Dreigend tekort bio-mengvoer door oorlog in Oekraïne
Zorgen om ernstige krapte grondstoffen bio-mengvoer
De Europese grondstoffenmarkt voor biologisch veevoer kampt sinds september vorig jaar met schaarste. Sommige veevoerfabrikanten nemen om die reden momenteel niet eens meer nieuwe klanten aan, zo valt te beluisteren in de sector.
Die krapte is het gevolg van een samenloop van omstandigheden, verklaart Wilfred Jonkman. Hij is directeur van Reudink BV, producent van biologische mengvoeders en tevens lid van het Overlegplatform Biologisch Diervoeders van Nevedi.
„De consumptie van biologisch voedsel groeit. Dit resulteert ook in een toename van de biologische veehouderij en de daarmee samenhangende behoefte aan biologisch mengvoer”, aldus Jonkman. Deze trend speelt Europa-breed, zegt hij.
Een tweede factor is dat in een aantal Oost-Europese landen sprake was van tegenvallende oogsten, het afgelopen jaar. Dat speelde met name bij eiwithoudende gewassen zoals peulvruchten, raapzaad en zonnebloemen.
Bio-oogst gangbaar afgezet
Wat daarnaast meespeelt, is de rappe prijsstijging bij conventionele (gangbare) grondstoffen. Hierdoor werd het aantrekkelijk voor biologische telers in Oost Europa om hun biologische oogst (deels) te verkopen op de gangbare markt, omdat het prijsverschil te gering was. Daarbij heerste er als gevolg van de combinatie van economische groei en covid krapte op de transportmarkt, met navenant hoge dieselprijzen.
Veel biologisch graan uit Oost-Europa wordt verkocht aan West-Europese afnemers, de transportkosten zijn dan hoog. “Een aantal telers heeft na een economische afweging ervoor gekozen om de oogst lokaal af te zetten, voor de gangbare prijs,” legt Jonkman uit.
“Die ontwikkeling verbaast ons ook”, vult Wim Krajenbrink aan. Hij is verkoopleider biologisch bij voercoöperatie AgruniekRijnvallei. “We hebben tussen 2018 en 2020 een paar hele droge zomers gehad, en toen was er eigenlijk geen probleem in de beschikbaarheid. In 2021 stonden de granen er overal goed bij, en nu is er een deel verkocht als gangbaar.” Volgens Krajenbrink speelt mee dat er in de bio-graanmarkt vrijwel niet op contract wordt geteeld. Telers bekijken rond de oogst hoe de vlag erbij hangt qua tonnages en kwaliteit, en waar ze het voor de beste prijs kunnen afzetten.
Aanscherping van de Europese bio-verordening stimuleert de krapte. Tot en met vorig jaar mocht in voer voor biologische varkens en pluimvee nog vijf procent gangbaar toegelaten eiwitrijke grondstoffen worden verwerkt. Per 1 januari geldt die uitzondering alleen nog voor jong pluimvee (vleeskuikens en opfokhennen tot 18 weken) en varkens tot 35 kilogram lichaamsgewicht. Deze aanpassing in de wetgeving drijft de vraag naar eiwitrijke bio-grondstoffen voor varkens-, zeugen en pluimveevoer verder op.
“In 2021 is een deel van de biologische granen verkocht als gangbaar.”
Het conflict in Oekraïne vormt ook een niet te onderschatten factor. Krajenbrink schat in dat 20 tot 25 procent van de biologische krachtvoergrondstoffen afkomstig is uit de Oekraïne en de aangrenzende Russische regio’s. Vooral voor grondstoffen die als restroom beschikbaar komen vanuit de verwerkende industrie is dat een probleem, zegt hij. “Kijk, als maïs of graan eenmaal is geoogst, in oktober, dan kan het op transport. Maar bij zonnebloemzaden gaat het anders. Die worden in Oekraïne verwerkt, de fabriek perst de olie eruit, en vervolgens komt er wekelijks een hoeveelheid zonnebloempitschilfers naar ons toe. Maar die productie ligt nu stil”, zegt Krajenbrink. “Het personeel zit aan het front, en zo’n fabriek met zonnebloemolie zou compleet in de lucht vliegen als er een bom op valt.”
Er zit ook nog heel wat graan en maïs in opslag in Oekraïne, weet hij. Maar het transport ligt momenteel volledig stil. Het is dus maar zeer de vraag of er in de loop van 2022 nog wel een volledig sortiment bio-krachtvoer geproduceerd kan worden.
Krajenbrink en zijn collega’s in de veevoerindustrie kijken nu met samengeknepen billen naar de ontwikkelingen aan het oostfront. „Alles ligt nu op z’n gat. Dit moet geen maanden gaan duren, anders hebben we echt een probleem”, zegt hij. „Bovendien moet er binnenkort weer gezaaid worden. Tarwe en maïs moeten de grond in. Maar: is er dan personeel beschikbaar? En diesel? Of wordt dat allemaal naar het leger gestuurd?”
“Er is zeker zorg of we deze zomer nog wel een volledig pakket biologische voeders kunnen leveren”, zegt ook Wilfred Jonkman van Reudink. “Dit is sterk afhankelijk van hoe de oorlog zich ontwikkelt. We zijn ons momenteel binnen Nevedi, maar vooral als biosector in z’n totaliteit, samen met BioNederland en Bionext, aan het beraden over hoe we hier het beste mee om kunnen gaan. We zijn al in gesprek met het Ministerie van Landbouw om de urgentie duidelijk te maken. We doen we ons uiterste best om zo goed mogelijk in te spelen op de verschillende scenario’s, zodat we de biologische veehouderij kunnen blijven bedienen met een volledig assortiment biologisch mengvoer.”
Ook in de omringende landen wordt er overleg gevoerd met de overheden om te komen tot een oplossing. Dit overleg vindt tevens in Brussel plaats. Naar verluidt zou Oostenrijk een (tijdelijke) verruiming van de derogatie toestaan. BioNext/BioNL stuurde op 7 maart een soortgelijk verzoek naar LNV, om tijdelijk conventionele grondstoffen voor productie van bio varkens- en pluimveevoeders te mogen verwerken.