Europese Rekenkamer waarschuwt: ‘Niet alleen richten op vergroten biologisch landbouwareaal’

„De Europese landbouw wordt groener en de biologische landbouw speelt hierin een cruciale rol. Maar om blijvend succes te boeken, mogen we ons niet alleen richten op een toename van de oppervlakte biologisch bebouwde grond. Er moet meer worden gedaan om de sector als geheel te ondersteunen - de markt moet worden ontwikkeld en de productie moet worden gestimuleerd”, zegt Keit Pentus-Rosimannus, het lid van de Rekenkamer dat verantwoordelijk is voor de controle van Europees beleid. „Anders lopen we het risico dat we een eenzijdig systeem creëren dat volledig afhankelijk is van EU-financiering, in plaats van een bloeiende sector die floreert dankzij bewuste consumenten.”

25 procent bioareaal

Om de door EU zelf afgesproken ‘groene’ doelstellingen op het gebied van landbouw te halen, is er volgens het Europese beleidsadviesorgaan meer nodig. Bio-landbouw kan daar een rol in spelen en de EU wil naar 25 procent bio-areaal in 2030. Voor bio is er echter volgens de Rekenkamer maar één niet-bindende afspraak met de EU-lidstaten: meer grond voor biologische landbouw.

Via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is er tussen 2014 en 2022 12 miljard euro naar biologische landbouw of het behoud van biologische landbouwpraktijken gegaan, tot 2027 volgt er nog eens bijna 15 miljard euro. De Europese Rekenkamer: ‘In hoeverre biologische landbouw wordt toegepast, verschilt echter sterk per lidstaat. In Nederland, Polen, Bulgarije, Ierland en Malta wordt bijvoorbeeld minder dan 5 procent van de landbouwgrond gebruikt voor biologische landbouw; in Oostenrijk gaat het om ruim 25 procent. Bovendien zijn biologische landbouwers niet verplicht biologische producten te produceren om deze steun te ontvangen. Daardoor is de biologische markt erg klein gebleven - slechts 4 procent van de totale EU-voedselmarkt.’

Nichemarkt

De onderzoekers concluderen dan ook: ‘Dankzij jaarlijkse EU-geldinjecties van miljarden euro’s is het biologisch landbouwareaal weliswaar toegenomen, maar er is te weinig aandacht voor de vereisten en behoeften van de sector. Bijgevolg blijft de biologische productie een nichemarkt.’