Opinie: Eric van Veluwen: ‘Van verwarring naar verwondering’

Het woord ‘regeneratieve landbouw’ dook in de jaren 80 als een spook op. Normaliter houd ik me niet zo bezig met deze term, het is voor mij bio, BD of ‘gangbaar’, maar sinds vorig jaar word ik er steeds vaker mee geconfronteerd en dat was in het begin best verwarrend, kan ik je zeggen.
Als partner van MVO (maatschappelijk verantwoord ondernemen) Nederland ben ik vorig jaar met Antropia betrokken geraakt bij een project vanuit de voedselagenda van de Provincie Utrecht. Een prachtig initiatief om meer (biologische/regeneratieve) natuurinclusieve boerderijproducten rechtstreeks van de boer naar het bord van de cateraar te brengen.
In de regel is dat laatste vaak een ‘mission impossible’ vanwege de veelal perverse aanbestedingsregels en andere malle eisen, maar daarnaast vindt men biologisch over het algemeen per definitie te duur.
Broodje dat verbindt
Door gezamenlijk de handen ineen te slaan heeft het eerste ‘Broodje Utrecht’ vorig voorjaar het daglicht gezien en zijn er via een convenant al ruim 20 organisaties aangesloten die van een ‘Broodje’ in hun kantine kunnen genieten. De ingrediënten zijn hoofdzakelijk lokaal en van boeren die mens, dier en milieu serieus nemen en biologische/regeneratieve, natuurinclusieve boerderijproducten produceren. Ik maakte hieruit op dat je of regeneratief werkt of biologisch, maar tijdens een bijeenkomst over biodiversiteit (ook zo’n mooi onderwerp) vertelde een biologische teler dat hij een bio-regeneratieve boer is; dus een beetje van allebei, denk ik dan? Toen begreep ik er dus helemaal niets meer van.
Ik las het volgende over regeneratief op de site van Bionext:
Regeneratieve landbouw heeft als doel om de bodem, biodiversiteit en het landschap te herstellen. Een heldere definitie van regeneratieve landbouw, echter, ontbreekt. Sommige bedrijven en organisaties gebruiken de term ‘regeneratief’ vooral om hun imago op te poetsen, ook wel ’greenwashing’ genoemd. Dit maakt het lastig om te bepalen of dat bedrijf echt bijdraagt aan duurzaamheid. De biologische sector vindt daarom dat regeneratieve landbouw duidelijke uitgangspunten moet hebben en dat deze zouden moeten zijn gebaseerd op de kernpunten van de biologische productiewijze, gezien de gedeelde oorsprong van de twee begrippen.
Er lijkt dus niets mis met regeneratieve landbouw, maar je moet er wel duidelijk over zijn. Regeneratieve landbouw is namelijk geen gecertificeerde, wettelijk beschermde productiemethode, zoals biologische landbouw wel is, en er is geen (extern) toezicht op de uitvoering ervan. Daar zit volgens sommigen precies het pijnpunt: regeneratieve landbouw lijkt heel ‘groen’ en ‘verantwoord’, maar het sluit gebruik van gif en kunstmest niet helemaal uit.
Wat regeneratieve boeren zelf zeggen: ‘Een gezonde, levende bodem is de basis van ons bedrijf, dus we laten de bodem zoveel mogelijk intact. Dat doen we onder andere door niet te ploegen en de bodem steeds begroeid of bedekt te houden. De koe speelt hierin een belangrijke rol: door te grazen, te poepen en het gras te vertrappen wordt de bodem optimaal gevoed, op een natuurlijke wijze. Zo hoeven we geen gebruik te maken van kunstmest en bestrijdingsmiddelen.’
Dus regeneratief deugt wel?
Ik heb binnen het Utrechtse project een aantal hele bevlogen boeren en boerinnen leren kennen die zowel met een bijna gesloten kringloop werken, regeneratief zijn en heel lekkere producten telen met geen of minimaal gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Zo is de Bloemenweidemelk Brie, van Ramona Schalkwijk uit Montfoort superlekker, maar (nog) niet biologisch. Ik ben bij haar langsgegaan om meer te horen over haar vragen beweegredenen.
„Onze Bloemenweide Brie is een manier om meerwaarde te halen uit de melk. Dat is broodnodig, want met melken alleen kom je er als boer meestal niet”, vertelt Ramona Schalkwijk. Ze benoemt dat er veel boerenbedrijven zijn waar de boer een bijbaan heeft, of de partner buiten de deur een belangrijk deel van het inkomen verdient. In eerste instantie was Ramona van plan om een eigen productielijn voor melk, karnemelk en kefir te realiseren, maar dat bleek in de praktijk vrij ingewikkeld. „Toen ik de vraag stelde aan welk melkproduct nu behoefte was, kreeg ik te horen: brie van koeienmelk. Dat is in Nederland nog niet heel ruim voorhanden. En het feit dat je weet dat er vraag is, maakt dat je makkelijker stappen zet in een nieuwe richting. De Brie laten we maken bij een kaasmaker. Zo blijft de kaas betaalbaar voor de consument, en houden wij onze bedrijfsprocessen efficiënt”, aldus Ramona.
Sinds kort levert Bloemenweidemelk ook Planet Proof melk, hiervoor krijgen ze net iets meer betaald, én dat bekostigt de stappen naar verdere verduurzaming. Het introduceren van andere teelten: bomen, fruit, groenten en andere diersoorten als kippen of varkens staat ook op de agenda. „Ook willen we ons areaal van 65 hectare verder uitbreiden naar kruidenrijk gras en het aanplanten van meer voederbomen en -hagen en fruitbomen”, vertelt Ramona enthousiast. Afhankelijk van de hoe het bedrijf zich ontwikkelt dromen ze voor daarna nog over de volgende stappen:
- Omschakelen naar biologische melkveehouderij
- Aanpassen van de stalinrichting naar een gescheiden mest-systeem zodat we met vaste mest kunnen gaan werken
- Kalf bij de koe houden en stoppen met onthoornen
Dan nog even terug naar het ‘Broodje Utrecht’, want waar bestaat dit eerste broodje uit?
- Biologisch bruin zuurdesembroodje van de Veldkeuken
- Walnoten en chutney van landwinkel bij Dijkzicht
- Bloemenweidemelk Brie van Ramona
- Herbal salad van de stadsjochies (biologisch zaad)
- Elstar appels van boerderijwinkel Groenekan
Inmiddels hebben ruim 35.000 ‘Broodjes Utrecht’ het daglicht gezien; op deze manier introduceren we op een mooie en eenvoudige manier biologische /regeneratieve, duurzame producten in de kantines van onder andere de NS, Douwe Egberts, WNF en de Jaarbeurs. Op deze manier blijft het geld in de regio en hebben boeren een mooie kans om rechtstreeks bij deze spelers in beeld te komen. Het mooie is dat de klant op een bestelsite rechtsreeks bij de boer besteld en het broodje is qua kostprijs niet duurder dan andere broodjes zo blijkt.
Gaat regeneratieve landbouw dan toch hand in hand met biologisch? Mogelijk, zolang het landbouw principe maar biologisch wordt toegepast, dus uiteindelijk gecertificeerd zonder gif en zonder kunstmest. Om uiteindelijk op biologisch uit te komen zijn voor sommige boeren zoals Ramona nog een aantal stappen meer nodig.
Tekst: Eric van Veluwen