Zelfoogsttuin op grens van regels
Aanleiding is de vraag ‘ik ga een zelfoogsttuin starten in het buitengebied met een agrarische bestemming. De gemeente twijfelt of dit mag.’
In Nederland is het zo geregeld dat boeren en tuinders in het buitengebied mogen bouwen omdat ze grond nodig hebben. De landbouwgronden zelf zijn daarom bijna overal bestemd voor agrarische bedrijven, en niet voor ‘hobbyboeren’. Daarom wordt eerst getoetst of je een echte agrarische ondernemer bent of een hobbyboer. Soms vraagt de gemeente hiervoor een onafhankelijk landbouwadvies. Als adviseur krijg ik deze vragen soms ook.
Ten eerste: wat bedoel je zelf? Bij de term zelfoogsttuin kan de gemeente denken dat het om een ‘zelfpluktuin’ gaat. De term ‘zelfpluktuin’ zie ik als term van agrarische bedrijven of tuinders om bezoekers iets te laten plukken, zoals bloemen of aardbeien, als een belevings- of recreatieve activiteit. De echte oogst en het verzorgen van de gewassen doet de hoofdgebruiker zelf. De term ‘zelfoogsttuin’ is een ander concept: hierin verzorgt een professionele tuinder de grond en de gewassen –meestal groenten– , en zorgt hij of zij dat alles klaar is om te oogsten. Kern is dat een vaste groep deelnemers alle gewassen oogst door zelfwerkzaamheid, gedurende de oogstperiode van mei tot in oktober. Dit concept is dus weer iets anders dan een ‘groentenabonnement’ waarbij de tuinder alles oogst en een pakketje van gewassen in tas of kist voor de klant klaarzet. Hoe kijkt de gemeente er nu naar?
‘Bij de term ‘zelfoogsttuin’ kan de gemeente denken dat het om een ‘zelfpluktuin’ gaat.’
Een zelfpluktuin en een groentenabonnement zijn onderdeel van een bedrijf. De gemeente kijkt of je een volwaardig bedrijf bent en of tuinbouw op die plek mag. In open weidevogelland is omzetten van gras naar tuinbouw een lastig punt. Als tuinbouw op de plek wel mag: is een zelfoogsttuin of tuin die geheel door consumenten wordt gerund, wel of niet een bedrijf? Veel gemeenten zijn blij met het initiatief en zullen de teelt niet tegenhouden. Maar wil je een tunnelkas of een gebouwtje dan gaat vaak de deur dicht want ‘geen bedrijf’. Elke gemeente heeft ervaring met allerlei soorten gekke bouwsels, dus je snapt dat ze dit niet willen. Soms lukt een ‘bouwkeet’ voor het plukseizoen.
Het slimste is om aan te haken bij een bestaand bedrijf waarvan ook het erf deels is te gebruiken. Ook is het steeds van belang aan te geven dat het geen volkstuintjes zijn (een volkstuin is namelijk geen landbouw) of een natuurterrein wordt (ook geen landbouw). Tot slot, elke wet heeft regels die los staan van andere wetten. Dat de vraagsteller een bedrijf is voor de belastingdienst of moet zijn ingeschreven als bedrijf bij de Kamer van Koophandel, heeft geen betekenis voor woordje ‘bedrijf’ bij het grondgebruik in de bestemming (die bestemming is op adresniveau te vinden op ruimtelijkeplannen.nl). Het is raadzaam eerst zelf je bestemming en de gemeentelijke visie te bekijken voordat je gaat praten of je plan indient. Een verkeerde indruk is lastig weer te veranderen.
Startersdag 16 mei 2020: de Hoge Born in Wageningen. Geef je op via www.landgilde.nl
Tekst: Helmer Wieringa