Wegval op demoveld robuuste rassen: ‘Phytophthora is agressiever in het noorden’
Wat verder opvalt, is dat er op het noordelijke demoveld twee resistentiegenen zijn doorbroken, waaronder R8. In het zuiden was dat er maar één. Op het demoveld bij Kollumerwaard liggen 23 (tafel-, frites- en chips)rassen van 10 handelshuizen. Een van de geteelde rassen heeft geen resistentiegen. Ook dit ras heeft het niet gered.
Over het derde demoveld bij Zeewolde zijn nog geen uitspraken te doen, omdat deze aardappelen veel later zijn gepoot. De drie demovelden zijn onderdeel van het Convenant versnelde transitie naar robuuste aardappelrassen, opgericht in 2017.
Wolken van phytophthorasporen
Kessel sprak over wolken van phytophthorasporen die in de lucht zitten. Het is maar net welke sporen in de wolk boven jouw teeltgebied hangen. „Het kan dus ook zijn dat er geen virulentie - het vermogen om een resistent gen te ontwijken - plaatsvindt boven jouw perceel, ondanks de aanwezige wolk.” Het feit dat er op het demoveld in het zuidwesten meer aardappelen groen zijn gebleven, kan volgens de onderzoeker aan de samenstelling van die wolk liggen.
Kessel zei zich grote zorgen te maken over de snelle doorontwikkeling van phytophthora. „De schimmel muteert sneller dan wij kunnen veredelen. De wedstrijd is nog niet afgelopen, maar vooralsnog zijn wij aan het verliezen.”
De tekst gaat verder na de foto
Een meervoudige resistentie is nodig om de strijd tegen phytophthora ook in de toekomst aan te kunnen gaan, gaf Kessel aan. „Dit is de weg naar de toekomst: stapelen, stapelen, stapelen. Maar ondertussen stapelt ook phytopththora zelf genen om die meervoudige resistentie in de aardappel te ontwijken.”
Geen winter
De onderzoeker maakt zich ook grote zorgen over volgend jaar. „Als we een winter krijgen, kan de schimmel in de achtergebleven knollen kapot worden gemaakt. Afgelopen jaar hadden we geen winter en is veel phytophthora deze periode doorgekomen.” De belangrijkste route is pootgoed. „Het is een kwestie van heel streng zijn bij de selectie van je pootgoed.”
Maar ook opslagplanten en afvalhopen zorgen voor vroege verspreiding van phytophthora. In het voorjaar moeten telers alles inzetten om een vroege uitbraak te voorkomen, benadrukte Kessel. Eising, als adviseur verbonden aan het convenant, voegde daaraan toe: „Half december zag ik al sporulatie op percelen waarop aardappelen waren achtergebleven na de oogst. Het sporuleerde, en dus muteerde het ook al.”
Muteren voorkomen
Afvalhopen en opslagplanten bieden de schimmel de ruimte om te kunnen muteren. Eising: „Als we dat niet voorkomen, blijft er straks geen ras meer overeind. Zover is het nog niet, maar we zijn al wel dichtbij dat punt. Alleen al daarom moeten we er met elkaar voor zorgen dat phytophthora zo vroeg mogelijk en zo snel mogelijk de kop wordt ingedrukt.”
De aardappelen op het demoveld zijn op 9 mei gepoot. Kessel: „Op 22 maart is de eerste phytophthora al gevonden in Nederland. Half april waren de eerste commerciële rassen zwaar aangetast. Normaal is dat in juni of juli. Is dit misschien het nieuwe normaal? Ik weet het niet.”
‘Taskforce Phytophthora heeft veel begrip gebracht’
De Taskforce Phytophthora heeft veel opgeleverd aan wederzijds begrip, zei Maaike Raaijmakers van Bionext tijdens de telersbijeenkomst bij proefboerderij Kollumerwaard. „De verschillende partijen durven aan elkaar toe te geven dat onder deze omstandigheden iedereen in de problemen komt met phytophthora.”
Het besef van urgentie is er, gaf Raaijmakers aan. „We zien dat telers een ander durven aan te spreken als die zich niet aan de regels houdt.”
De Taskforce is in januari 2024 in het leven geroepen om tijdig tot een breed gedragen, adequate aanpak te komen en een nieuw ‘rampjaar’ te voorkomen. Alle belanghebbende partijen – poot-, consumptie- en zetmeelteelt, maar ook gangbaar en biologisch – gaan voor een uniforme aanpak. In de Taskforce Phytophthora zitten LTO, VAVI, NAO, Agrodis (distributeurs en adviseurs), Bionext, Avebe en BO Akkerbouw.