Familie Overesch doet waar anderen over praten en wint de Ekoland Innovatieprijs 2019
Kringloopboeren pur sang
Het bedrijf van de familie Overesch aan de Hondemotsweg in Heino/Raalte heeft al een lange geschiedenis. In 1980 begon Jan Overesch - eigenlijk elektricien - op 9 ha eigendom met reguliere varkens. In 1994 schakelde hij de grond om naar bio, in 2003 na uitbreiding ook de varkenstak. Sinds 2008 biodynamisch. Inmiddels heeft het gemengde bedrijf 35 ha in eigendom en in totaal 150 ha in beheer, waarvan een klein deel natuurgrasland. “We pachten van vier verschillende landgoederen in de regio. Het vraagt een goede afstemming en samenwerking,” vertelt zoon Rick. “Onder voorwaarde dat een perceel minimaal zo’n vier ha groot is, kunnen we wel een eindje rijden.” De landgoederen, waaronder Den Alerdinck II, onderdeel van de ecologische verbindingszone tussen de Veluwe en het Vechtdal, passen goed bij Overesch. “We boeren in harmonie met de natuur. We bieden ook natuurgericht beheer. En met een diversiteit aan planten, groenten en graansoorten halen we goede biodiversiteitsdoelen. We telen ook oergraanrassen, zoals zuiver roodkorn en spelt.” Rick liep stage op het bedrijf van de familie Marsman en ontwikkelde daar een liefde voor groenteteelt. “Asperges, artisjokken, een beetje de bijzondere teelten.” Jan vult aan: “We willen graag een gesloten kringloop en daarom kozen we bewust voor een gemengde bedrijfsvoering. Gemengd kost meer tijd, maar past beter in de kringloopgedachte. We voeren geen mest meer af.” En ook de varkens blijven op eigen bedrijf. “Wat geboren wordt op het bedrijf, blijft op het bedrijf. Ook met voer zijn we bij voorkeur zelfvoorzienend.” Momenteel lukt dat voor 55 procent. “Voor het telen van alle eigen voer hebben we nog 150 ha extra nodig,” lacht Jan. Meer samenwerking in de directe regio, passend bij de ecologische visie, is dus gewenst. “De gesloten kringloopgedachte vind ik het meeste terug in de biologisch-dynamische landbouw. Maar die kringloopgedachte wordt nog onvoldoende beloond. De biologisch-dynamische bedrijfsvoering levert in de varkenshouderij geen meerprijs op.”
“De kringloopgedachte wordt nog onvoldoende beloond.”
Vitale en weerbare varkens. Overesch zoekt ook naar een gesloten kringloop buiten het bedrijf. “Varkens zijn heel geschikt om reststromen uit de humane consumptie te vreten.” Omdat biologisch gecertificeerde reststromen niet gescheiden werden verwerkt, was dat geen optie. “We konden er niets mee, maar nu de stromen gescheiden worden verwerkt, wel,“ zegt Jan enthousiast. “Onze varkens krijgen een brijvoer van de reststromen voor de bereiding van sojamelk en tarwezetmeel. Het graan malen we zelf. Vroeger ’s nachts vanwege de nachtstroom, nu overdag met stroom van onze eigen zonnepanelen.” De vleesvarkens zijn dol op het brijvoer. “Natuurlijk,” zegt Jan. “Wij willen ook wel eens wat anders dan droog voer. Die pap is een heerlijke afwisseling.” Dat is te zien: als de motoren voor het transport van het brijvoer beginnen te draaien, beginnen de varkens van enthousiasme onrustig te gillen totdat ze gulzig kunnen vreten. De circa 115 zeugen zijn van een eigen foklijn: een mix van het Nederlands landvarken x GY met Piétrain. Sinds 1985 zijn er geen varkens meer aangevoerd. De eigen fokkerij levert jaarlijks circa 2600 vitale en weerbare varkens. “We selecteren bewust op diergezondheid, rustige zeugen met goede moedereigenschappen. Als het varken het goed aankan is dat prettiger voor de varkens en voor ons,” legt Rudy uit. “We laten de varkens weerstand opbouwen. We verspreiden bijvoorbeeld mest uit de kraamhokken bij de dragende zeugen. Wij zien dat dit de aanmaak van antistoffen bevordert, die de jonge biggen via de biest weer binnenkrijgen.” Alle stro is van eigen teelt. “Met de strorijke mest van de varkens voeden we onze akkers weer.”
Waardering. De Ekoland Innovatieprijs is niet de enige prijs voor Overesch. In 2017 kreeg de familie de ‘Groene Twinkeling’ van Landschap Overijssel omdat zij succesvol een brug slaan tussen bodem, gezondheid en landbouw en hun gedachtegoed breed uitdragen. Het bedrijf heeft bloemenranden, houtwallen en er wordt een diversiteit aan gewassen geteeld. “De zwaluwen vinden onderdak in de varkenstallen. Door het strooien van vaste mest, compost en diverse groene maaisels is het bodemleven toegenomen. Met een gezondere bodem willen de planten beter groeien en dat levert ons weer een beter resultaat,” zegt Rick. Daarnaast experimenteert Overesch met de mestgift om het effect op flora en fauna te bekijken. “We delen de kennis met onze groep van natuurboeren. Biodiversiteit wint erbij. Want biodiversiteit is eigenlijk de zuurstof van het leven,” concludeert Jan. “We zijn blij met de waardering. Eigenlijk willen we vooral ook andere bedrijven inspireren. En media-aandacht helpt daarbij.” Jan grinnikt. “Voor de varkensbedrijven in de regio zijn we wel aanstekelijk geweest. In Salland zijn sinds 2005 acht bedrijven omgeschakeld naar biologisch.” Zoon Rob runt als bedrijfsleider het voormalige proefbedrijf Aver Heino met biologisch melkvee. Gericht op de verbetering van de bedrijfsvoering en het dierenwelzijn innoveert de familie Overesch verder. De laatste innovatie bestaat uit acht hutjes in de wei voor de zeugen met hun biggen. “Dat is best een bijzonder experiment voor zo’n grootschalig bedrijf als het onze,” zegt Rick. Afgelopen najaar startten ze nog iets nieuws: niet meer ploegen oftewel niet-kerende-grondbewerking (NKG). Nieuwe machines waaronder een oppervlakkig werkende schoffel en een nieuwe zaaimachine moeten zorgen dat de ploeg in de schuur kan blijven staan. Jan: “Met ploegen gooi je toch de bovenste laag van de bodem geheel door elkaar. Op onze zandgrond wil je een goede draagkracht houden, en de capillaire werking behouden om vocht vast te houden. Met ploegen gooi je de wormengaten dicht.” Ze hebben plezier in experimenteren, en vinden dat ook spannend. Rudy: “Met niet-kerende-grondbewerking hebben we in het voorjaar meer tijd nodig voor het voorbereiden van de grond en het zaaien. Het is nog afwachten hoe dat loopt.” Ze delen graag kennis en zoeken gemakkelijk een collegaboer of studiegroep om mee te sparren. “Een NKG-studiegroep hier in de buurt, dat zou ik wel graag hebben,” besluit Jan.
Blije varkens, blije boeren, blije mensen. Ook bezoekende burgers zijn van harte welkom om de biologische landbouw te proeven, voelen, ruiken zien en horen. Vanaf de weg is de modderpoel goed te zien, een ruime skybox geeft een prachtige blik in de varkensstallen. Via wandelpaden en online kunnen bezoekers meekijken. “Het is heel belangrijk,” stelt Jan, “dat de consument kan zien waarom een biologisch product duurder is. Als de consument meer biologisch koopt, kunnen er meer bedrijven omschakelen. Dit is beter voor de natuur, de dieren, de boeren en ook voor de mens.” De familie Overesch vertelt graag en gedreven over de biologische landbouw. Passend bij de kringloopgedachte zien ze graag de afzet in de directe regio groeien. Ze investeerden daarom ook in een nieuwe boerderijwinkel annex webwinkelafhaalpunt met een uitgebreid assortiment. Gezien de relatief afgelegen locatie een gedurfde stap. “De regionale afzet groeit. Zo zorgt de consument voor een echte omslag in de landbouw.”
Bedrijfsgegevens
Overesch Ecologische Landbouw
Arbeid: Jan, Mariet en zoon Rick Overesch, schoonzoon Rudy Horstman en 10 werknemers en parttimers in bedrijf en winkel.
Areaal: 35 ha zandgronden in eigendom en 115 ha in pacht, een klein deel natuurbeheer
Teelten: granen (ook oergranen als spelt), aardappelen, pompoenen, artisjokken, suikermais, asperges, Schooltuin
Veestapel: 115 zeugen van het Nederlands landvarken x GY met Piétrain, jaarlijks 2600 vleesvarkens en Brandrode zoogkoeien
Afzet: 2400 varkens VION/de Groene Weg en 200 via directe verkoop
Tekst: Geertje Schlaman, Maria van Boxtel
Beeld: Jaap van Westering, Dick Boschloo