Wiersma lijkt genoeg steun te krijgen voor haar mestaanpak in kritische Eerste Kamer
De huidige coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB heeft geen meerderheid in de Eerste Kamer. NSC is helemaal niet vertegenwoordigd in de senaat en PVV, VVD en BBB hebben samen dertig zetels. Om genoeg steun voor de mestaanpak te krijgen, heeft de minister dus meer partijen nodig dan alleen de coalitie.
De meerderheid lijkt er te zijn. GroenLinks-PvdA, met 14 zetels na BBB de grootste partij in de senaat, steunt de wijziging van de Meststoffenwet. Daarmee wil de minister voldoen aan de bindende afspraken uit de derogatiebeschikking. Met alle maatregelen moet de mestproductie volgend jaar met 10 procent krimpen. Saskia Kluit (GroenLinks-PvdA): „Wij gaan de minister niet tegenhouden, want 10 procent reductie is beter dan niets.”
Plan B
Toch vragen veel fracties, waaronder GroenLinks-PvdA, of het huidige mestpakket voldoende gaat zijn om te voldoen aan de afspraken met Brussel. De minister zou daarom meerdere scenario’s klaar moeten hebben liggen; een plan B dus.
Volgens de minister zijn er niet veel andere scenario’s dan alle maatregelen uit haar mestbrief. Ook heeft zij meerdere weegmomenten in het mestbeleid ingebouwd. Wiersma kijkt dan of het kabinet op koers ligt met het voldoen aan de afspraken die zijn gemaakt met de Europese Commissie of dat er moet worden bijgestuurd. „Ik ga daar nu niet op vooruitlopen, omdat het hele pakket dat nu voorligt, er juist op is gericht om aan de afspraak met de Europese Commissie te voldoen. Uiteindelijk weten we of we dat hebben gehaald. We weten dat pas als het CBS de definitieve productiecijfers van 2025 aan ons overhandigt.”
Eric Holterhues (ChristenUnie) is van mening dat de BBB-minister veel risico neemt. „Ik vind eerlijk gezegd toch dat een BBB-minister wel heel veel risico neemt voor de agrarische sector. Ik heb altijd geleerd dat het goed is om een plan B te hebben. Het is fijn als je dat niet hoeft te gebruiken, maar dan heb je er in ieder geval wel over nagedacht. We zijn wel heel erg laat als we er in 2025 pas op het einde achterkomen dat we het niet halen. Dan zijn er volgens mij maar twee oplossingen: ofwel, u stuurt aan op mestfraude, ofwel, u stuurt aan op een koude sanering.”
De minister reageert fel: „Ik wil heel sterk bestrijden dat ik aanstuur op mestfraude, laat dat vooropstaan. Dat is niet waar deze minister voor staat. Wij staan voor gedegen wet- en regelgeving. De voorstellen in de Kamerbrief zijn gericht op het mitigeren van de druk op de mestmarkt. Ik erken dat de druk op de mestmarkt de fraudeprikkel verhoogt, maar dat staat los van het wetsvoorstel waar de weegmomenten op zijn gebaseerd. Het wetsvoorstel voorziet in de totale mestproductie in 2025. De generieke korting is ook alleen daaraan gebonden. Er is dus alleen sprake van een generieke korting als we de afspraak met de Europese Commissie niet kunnen nakomen. Maar dat is een andere discussie dan de discussie dat de mestmarkt enorm onder druk staat door het verlies aan plaatsingsruimte. Die twee wil ik uit elkaar halen.”
Gevolgen wetsvoorstel op leasemarkt
BBB schaart zich achter het mestplan van de eigen minister, maar heeft wel zorgen over de impact op de leasemarkt. „Wij verwachten een totale instorting van de leasemarkt”, aldus senator Wim Jaspers. „Wij zijn van mening dat met name startende ondernemers in een moeilijk traject komen en dat bedrijfsopvolging onmogelijk wordt.”
Wiersma gaf aan dat er geen onderscheid kan worden gemaakt tussen verkoop of lease van productierechten en dat bij beide moet worden afgeroomd om te voldoen aan de nieuwe mestproductieplafonds in 2026. BBB ziet dat anders en wil dat bij het verleasen van rechten niet meer wordt afgeroomd dan strikt noodzakelijk en dat dit bij het eerste weegmoment wordt meegenomen. „In dit wetsvoorstel is een inschatting gemaakt van wat het strikt noodzakelijke afromingspercentage is. Ik wil ook niet verder gaan dan strikt noodzakelijk om aan de afspraak te voldoen. Ik erken dat het ingrijpend is, maar ik erken ook dat het nakomen van afspraken met de Europese Commissie, waar we voor dit regeerprogramma nog heel wat handel mee te voeren hebben, bij wijze van spreken, ook van groot belang is.”
De minister deed de toezegging dat er niet meer dan strikt noodzakelijk zal worden afgeroomd. Daarbij zal ze zo goed mogelijk inschatten of die percentages nog passend zijn en dat bij het verleasen van rechten niet meer dan strikt noodzakelijk zal worden afgeroomd.
De Eerste Kamer stemt dinsdag 19 november over het wetsvoorstel.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Eerste Kamer