Vooruit kijken met regels
Agrarische bedrijven zijn gebaat bij langetermijndoelen. Een eenmaal gekozen staltype verbouw je niet zomaar even. Aan de andere kant is er veel opportunisme voor de korte termijn. De ‘varkenscyclus’ heet niet voor niets zo. Het nadeel van wet- en regelgeving is dat iedereen zich stort op de details. Details verleiden tot kortetermijndenken. Waar die details vandaan komen, dat is input voor de lange termijn. Enkele voorbeelden.
De Skal-regels zijn voor biologische boeren primair. Gek genoeg ligt hier de eerste hobbel voor langetermijnkeuzes. Wie iets in de Skal-regelgeving opzoekt, vindt een norm, zoals: ‘minimaal 60 procent moet …’. Je vraag kan zijn: blijft dat zo? Kan ik ermee rekenen voor de komende tien jaar, of verandert het naar 40 of 80 procent? De biologische regels verwoorden niet het achterliggende doel. Nu is dat vanuit enige kennis van biologisch wel te bedenken. Voor de lange termijn kun je het beste uitgaan van die bedoeling. Jouw slimme-boekhoud-stemmetje zorgt dan dat je precies aan die 60 procent voldoet voor de komende tien jaar. Het vereist dus enige dapperheid om te lezen wat er niet staat: ‘het doel is 100 procent en daarom regelen we minstens 60 procent’. Zo word je niet verrast dat de norm opschuift naar bijvoorbeeld 70 procent. Je snapt al dat ik het heb over de samenstelling van biologisch veevoer. Op het gebied van biologische regels zou je niet verrast moeten zijn als iets opschuift om beter te kunnen voldoen aan de hogere doelen.
Kijk naar het GLB per 2023
Het is handig daar op in te spelen. Welke hogere doelen zitten er achter? Het GLB wil belonen voor meer biodiversiteit en grondgebondenheid. Biologisch wordt per 2023 beloond met de hoogste hectaretoeslag. Mooi. Maar het uitgangspunt dat bio altijd goed is. Critici vinden biologisch te weinig grondgebonden en zien te weinig borg voor biodiversiteit. Kortom: de GLB regels sturen naar meer areaal natuur en naar meer grondgebondenheid. Hou die lijn dus vast. Kringlooplandbouw of natuurinclusief? Circulair? Agroforestry? Het hogere doel is – kort samengevat – om een planeetvriendelijke landbouw te krijgen vanuit kennis van de ‘ecologie’. Deze beleidsdoelen zijn nog niet opgepakt in regels. Indirect zie je dat ze doorwerken. Bij (gangbare) mestwetgeving komt hergebruik sterker terug. Bij natuurbeloning kan natuurinclusief een invulling zijn. Bij bouwvergunningen wordt het mogelijk eisen te stellen aan type landbouwbedrijf: kringloop, circulair en natuurinclusief kunnen voorwaarden worden, zoals nu de eis ‘grondgebonden veehouderij’. Biologische regels omarmen deze nieuwe thema’s al jaren. Bepleit dus bij je gemeente en provincie dat biologisch aansluit én een borg is, want wettelijk vastgelegd. Vooral dat laatste is belangrijk. Je moet wel meebuigen met lokale eisen: biologisch is bijvoorbeeld geen garantie voor weidevogels. Agroforestry is onhandig in te vernatten gebieden. Ook ligt er bij veel bedrijven een uitdaging om te voldoen aan ‘energie’, ‘transportafstand’ en ‘circulair’: eens komen daar regels over. Als je het langetermijndoel ziet, ben je daarop voorbereid.
Tekst | Helmer Wieringa
Tekst: Helmer Wieringa
Beeld: Dick Boschloo