘de hoeksteen waar alles op drijft’ en dus enorm belangrijk voor de volksgezondheid. Schrijver stelt dat op concurrentiekracht en bestaanszekerheid de biologische boeren het verliezen.
Brussel genegeerd
Schrijver vindt dat er de afgelopen 25 jaar op Europees niveau goede maatregelen zijn genomen voor de biologische landbouw. „Maar, Nederland negeert Brussel gewoon. Ik ben heel blij dat het onderzoek nu inderdaad uitwijst dat de Nederlandse inspanning om de biologische landbouw te stimuleren minimaal is. Onze opvolgers worstelen er mee, dat ze constant het hoofd moeten buigen voor de gangbare landbouw.”