'Duidelijke aanknopingspunten waar elke boer wat mee kan'
Onderzoek bij vijftig (bio)akkerbouwers: minder intensief bewerken werkt beste voor landbouwbodem

De resultaten van het onderzoek verschijnen vandaag in het wetenschappelijke tijdschrift Science. 'Het onderzoek biedt duidelijke aanknopingspunten waar elke boer wat mee kan', stelt NIOO-KNAW dat kantoor houdt in Wageningen (GD).
Genoeg voedsel
De onderzoekers gingen aan de slag met een groot vraagstuk. 'Voedsel duurzamer verbouwen: hoe doe je dat het beste? Het is één van de grote uitdagingen: genoeg voedsel produceren zonder de bodem tekort te doen. Een gezonde bodem heeft namelijk heel veel functies – dat heet ook wel multifunctionaliteit – en voor duurzame landbouw moeten die behouden blijven', schrijft NIOO-KNAW.
„Een multifunctionele bodem is essentieel voor duurzame voedselproductie, omdat planten daar hun voedsel uit halen”, zeggen de onderzoekers van het NIOO, Wageningen University & Research en de Duitse Universität Tübingen. „Daarnaast zijn er de onmisbare rollen van de bodem bij waterberging, omgaan met klimaatverandering en de onderdrukking van ziektes.”
Biologisch vs gangbaar
Uit onderzoek op boerenbedrijven verspreid over Nederland volgt nu, dat vooral de intensiteit van de grondbewerking bepaalt of de bodem alle functies kan behouden. Opvallend daarbij is, dat het verschil tussen gangbare en biologische bedrijven minder uitmaakt. Bij beide typen akkerbouwbedrijven blijkt er veel variatie in de bewerking van de grond en de bedrijfsvoering te bestaan.
„Het goede nieuws is dat bij gangbare landbouw, het overgrote deel dus, veel te winnen valt”, stelt bodemecoloog en hoogleraar Wim van der Putten van het NIOO. „Bij alle, dus ook bij biologische, boerderijen is het op dit punt belangrijk om de grond niet te intensief te bewerken. Dat wil zeggen: minder ploegen bijvoorbeeld. Het omkeren van de bodem tijdens het ploegen is een erg grote verstoring voor het bodemleven.”
Vlinderbloemige planten
Niet alleen minder vaak ploegen maar ook meer gebruik maken van mengsels van grassen en vlinderbloemige planten zoals klavers draagt bij aan een multifunctionele gezonde bodem. Die kun je afwisselend gebruiken met de teelt van granen zoals tarwe, gerst, spelt en rogge.
Op ruim 50 Nederlandse akkerbouwbedrijven op zowel klei als zand deed het onderzoeksteam metingen. Dat ging steeds in tweetallen: een bedrijf met gangbare landbouw en een biologisch buurbedrijf. Het type bodem en andere omstandigheden lijken dan sterk op elkaar. „Zo konden we ze als een soort tweelingen vergelijken”, verduidelijkt Guusje Koorneef. Samen met Sophie van Rijssel voerde zij haar promotieonderzoek uit op dit onderwerp.
Duurzaam én productief
Allerlei bodemeigenschappen werden gemeten en de boeren deelden welke landbouwpraktijken zij toepasten. De hoeveelheid organische koolstof in de bodem blijkt de beste voorspeller van de multifunctionaliteit van de bodem, en de aanwezige bacterie-biomassa bij de ‘levende aanwijzingen’. Koorneef vult aan: „We hebben op zowel zand- als zeekleigronden gekeken. Dat zijn twee sterk verschillende bodemtypen in ons land. En op beide bodemtypen zien we hetzelfde beeld.”
„De populaire term van duurzame intensivering is in tegenspraak met onze resultaten”, stelt mede-onderzoeker Kyle Mason-Jones, inmiddels werkzaam bij de Universität Tübingen. „Intensiever bodembeheer leidt tot vermindering van bodemfuncties en is dus minder duurzaam.”
Daarom stellen de onderzoekers een nieuw, passend doel voor. „Productieve de-intensivering. Als dat lukt, dan haal je uit een minder sterk bewerkte bodem meer functies met zoveel mogelijk behoud van opbrengst bij de gewassen.”
Vitale bodem
Het onderzoek is het eindresultaat van het project Vital Soils. Dit werd gesubsidieerd door NWO Groen, gecoördineerd door het NIOO en samen met Wageningen University & Research uitgevoerd. Naast de wetenschappelijke partners waren er ook de nodige maatschappelijke partners betrokken: Eurofins-Agro, BO Akkerbouw, Open Teelten (voorheen PPO-AGV) en LTO-Noord.
Eerder onderzoek met satellietbeelden, binnen hetzelfde project, mat de ‘groenheid’ van de gewassen op het land. Dat geeft een indruk van de productie. Hieruit bleek dat de mate van groenheid (de hoeveelheid gewas) niet te lijden had onder een afname in beheersintensiteit. Interessant was dat biologische landbouw ongeveer zeventien jaar na de overstap weer even productief kan zijn als gangbare landbouw.
Hoopgevend
Terug naar het huidige onderzoek. „Je hoeft niet per se de hele transitie naar biologische landbouw al te hebben doorgemaakt om toch de bodemgezondheid positief te beïnvloeden”, zegt Koorneef. „Ik vind het hoopgevend, dat je zowel in gangbare als in biologische boerenbedrijven het functioneren van de bodem kan versterken door die minder intensief te bewerken.”

Tekst: Guus Daamen
Als zoon van een fruitteler opgegroeid tussen de appelbomen in Gelderland. Tijdens mijn master Journalistiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam mij verder gespecialiseerd in politiek. Schrijft voor Agrio voornamelijk over Politiek en Beleid. Luistert, vraagt en onderzoekt. Andere passie: sport.
Beeld: Ron de Goede, WUR
Bron: Nederlands Instituut voor Ecologie