Onderzoek voederbomen voor herkauwers
Van tannines tot schaduw
De voorouders van onze landbouwhuisdieren evolueerden in halfopen landschappen, met gras, kruiden en houtige vegetatie. Het is dus niet gek dat deze dieren baat hebben bij voederbomen”, stelt Jan Valckx van Wim Govaerts & Co. In het Vlaamse CCBT-project Voederbomen voor bio-herkauwers wordt gewerkt aan sector- en bedrijfsspecifieke functionele integratie van voederbomen en voederstruiken in de bedrijfsvoering. Het project is een samenwerking van de Inagro, Odisee en Wim Govaerts & Co. CCBT staat voor Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting Biologische Teelt.
Sporenelementen en tannines
„Waarschijnlijk werd vroeger boomloof eerder dan gras geoogst voor wintervoer. Runderen, schapen en geiten kunnen respectievelijk 10 procent, 20 procent en 50 procent materiaal afkomstig van bomen en struiken in hun dieet hebben. Dat is echter ook rasafhankelijk: zo is bijvoorbeeld een Jersey koe meer een knabbelaar dan een Holstein”, zegt Valckx.
Houtige gewassen bevatten veel sporenelementen die ontbreken in grassen. Door de diepe worteling en samenwerking met mycorrhiza schimmels hebben bomen en struiken toegang tot veel mineralen en verbinden ze deze in organische vorm.
Naast voedingswaarden biedt een boom nog meer voordelen. Zo bevatten veel boomsoorten tannines. Deze verbeteren de eiwitvertering, verminderen methaanvorming en gaan de groei van maagdarmwormen tegen.
Zelfmedicatie
Eén van de deelnemende onderzoeksbedrijven aan het project heeft een zeer hoog ijzergehalte in de bodem, vertelt Valckx. „Een onevenwichtig hoge opname van ijzer verhindert de opname van andere mineralen, zoals koper, zink en mangaan. De opname van selenium (belangrijk bij lacterende koeien) komt dan weer niet in het gedrang door een overaanbod aan ijzer.”
Dieren die een tekort hebben aan een specifiek element, gaan wel op zoek naar voeder dat hun behoeften invult en doen zo aan zelfmedicatie. Essen zijn interessante voederbomen, omdat ze een hoog kopergehalte hebben. Haagbeuk en hazelaar hebben een hoog gehalte aan mangaan. Het planten van deze voederbomen kan op het bedrijf de negatieve gevolgen van het hoge ijzergehalte van de bodem inperken.
Nog meer voordelen
Door de schaduw die bomen geven kan hittestress, dat bij koeien al optreedt vanaf 23 °C, verminderd worden. Bomen bieden ook bescherming tegen wind en ze vergroten het watervasthoudend vermogen van de bodem. Boombladeren en jonge scheuten zijn er al vroeg bij in het voorjaar en groeien lang door in het najaar. Zelfs in droge periodes wanneer het gras verschroeit, kunnen bomen dienen als voer.
Naast landbouwkundige voordelen bieden voederbomen ook maatschappelijke voordelen: door CO2-opslag wordt klimaatverandering tegengegaan, bomen verhogen biodiversiteit en de landschappelijke waarde kan flink toenemen.
Voor voldoende afwisseling plant je het beste zeven of meer soorten voederbomen
Haarstaal-analyses
Hoe integreer je voederbomen op percelen en in de bedrijfsvoering? Welke soorten zijn gezond voor de dieren? Dit zijn enkele vragen waarop in het CCBT-project Voederbomen voor bio-herkauwers een antwoord wordt gezocht.
Voor een goede integratie maakt Wim Govaerts & Co gebruik van haarstaal-analyses. Daarbij kan tot een jaar terug in de tijd gekeken worden naar de mineraalhuishouding van een dier. Omdat bomen langlevende organismen zijn en tijd nodig hebben om te groeien, biedt een haarstaal-analyse voordelen ten opzichte van bloed- of melkstalen, die een meer korte termijn opname zijn.
Op basis van de resultaten van die analyse wordt bekeken welke boomsoorten in de behoefte van runderen kunnen voorzien. Daarnaast wordt rekening gehouden met de grondsoort, wensen van de boer en subsidieregelingen. Om genoeg afwisseling te krijgen in oogstmoment, worteldiepte, bladeren, vruchten en mogelijke stikstofvastlegging komt het uiteindelijke voederbomenplan uit op zeven of meer soorten, in verhoudingen tussen de 35 procent en 5 procent.
Beschermen en herstellen
Tijdens de eerste drie tot vijf jaar moeten de voederbomen goed beschermd worden tegen het vee. „Dat klinkt misschien tegenstrijdig, maar het is echt belangrijk om de vegetatie de tijd te geven om goed uit de startblokken te schieten. Daarnaast moeten de dieren het loof en jonge twijgen eten, niet de bast”, adviseert Valckx.
Dit kan bereikt worden met een stroomdraad langs een bomenrij, of gaas rondom een solitaire boom. Ook later is het noodzakelijk om, nadat de planten zijn afgeknabbeld, voldoende hersteltijd te geven.
Naast voederbomen in of rond een perceel kan gekozen worden voor een afwisselende ‘knabbelhaag’ langs een vast pad. Zo komen bijvoorbeeld melkkoeien dagelijks meerdere malen langs deze haag en kunnen zij pakken van de gewassen die ze nodig hebben. Voor geiten kan een apart ‘knabbelbosje’ interessant zijn, waar ze periodiek in los kunnen lopen.
Nog te vroeg voor trends. De resultaten van vier demobedrijven zullen in de komende jaren pas echt goed zichtbaar worden. Valckx geeft aan dat het nu nog te vroeg is om trends te zien en dat de ervaring leert dat voederbomen heel bedrijfsspecifiek ingezet moeten worden.
Meer weten? Je kan ‘Webinar 8. Voederbomen voor bio-herkauwers’ terugkijken op: www.bio-beurs.nl of www.bioacademy.nl, of via: www.wimgovaertsenco.be/voederbomen/
Demodag ‘Voederbomen voor bio-herkauwers
Op vrijdag 21 april 2022 is er een afsluitende demodag van het CCBT-project ‘Voederbomen voor bio-herkauwers’. Deze vindt plaats op Geitenbedrijf ʼt Goerenhof, Goeslaerstraat 33 in Lummen (Belgisch Limburg). Aanmelden kan door een mail te sturen naar jan@wimgovaertsenco.be.
Er is een rondleiding op het bedrijf met voederhagen en knabbelbosje voor melkgeiten, met als functies mineralenvoorziening, maagdarmwormonderdrukking en schaduw. De boomsoortenkeuze is op basis van bedrijfsspecifieke aandachtspunten. Er worden filmpjes over voederbomen getoond en er wordt een brochure uitgereikt.
Tekst: Jesse Opdam
Beeld: Jan Valckx