Stikstofcrisis zet discussie over productie versus ecologische inpassing op scherp
“Geluid biosector ontbreekt in publieke debat”
Was je verrast door alle aandacht?
J.W. Erisman: “Ja, het leeft veel meer dan ik vooraf kon bevroeden. En dat de maatregelen zo strak uitpakten had ik zeker niet verwacht. De stikstofproblematiek in relatie tot de landbouw is zeker niet nieuw voor mij. Zelf ben ik direct betrokken bij de transitie op Schiermonnikoog. Hier kiezen de boeren voor inkrimping van de veestapel waardoor de ammoniakemissie afneemt. De natuur op het eiland is hierbij gebaat. De veehouderij in Nederland zal een stap terug moeten doen. Deze boodschap levert de nodige weerstand op maar inkrimpen is onvermijdelijk.”
Doet biologisch het beter?
“Nee, biologische boeren doen het niet per definitie beter. Zeker als je emissie berekent per kilo product. Daarom pleit ik voor een meer integrale benadering. Leg de focus niet op emissies per kilo product, maar kijk naar het grondgebruik en impact per hectare. In dit geval probeer je verliezen te verminderen, de input van stikstof te beperken en de aanvoer van grondstoffen voor veevoer af te bouwen. In Nederland zijn agrariërs, zo ook de biologische boeren, productiegericht bezig. Dit is niet verwonderlijk, maar dit past niet in een agro-ecologische benadering die gericht is op behoud van de kwaliteit van bodem, lucht, water en het landschap. Bovendien vraagt de maatschappij iets anders. Door de bodem en bodemprocessen centraal te stellen, krijg je een andere invulling en daarmee betere benutting van stikstof. De uitdaging is om stikstof zoveel mogelijk uit de directe omgeving te betrekken. Door gebruik van vlinderbloemigen haal je de stikstof via binding binnen op eigen bedrijf. Invoer van stikstof van verder weg geeft snel een negatieve balans. Zoek het voor zowel de invoer van grondstoffen als ook de afzet van de producten wat dichter bij huis. We zijn teveel gericht op export, al blijft er altijd wel product over dat buiten de eigen regio afgezet kan worden.”
“Als je emissie berekent per kilo product, doen biologische boeren het niet per definitie beter.”
Hoe kan het beter?
“Door de focus te verleggen en meer te gaan werken vanuit de bodem en een bedrijfssysteem passend in de omgeving. In dat geval maakt een stal deel uit van het bedrijfssysteem en de stal hoeft dan niet hermetisch te worden afgesloten inclusief luchtwassers, mits je maar als bedrijf binnen de grenzen blijft. Koeien veel en lang beweiden en zo mogelijk ook in de stal vaste mest en urine apart houden. Je kunt niet op alle onderdelen het beste zijn, maar wel invulling geven aan een productiesysteem dat aansluit op de omgeving en maatschappelijke wensen.”
Hoe bereiken we dat?
“We moeten stoppen met middelvoorschriften en juist wel meer aandacht besteden aan de ecologische principes en lange termijndoelen vaststellen. Dit vraagt om stimulansen om spaarzaam te zijn met invoer van grondstoffen en zuinig op onze bronnen die veelal eindig zijn. Biologisch boeren betekent meer dan alleen aan de Skal regels voldoen. Vanuit marktperspectief is het verleidelijk om van gangbaar naar biologisch om te schakelen. Maar dit geeft niet per definitie invulling aan maatschappelijke waarden en wensen. Op dit gebied heeft biologische landbouw een uitdaging. Het vraagt om motivatie en bundeling van krachten. In het publieke debat mis ik dit geluid vanuit de sector.”
“Door de bodem en bodemprocessen centraal te stellen, krijg je een andere invulling en daarmee betere benutting van stikstof.”
Tekst: Leen Janmaat