Bodembelasting beperken via banden of tracks

Dit Topartikel wordt u gratis aangeboden door Ekoland. Drie maanden gratis Ekoland lezen in print en online? Klik hier. Blijf op de hoogte via de gratis nieuwsbrief.
Er zijn tal van maatregelen om bodemverdichting zoveel mogelijk te voorkomen. Inzet van lichtere machines, niet berijden van de bodem onder natte omstandigheden, verhogen van het organische stofgehalte en gebruik maken van vaste rijpaden om er maar enkele te noemen. Maar ook bandenkeuze en -spanning spelen een belangrijke rol. Zeker in het voorjaar is het zaak om met een zo laag mogelijke bandenspanning in het veld te werken. Het algemene advies is 0,4 bar en de rest van het jaar 0,8 bar, maar dat is sterk afhankelijk van bandenkeuze en werkzaamheden, draagvermogen en rijsnelheid.
Jammer genoeg is de ‘good old’ radiaalband niet ontworpen voor zulke lage bandenspanningen. Daarom zijn er nieuwe bandentypen ontwikkeld: IF-banden en VF-banden. IF staat voor Improved Flexion ofwel verbeterde flexibiliteit van de band. Dit resulteert in 20 procent meer draagvermogen bij een gelijkblijvende spanning ten opzichte van de standaardband in dezelfde maat. VF staat voor Very high Flexion, deze band heeft zelfs bij 40 procent meer draagvermogen! De VF-band is namelijk zo ontworpen dat het loopvlak bij een lagere bandenspanning niet - zoals bij radiaalbanden naar buiten, dus in de breedte - uitbolt maar juist in de lengte. Door deze eigenschap kan ze een lagere spanning aan.
‘De band vormt zich naar het land’
In het veld werkt een lagere bandenspanning prima, maar bij transport juist weer niet. Om dat te tackelen is een luchtdrukwisselsysteem ontwikkeld. Voordat je in het land aan de slag gaat, laat je lucht uit de tractorbanden ontsnappen. Om ze vervolgens, voordat je over de weg weer naar huis gaat, weer op te pompen. Volgens Jaap Vollaard, directeur van Zuid West Banden in Klaaswaal, Kapelle en Noordwijkerhout, is de combinatie VF-banden met een luchtdrukwisselsysteem ideaal. Ook al omdat het aanbod VF-banden de laatste jaren behoorlijk is gestegen. “Die combinatie installeren en verkopen we momenteel erg veel.” Een luchtdrukwisselsysteem kost bij hem in de basis € 5.250. Isobus aangestuurd komt het neer op gemiddeld € 8.500. Die investering is het dubbel en dwars waard, meent hij. “Onlangs gaf ik nog een lezing bij een studieclub van akkerbouwers. Die gaven aan dat als je de bandenspanning verlaagt, je het land omhoog ziet veren. De band vormt zich naar het land in plaats van dat het land zich vormt naar de band.” De bandenspanning in een VF-band kan volgens Vollaard in het land naar gemiddeld 1 bar, op de weg volstaat 1,6 tot 2 bar, afhankelijk van de machine en het gewicht hiervan. Een bijkomend voordeel is dat je met een lichtere trekker uit de voeten kunt. “Door het grotere contactoppervlak van een VF-band bij een lagere spanning, heb je meer nokken op de grond. De tractie en grip is daardoor zo groot, dat je de pk’s van je trekker maximaal benut. Waardoor je voor veel werkzaamheden ook wel met een lichtere viercilinder-trekker uit de voeten kunt.” De eerste parameters bij de keuze van de juiste VF-band zijn hoogte, breedte (welke breedte past bij je teelt) en profieltype (blokprofiel of trekkerprofiel). “Daarna bepalen we met de spanningstabel de juiste VF-band”, besluit Vollaard.

Galileo Cupwheels
Een interessante nieuwe ontwikkeling is die van de zogenoemde cupwheels (zie foto). Het Israëlische bedrijf Galileo heeft al jaren geleden deze revolutionaire band ontwikkeld. Door de flexibele zijwangen vouwt de band zich als het ware naar binnen, waardoor ze met een nog lagere bandenspanning uit de voeten kan en eigenlijk als een rupsband fungeert. Galileo laat de cupwheels momenteel maken door bandengigant Alliance. Heuver Tyres uit Hardenberg is importeur van de innovatieve banden en test momenteel zes setjes in Nederland. “We willen vooral weten hoe slijtagegevoelig de zijwang van de banden is”, aldus landbouwmanager Enno Schottert bij Heuver. Tot nog toe is hij onder de indruk van de prestaties van de in Israël ontwikkelde band. “Ze zijn heel goed qua tractie en bandenslip. Echt alle nokken raken de grond, waardoor je bij zwaardere condities eerder het land op kunt.”
Arjan Hendriksen werkt bij PPO Lelystad op de biologische proeflocatie Broekema Hoeve. De afgelopen twee jaar heeft hij ervaring opgedaan bij het bovenover ploegen met de Galileo-band onder een Fendt 820. De band was 710 mm breed, voor was de druk ruim 0,5 bar, achter 0,7 bar. Ook hij is onder de indruk van de prestaties van de band. “Ik heb onder zware condities geploegd en de band houdt zich heel erg goed. De PPO’er is ook erg te spreken over de rijkwaliteit van de band. Ik had verwacht dat ’t instabiel zou zijn, maar ze is best stevig in het rijden.” Eigenlijk komt de band beter tot zijn recht bij een nóg lagere bandenspanning meent hij. “Dan wordt het contactoppervlak groter, waardoor je nog meer tractie en minder bodemverdichting krijgt.” Alleen bleek dat in de praktijk in Lelystad niet haalbaar. “Bij bovenover ploegen hangt de ploeg aan de zijkant van de trekker, waardoor je een wat hogere bandenspanning nodig hebt. Zeker als je de ploeg wentelt en bijvoorbeeld het iets hogere gelegen kavelpad oprijdt.”
De banden zijn nu twee jaar getest en volgens Schottert vertonen de flexibele zijwangen geen grote schade. Toch blijft opschaling van de verkoop nog even achterwege. “We willen zeker weten dat we duurzame banden verkopen, dat is ons bedrijfsbeleid. De landbouwmanager zegt ook te wachten op cupwheels met andere maten dan de huidige 28 inch voor en 38 inch achter die nu worden getest. Ondanks alle voordelen denkt Schottert dat de cupwheels een nichemarkt zullen zijn voor grote loonwerkers en grote akkerbouwbedrijven. “Net zoals bij rupswielen zijn de kosten hoger en je kunt er niet lange stukken mee rijden op de openbare weg. Voor de gemiddelde veehouder en akkerbouwer is een VF-band in combinatie met een luchtdrukwisselsysteem denk ik veel interessanter.”
Rupsbanden nichemarkt
Schottert noemde ze al, rupswielen of tracksystemen. De basis hier is ook om de bodemverdichting te verlagen door het contactoppervlak met de bodem te vergroten. Fredo Vlaming is directeur van de Vlaming-groep in Zwaagdijk, importeur van de Soucy tracksystemen uit Canada. Hij zegt dat grote biologische akkerbouwbedrijven in Zuidelijk Flevoland als ERF BV, NZ27 (Douwe Monsma) en Bio Boerma klanten van het eerste uur zijn. “Vanwege hun vaste rijpadensysteem zoeken ze smalle rupsen van 30 cm breed. Die hebben hetzelfde effect wat betreft bodemverdichting als banden van 90 cm breed.” Een set tracks van 30 cm breed rondom de tractor kost rond de € 75.000. “Maar VF-banden in combinatie met een luchtdrukwisselsysteem heb je ook niet voor € 25.000”, zegt Vlaming. Die verder wijst op wetenschappelijk onderzoek van jaren terug, waaruit bleek dat een band een kegelvormige verdichting veroorzaakt tot op 60 cm diepte. “Rupsen veroorzaken ook verdichting, maar dat gaat tot 20 cm.” Andere sectoren die tracks bovengemiddeld inzetten zijn volgens Vlaming de groentesector, met name kool, de bollensector en loonbedrijven. Die laatste kiezen volgens hem tracks met name voor werkzaamheden die veel vermogen vragen zoals ploegen en woelen. “Met tracks schakel je slip uit, waardoor je 100 procent van het vermogen overbrengt naar de grond.” Nieuwe ontwikkelingen bij leverancier Soucy zijn met name gericht op levensduur. Vooral de smallere tracks kunnen op de weg hun warmte moeilijk kwijt. Maar het Canadese bedrijf heeft volgens Vlaming een zodanige rubbersamenstelling ontwikkeld waardoor ook de levensduur van smalle tracks is verbeterd.
Zuidberg in Ens verkoopt twee typen tracks: de universele, standaard systemen die hoofdzakelijk bij combines worden gebruikt. En tracksystemen op maat, hoofdzakelijk voor zelfrijdende bieten- en aardappelrooiers. Beide tracksystemen worden vooral weggezet bij loonbedrijven en grote landbouwbedrijven. Exportmanager Gerben Klungel: “Het afgelopen seizoen hebben we best veel tracksystemen verkocht in Nederland en Vlaanderen. Zeg maar de gebieden met zware, vette klei met rooigewassen als aardappelen, bieten en wortelen. Vooral voor loonwerkers is het een simpele rekensom: ze kopen oogstzekerheid.” Waarbij de exportmanager de voordelen van een tracksysteem onderstreept. “Ook bij zware omstandigheden blijf je óver het land rijden in plaats van dat je erin wegzakt. En het rijgedrag is stabieler, iets wat bijvoorbeeld bij een combine met een maaibord van tien meter breed heel belangrijk is.” Net zoals bij Soucy is de focus van Zuidberg momenteel gericht op het verbeteren van de slijtvastheid en duurzaamheid van de tracks zodat ze langer mee gaan.
Ondanks de voordelen blijven tracks vooralsnog een nichemarkt, erkennen ook Vlaming en Klungel. Ron Spekschate, verkoopmanager bij de Ezendam Groep in Borne die Poluzzi-tracksystemen uit Italië specifiek voor tractoren importeert, signaleert dat er in Nederland nog geen Poluzzi-tracks zijn verkocht onder tractoren. Redenen zijn volgens hem de prijs, de relatief lage rijsnelheid, slijtage en het onderhoud.
Tekst: Rochus Kingmans
Beeld: Zuid West Banden