Klimaatverandering en toename organische stof in teeltlaag gunstig voor plaaginsecten
Wortelduizendpoot
De wortelduizendpoot (Scutigerella immaculata) eet in het voorjaar aan jonge planten. Het beestje is zeer beweeglijk, een volwassen exemplaar telt twaalf paar poten. De ontwikkeling van ei tot volwassen stadium duurt bij 20°C ongeveer 90 dagen. De larven beginnen met zes paar poten, na elke van in totaal zes vervellingen komt er een paar bij. De levenscyclus en specifiek de snelheid van vervellingen is afhankelijk van de temperatuur. Een volwassen dier kan twee jaar (over)leven in de bodem. Wortelduizendpoten kunnen tot wel 1,5 meter diep de bodem in. Ze maken daarbij gebruik van bestaande gangen en spleten. Op deze wijze weten ze in de kas het grondstomen te overleven. Wortelduizendpoten eten schimmels, dood organisch materiaal en ook jonge planten. Vooral de groeipunten van wortels vreten ze aan.
In de (biologische) akkerbouw richt wortelduizendpoot met name schade aan in vroege fijnzadige gewassen als ui, (suiker)bieten en peen. De opbouw van een wortelduizendpootpopulatie, maar ook van die van ritnaalden en emelten, lijkt samen te hangen met de beschikbaarheid van organische stof en zwaarte van de grond. Hoe zwaarder de grond hoe meer holtes er in de bodem zijn waarin de wortelduizendpoot graag leeft. Vandaar dat deze insecten vooral op zware kleigronden een probleem vormen. De combinatie van warmer klimaat met een verhoogde aanvoer van gewasmassa uit groenbemesters zorgen voor een snellere vermeerdering van bodeminsecten.
Ook biologisch akkerbouwbedrijf NZ27 ondervindt schade van diverse bodeminsecten. Volgens Douwe Monsma hangt dit mede samen met de keuze van organische mest: “We gebruiken hoofdzakelijk vaste mest en in combinatie met gras-klaver in ons bouwplan levert dit extra organische stof. Dit heeft zeker voordelen, maar met de komst van wortelduizendpoot zijn we niet blij. De organische stof gaan we inwerken (wintervoor-ploegen) en we voegen voor het inzaaien geen bemesting meer toe. Of dat leidt tot afname van wortelduizendpoot zullen we dit voorjaar zien."
Ook bedrijven die al langer niet-kerende-grondbewerking (NKG) toepassen, zien meer schade door wortelduizendpoot. Om teveel organische stof in de bovengrond te voorkomen, kiest men ervoor om stro na de graanoogst af te voeren en groenbemester tijdig in te werken.
Maatregelen:
- Zorg voor een goede verdeling van organische stof in de bouwvoor.
- Beperk de aanvoer van organische stof voor het inzaaien van uien en andere kwetsbare gewassen.
- Bij vruchtopvolging bij voorkeur geen uien na een gras-klaver teelt.
- Voor fijnzadige gewassen is het wellicht raadzaam de groenbemester later te zaaien en de soortenkeuze eventueel aan te passen.
- Groenbemester tijdig inwerken.
- Bij voorkeur niet te diep zaaien, zodat de planten zo snel mogelijk opkomen en doorgroeien.
- Een vaster zaaibed geeft minder bewegingsvrijheid aan de insecten. Een eventuele tweede zaaibedbewerking, rollen voor of na zaai kan dus effectief zijn.
- Een eventuele (najaars-)braakperiode voorafgaand aan de teelt van fijnzadige gewassen zal vermoedelijk de opbouw van insecten verminderen.
Tekst: Christoffel den Herder, Leen Janmaat
Beeld: Louis Bolk Instituut