Plantise Bioplant belangrijke speler in de markt voor biologisch plantgoed
Biologisch plantgoed voor binnen- en buitenland
Plantise Bioplant maakt deel uit van Plantise bv, zie kader. Dit bedrijf is uitgegroeid tot een omvangrijke opkweker. Het bedrijf heeft ongeveer 15 procent van de opkweekmarkt in handen. In Nederland iets meer dan 50 procent en is in omzet de grootste plantenkweker van Nederland. Zowel in binnen- als in buitenland levert Plantise Bioplant plantgoed aan biologische telers. Wat in 1995 begon met een opkweekkas van 2.000 m2, is inmiddels uitgeroeid tot ruim 10 hectare kasoppervlak voor biologische opkweek. In de drukste periode in de winter, van begin december tot eind februari wordt de 4,5 hectare biokas in Naaldwijk uitgebreid met 6 hectare kas in Kessel (zie ook kader).
Simon van Zanten vormt al vele jaren het gezicht van Plantise Bioplant, hij is meegegroeid met de ontwikkeling van de biologisch opkweekpoot van het bedrijf. Na afloop van ons gesprek vertelt Simon dat het zijn laatste werkdag is voor de opkweker. Hij begint als ZZP’er en blijft actief voor het bedrijf als contactpersoon voor Zuid-Europa ofwel het gebied onder de denkbeeldige lijn tussen Neurenberg en Parijs. Daarnaast gaat hij werken voor de Bolster met de focus op de onderstammen voor paprika en voor The Rootstock Company met onderstammen voor tomaat, paprika en komkommer.
Arjan Sonneveld is vanaf nu het aanspreekpunt voor de telers. Hij werkt vanaf 2001 voor Plantise (voorheen Grow Group). Volgens Arjan vraagt biologische opkweek extra veel kennis en kunde. Dat begint met de samenstelling van de potgrond. “Conform de Bio Swiss-eisen bestaat het mengsel uit 30 procent compost, dit gebruiken we voor al het plantgoed als vaste verhouding. Wel verschillen de mengsels in grofheid. Zwart veen vormt de basis. Afhankelijk van de omvang van de perspotten, is het materiaal wat grover of fijner. Als extra bemesting vooraf worden DCM-korrels gebruikt door de potgrondmengsels. De kunst tijdens de opkweek is om voldoende lucht in de perspot te houden, het watergeven doen we zowel van onder af als bovenlangs met de regenleiding. De meststoffen die we dan nog toevoegen, geven we bij voorkeur via de regenleiding. Deze meststof bestaat met name uit biologische vergiste zeugenmest die via een vast procedé oplosbaar en geschikt voor irrigatiesystemen is gemaakt.”
Naast potgrond en bemesting gaat veel aandacht uit naar ziekten & plaagbeheersing. Dat vraagt om voorzorgsmaatregelen met de nadruk op inzet van natuurlijke bestrijders. Bij opkweek van parika is bladluis vaak een probleem. “Naast het uitzetten van biologische bestrijders proberen we ook zelf natuurlijke vijanden te kweken. Met name aubergine is een geschikte bankerplant, deze plant trekt alle plagen aan die je maar kunt bedenken. Voor sluipwespen en andere bestrijders is het een geschikte broedplaats voor de volgende generatie.” Meer specifiek voor de opkweekfase vormt de varenrouwmuggen (zie kader) een geduchte plaag. “Gelukkig mogen we Steinernema gebruiken om de populatie in de hand te houden. Daarnaast krijgen soms ook mineervliegen de overhand in vruchtgroenten, als correctiemiddel hebben we Tracer achter de hand.” “Maar dit gebruiken we niet oor onze biodynamische tuinders,” benadrukt Simon.
Aanvankelijk werden de plagen buiten de kas gehouden door gebruik van insectengaas. Arjan legt uit waarom dit is afgebouwd. “In de praktijk vormt insectengaas een belemmering voor de beluchting in de kas, dat kan wel oplopen tot 50 procent verlies. Zeker in warme perioden is dit te veel en we hebben daarom besloten om het versleten gaas te verwijderen en niet meer te vervangen. Wel vraagt dit extra alertheid bij het scouten, onze medewerkers in de opkweek besteden veel tijd aan het scouten en uitzetten van bestrijders.”
Naast beheersing van plagen krijgt hygiëne topprioriteit in de opkweek. Met name bacteriën en virussen vormen een risico. Insleep via vuile kratten ligt om de hoek. Voor het reinigen hanteert het bedrijf strakke protocollen. “Juist omdat we veel verschillende afnemers hebben, moeten we scherp blijven om insleep te voorkomen.” De regels voor plantopkweek zijn talrijk en dat geldt ook voor de mestregels waarmee het bedrijf te maken heeft omdat het vergiste zeugenmest op meerdere plekken wordt gebruikt binnen het eigen bedrijf.
Specialisatie vindt er langzamerhand ook plaats, ondanks de vele klanten met evenzoveel wensen. Ze waren al gestopt met de opkweek van bladgewassen, dit jaar leveren ze ook geen koolachtigen mee uit. Simon legt uit waarom: “Je moet weten dat er vele soorten kolen zijn, van sluitkool tot bloemkool en Chinese kool. Het gaat doorgaans om kleine partijen waarvoor we plek vrij moeten maken. Met name in het vroege voorjaar staat alles vol en kleine partijen plantgoed vragen extra aandacht. Daarbij willen we altijd wel goede planten kunnen garanderen. We gaan ons nu meer richten op de opkweek van knolselderij en ui-achtigen inclusief bieslook. In deze tijd van het jaar zitten we behoorlijk vol, dat heeft te maken met onze Zwitserse afnemers. Zij mogen volgens de Bio Swiss-regels pas vanaf maart stoken en daarna planten in de kas. Tot die tijd hebben wij de zorg voor dit plantgoed. Maar vanaf mei-juni hebben we juist plek over. Omdat we in Naaldwijk de kas jaarrond 100 procent biologisch houden, kunnen we nog wel een biologische opkweek activiteit gebruiken. Zaadteelt zou een optie kunnen zijn, maar volgens de regels moet vermeerdering van biologische zaden in de grond plaatsvinden.”
“Conform de Bio Swiss-eisen bestaat het mengsel uit 30 procent compost, dit gebruiken we voor al het plantgoed als vaste verhouding.”
Bedrijfsgegevens Plantise
Plantise is voortgekomen uit een fusie tussen drie Nederlandse plantenkwekers: Leo Ammerlaan, Van der Lugt en de Grow Group. Plantise-fusiepartner Grow Group begon jaren geleden als eerste plantenkweker met de teelt van biologische groenteplanten. Inmiddels beschikt het bedrijf over veel kennis en expertise. In samenwerking met het compostbedrijf Klassman stelt het bedrijf haar eigen potgrondmengsels samen waarin standaard 30 procent compost is verwerkt. Daarnaast is Plantise Bioplant specialist in enten. Geënte planten vormen een belangrijke basis voor de succesvolle teelt van vruchtgewassen zoals tomaten, paprika en komkommer. De hoofdlocatie is gevestigd in Naaldwijk waar 4,5 hectare kas uitsluitend wordt gebruikt voor biologische opkweek. Dit jaar is de locatie in Kessel goed voor 6 hectare plantopkweek gedurende de piekperiode. Er zijn 12 vaste medewerkers periodiek aangevuld met uitzendkrachten
Het assortiment omvat tomaat, paprika, peper, courgette, aubergine, komkommer, uien, knolselderij en meloen. Dit wordt afgezet naar Nederland en een achttal andere Europese landen.
Aantal planten: 210.000 aubergine, 3.212.000 komkommers, 1.021.000 paprika/peper, 4.045.000 tomaat, 8.745.000 selderij, 12.945.000 uien/bieslook.
De omzet bedraagt ruim 9 miljoen euro.
Tekst: Leen Janmaat
Beeld: Arjan Sonneveld