Op proefperceel blijven organische stofgehalte en totale hoeveelheid bodemstikstof op peil
Stikstof telen
Als we in de biologische sector geen stikstofkunstmest willen toepassen, staan ons twee dingen te doen. Zelf stikstof invangen met vlinderbloemigen en zo zorgvuldig mogelijk omgaan met de stikstof die we in het bedrijf brengen. Akkerbouw, veehouderij of een samenwerking daarbinnen, de opdracht blijft hetzelfde. Kan een akkerbouwbedrijf zonder dierlijke mest succesvol opereren? Het antwoord luidt: ja. Dat maken we duidelijk aan de hand van twee bedrijven: proefboerderij Kollumerwaard en akkerbouwbedrijf Zonnegoed.
Planty Organic is de naam van het proefveld van 5 hectare aangelegd op proefboerderij Kollumerwaard. Hier ligt sinds 2012 een biologische akkerbouwvruchtwisseling zonder dierlijke mest. Het is een initiatief van telersvereniging Biowad. De centrale vraag is: hoe ver kun je komen met uitsluitend eigen stikstof? De zesjarige vruchtvolgorde staat in figuur 1. De gerealiseerde gemiddelde opbrengsten staan in tabel 1. De stikstofbalans per hectare als gemiddelde van 8 jaar en zes percelen staat in tabel 2.
Figuur 1:
1, 2, 13 = klaver-luzernemengsel; 4, 9 = groenbemester zonder vlinderbloemige component; 7, 11 = groenbemester met vlinderbloemige component.
3 = pompoen; 5/6 = mengteelt tarwe-veldboon; 8 = winterpeen; 10 = haver; 12 = pootaardappel
A, B C = maaimeststof van eigen bedrijf (gewas 1) respectievelijk 2, 3 en 4 ton droge stof per hectare
Tabel 1 Gemiddelde opbrengst 8 jaar proefveld
Tabel 2 Stikstofbalans gemiddeld over 8 jaar
In dit bedrijf gebeurt niets speciaals, behalve dan dat de klaver-luzerne niet aan een veehouderij wordt verkocht maar op het eigen bedrijf als groene maaimeststof wordt ingezet. Wel speciaal is de zorgvuldige keuze van gewassen, de inrichting van de vruchtvolgorde en de maximale inzet van groenbemesters. Daarbij is er veel aandacht voor bodemstructuur: vaste rijpaden op 3.20 meter en niet-kerende grondbewerking.
Er is nu acht jaar gewerkt volgens dit systeem. Jaarlijkse wordt de bodemvruchtbaarheid gemeten op alle zes de percelen. Inmiddels staat vast dat er niet wordt ingeteerd op bodemvruchtbaarheid. Het organische stofgehalte van de grond en de totale hoeveelheid bodemstikstof blijven op peil (zie grafiek)
Grafiek: Metingen en trendlijn bodem organische stof 0-30 cm
Zonnegoed is het biodynamische akkerbouwbedrijf van Joost van Strien in Ens in de Noordoostpolder. Op 90 ha lichte zavel met inmiddels 3,1 procent organische stof teelt hij diverse rooi- en groentegewassen. Luzerne/klaver/gras is een vast onderdeel van de vruchtwisseling, net als de vlinderbloemige hoofdgewassen doperwt en sperzieboon. Het groenvoer wordt verkocht, en mest wordt aangekocht. De mineralenbalans is sluitend door gebruik van compost van reststromen uit de buurt. Joost gebruikt al jarenlang maaimeststoffen van eigen bedrijf. Dit jaar zet hij de stap om volledig over te schakelen naar eigen groene mest. Dat scheelt een boel vrachtritten. Maar kan het uit? Een berekening op basis van stikstofbehoefte laat zien dat er met 25 procent aandeel maaimeststof in het bouwplan méér dan genoeg stikstof beschikbaar is (zie tabel 3).
Tabel 3
‘Hoe ver kun je komen met uitsluitend eigen stikstof?’
Uit langjarige ervaring levert de maaimeststof 30 ton per hectare (33 % d.s.) met daarin 300 kg stikstof. Gemiddeld over het bedrijf is dat 75 kg N per hectare. Dat dekt dus ruimschoots de berekende behoefte van 47 kg per hectare gemiddeld over het bedrijf. Als het op bedrijfsniveau past, klopt het dan ook voor de afzonderlijke teelten? Dat is doorgerekend met de App Ndicea (www.ndicea.nl). Doorrekening met dit model levert hetzelfde beeld op als de berekening van Joost: er is voldoende stikstof om de veronderstelde opbrengsten ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. De extra kosten van het systeem met maaimeststoffen ten opzichte van 50/50 potstalmest/drijfmest bedragen € 150,- per hectare, berekend naar de huidige prijzen van biologische mest. Goedkoper zal de biologische mest zeker niet worden bij uitvoering van de voorgenomen uitfasering van gangbare mest en strooisel.
De conclusie is dat onder goede bodemomstandigheden een mestloze akkerbouw zeer goed mogelijk is. Op beide bedrijven wordt invulling gegeven aan de genoemde meerdere opgaven voor de biologische landbouw als geheel: zelf stikstof winnen, de ingebrachte stikstof zo zorgvuldig mogelijk behandelen en daarmee de stikstof zo goed mogelijk benutten. Natuurlijke processen zoals stikstoffixatie, organische stofopbouw en -afbraak en permanent groen land; techniek zoals vaste rijpaden en niet-kerende grondbewerking; en kennis zoals een uitgekiend bouwplan en vruchtvolgorde zijn de sleutels voor succes.
‘De extra kosten van het systeem met maaimeststoffen bedragen € 150,- per hectare’
Maaimeststoffen
Een maaimeststof bestaat doorgaans uit een snede van groenbedekkers. Deze groene biomassa kun je als meststof op een perceel elders gebruiken. Een maaimestsof levert stikstof, waardoor aanvullende bemesting veelal niet nodig is. Vaak bestaat een maaimeststof uit een vlinderbloemige, die je na de oogst als bemesting op een ander perceel brengt. Het Vlaamse Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) heeft in een meerjarig onderzoeksproject gekeken wat die maaimeststoffen betekenen voor de stikstofvoorziening van een gewas. Wat is het effect van de manier waarop de meststof wordt toegediend? Wat is de kwaliteit van die meststof? Voor de kwaliteit van de maaimeststof is de verhouding koolstof - stikstof belangrijk, de C/N-verhouding. Over het algemeen is het zo dat de organische stof gemakkelijker wordt omgezet wanneer er in verhouding meer stikstof aanwezig is, oftewel wanneer het getal van de C/N-verhouding kleiner is. Maar voor de vertering zijn meer factoren van belang, zoals het droge stofgehalte en bodemeigenschappen. Hoe de stikstofnawerking van die maaimeststoffen precies uitpakt is lastig te voorspellen. De veldomstandigheden spelen hierin een belangrijke rol. Omdat de maaimeststoffen ook bijdragen aan de opbouw van organische stof in de bodem, zal het stikstofleverend vermogen van de bodem toenemen. Maaimeststoffen hebben in vergelijking met stalmest het voordeel dat er per eenheid meer stikstof dan fosfaat wordt afgevoerd. Ten opzichte van runderstalmest is de verhouding N/P2O5 gunstiger, voor maaimeststof is dit circa 3,3 en voor runderstalmest gemiddeld 2,4.
Stikstof Telen
Binnen het project ‘Stikstof Telen’ wordt een natuurinclusief en circulair akkerbouwsysteem ontwikkeld en overdraagbaar gemaakt met maximale inzet van natuurlijke processen en resulterend in minimale (milieu-)verliezen en met marktconforme opbrengsten. Eind 2020 loopt het project af. Daarmee zal ook een einde komen aan het proefveld Planty Organic dat sinds 2012 functioneert op het proefbedrijf Kollumerwaard. Dat zou jammer zijn omdat het proefveld een uitstekende basis vormt voor vervolgonderzoek. Er liggen nu drie opties.
- Verder gaan als regionaal kringloopbedrijf met compost- of bokashiaanvoer tot fosfaatevenwicht en een extensiever monitoringsschema.
- Veldonderzoek naar fosfaatbeschikbaarheid en fosfaatmobilisatie in een situatie met lage fosfaataanvoer
- Verdere optimalisatie van het systeem met maaimeststoffen met het oog op kostenbesparing: winning, bewaring en uitrijden is een relatief duur en energie-intensief proces.
Wilt u hierbij aanhaken of heeft u ideeën neem dan contact op met de onderzoeker burgt@spna.nl
Tekst: Geert jan van der Burgt, Joost van Strien
Beeld: Geert jan van der Burgt, Joost van Strien