Moet Brabantse biologische boer veld ruimen door zwalkend stikstofbeleid?
Biologische melkveehouder Sjaak Sprangers uit Kaatsheuvel (NB) vertelde het treffend tijdens een bijeenkomst maandagavond van De Nieuwe Denktank (zie kader) in Nieuwspoort, naast de Tweede Kamer aan de Bezuidenhoutseweg. De Brabander melkt zeventig Jersey-koeien en doet onder meer aan agroforestry.
„Ik zit met mijn bedrijf naast een Natura 2000-gebied en in een Nationaal Park”, vertelde hij. „Dat kan als een bedreiging voelen, maar niemand wil ons weghebben. De provincie Brabant niet, de terreinbeherende organisaties (tbo’s) niet en de plattelandsbewoners niet. En toch staan we volgens de landelijke overheid op de nominatie om opgedoekt te worden, omdat we stikstof op dat natuurgebied uitstoten.”
Intensieve samenwerking
Sprangers doelt daarbij op ‘het stikstofkaartje’ van Van der Wal en de latere ‘zonering’ van Remkes. Waar is wel ruimte voor veehouderij en waar niet? Er wordt daarbij volgens Sprangers niet gekeken hoe extensief, natuurinclusief of biologisch een bedrijf werkt. Hij heeft samen met andere veehouders ‘Duinboeren’ opgericht om sterker te staan nabij natuurgebied Loonse en Drunense Duinen. „We werken nu intensief samen met terrein beherende organisaties zoals Brabants Landschap en Natuurmonumenten. Ons vee begraast natuurgrond. We brengen natuur terug door grasklaver niet te bemesten en zo grond te verschralen. Zo’n organisatie als Brabants Landschap of Natuurmonumenten zou nooit meer kiezen voor afgraven, want de natuurkwaliteit die nu ontstaat is groter.”
Hij geeft aan dat in het gebied rond Kaatsheuvel al veel is gebeurd. Het percentage biologische bedrijven is hoog. De intensievere bedrijven zijn volgens Sprangers al lang en breed uit de schil rondom het natuurgebied vertrokken. Naar Polen. Naar Oost-Duitsland. Of ze hadden geen opvolger en zijn gestopt. „Dat maakt het zo crue. Dit stikstofbeleid treft het midden- en kleinbedrijf met de koeien in de wei. Dat besef wil maar niet indalen.”
Blijvend grasland
Door de regionale steun verwacht Sprangers niet weg te hoeven. Hij werkt grondgebonden, met blijvend grasland. „Ik heb niks tegen akkerbouw, maar akkerbouw heeft wel een aantal nadelen ten opzichte van blijvend grasland zo dichtbij een natuurgebied. Dat is bijvoorbeeld kunstmest, het organisch stofgehalte in de bodem gaat omlaag en het gebruik van bestrijdingsmiddelen. En als ik met mijn bedrijf weg moet, zijn het de akkerbouwers die de grond opkopen. Zij bieden namelijk het meeste geld.”
Melkveehouder Alien van Zijtveld (ook secretaris bij Agractie, zie tweede kader) melkt net iets meer dan 100 koeien in Rouveen (OV). „Om de regeldruk het hoofd te bieden moeten we wel extra koeien gaan melken. Een voorbeeld is een emissiearme vloer. In Brabant zelfs verplicht per 2024. Terwijl zo’n vloer nooit bewezen effectief is gebleken. Maar zo’n investering moet terug worden verdiend, dus dat betekent in mijn geval extra melk produceren om extra geld binnen te krijgen.”
Slingeren van rechts naar links
Zwalkend beleid, geeft Van Zijtveld aan. „Ik zat laatst met mijn dochter van zes jaar oud op de trekker. We waren aan het maaien, reden midden op het weiland. Ik liet haar gecontroleerd een stukje sturen. Ze begon te slingeren. Moest corrigeren en slingerde de andere kant op. Van links naar rechts. Ik zei, kies een stip en kijk recht vooruit. Ze keek naar een boom in de verte en stuurde kaarsrecht. Als er een stip aan de horizon is, kunnen wij daar op het bedrijf veel beter op bouwen zonder dat we ons in allerlei aparte bochten hoeven te wringen.”
Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt beaamde het verhaal van Van Zijtveld. „Er is visie nodig. En daarmee moet bepaald worden welke kant we op willen”, zei hij in de discussie na afloop van het sprekersgedeelte. Even daarvoor hield hij een pleidooi voor een ecologische autoriteit met een rechte rug en ageerde de politicus tegen het plan van Remkes. „Ook het rapport van Remkes gaat het verschil niet maken. Er wordt ook daarin te veel vastgehouden aan de modeluitkomsten uit het stikstofrekenprogramma Aerius.”
Pure fictie
Het Aerius-model is volgens Omtzigt een goed hulpmiddel, maar dat de uitkomsten ervan nu zo gedetailleerd worden gebruikt ‘is te bizar voor woorden’, volgens het onafhankelijke Tweede Kamelid. „Daarnaast is binnen één jaar 500 piekbelasters uitkopen pure fictie. Aan onteigenen zitten zoveel haken en ogen, vooral als het aankomt op stikstof. Een voorbeeld. Bij het aanleggen van een weg gaat het om een democratisch besloten proces. Iedereen is het er dan over eens dat die weg daar hoort te liggen. Bij stikstof zit dat anders. De significantie van de uitstoot is moeilijk aan te tonen. En waarom het ene bedrijf wel, en het andere bedrijf niet?” Conclusie van de Twentenaar: iemand die wordt onteigend vanwege stikstof en daar tegen procedeert, staat sterk.
Omtzigt krijgt in Den Haag deels bijval van WUR-onderzoeker Leen Hordijk, bekend van de stikstofcommissie Hordijk. „De Kritische Depositie Waarde is een indicator voor risico en op die manier moet het ook worden gebruikt. De KDW is niet doelgeschikt. We gebruiken de consumentenprijzenindex ook niet om de prijzen van de boodschappen te bepalen.”
Zure regen
Overigens twijfelt Hordijk er niet aan dat de KDW’s voor natuurgebieden kloppen. „Daar is ontzettend veel onderzoek naar gedaan, de KDW is goed onderbouwd. De KDW’s kloppen, alleen het gebruik in de wet niet.” Hij geeft daarvoor als voorbeeld de aanpak van ‘zure regen’, waarbij negentig procent van de zwaveluitstoot naar beneden is gebracht. „Toen is de KDW wel als een risico-indicator gebruikt, dat leidde onder meer tot het verplicht maken van katalysatoren in automotors.”
Hordijk is net als Omtzigt een voorstander van een ecologische autoriteit met een rechte rug, die niet te veel wordt beïnvloed door lobbygroeperingen. „Ik wil er duidelijk over zijn. Stikstof is weldegelijk een probleem. We kregen als wetenschappers in de jaren 90’ al de vraag om wat aan die stikstofuitstoot te doen. En als we in dit systeem blijven zitten krijgen we over twintig jaar die vraag nog, terwijl dat niet nodig is als de systematiek zou veranderen.”
In dit artikel stond eerder dat Alien van Zijtveld een extra locatie heeft aangekocht, maar dat was foutief.
Burgerinitiatief De Nieuwe Denktank is open over intenties: ‘Publieke debat beïnvloeden’
De bijeenkomst in Den Haag dinsdagavond werd georganiseerd vanwege een boek van stichting De Nieuwe Denktank (DND) met de titel: ‘Stikstof: Van technocratische tunnelvisie naar realistisch rentmeesterschap’. Het burgerinitiatief, voortgekomen uit ontevredenheid over het huidige beleid, wil de publieke opinie beïnvloeden over onderwerpen waarover op de lange termijn mogelijk een parlementaire enquête wordt gehouden.
In Den Haag kreeg de groep burgers een steuntje in de rug van Pieter Omtzigt. „Dit is de manier waarop het publieke debat zou moeten worden gevoerd. Van onderaf. Daarom waardeer ik ontzettend dit soort initiatieven en ik weet ook hoeveel tijd het kost zo’n boek te schrijven en onderzoek te doen.”
Andere visie
Punt van kritiek was er ook van Omtzigt. Tijdens de debatavond waren er veel gelijkgestemden. Daardoor werd het in de zaal nooit echt spannend. Omtzigt: „Ik had het wel mooi gevonden als hier nog een andere denktank was geweest met een andere visie.”
DND richt zich niet alleen op stikstof. Verschillende werkgroepen zijn in schaarse vrije tijd bezig met verschillende onderwerpen. Voor het stikstofboek zijn onder meer boeren geïnterviewd, zoals bijvoorbeeld Sjaak Sprangers (zie hoofdverhaal).
Zes gedeelde waarden
Marinus den Hartogh schreef mee aan het boek. De Wierdense geoloog geeft aan dat DND niet in de hoek moet worden gezet van complotdenkers. „We ontkennen het stikstofprobleem niet, maar de gedeelde waarden die we als maatschappij hebben zijn in dit vraagstuk uit het oog verloren.”
De gedeelde waarden zijn voedselzekerheid, een gezonde natuur, florerende lokale gemeenschappen, economische levensvatbaarheid en bestaanszekerheid en dierenwelzijn. Na een uitvoerig onderzoek, beschreven in het boek, komt Den Hartogh tot de conclusie dat het huidige stikstofbeleid niet gaat werken. „Alleen is er niet de wil om direct wat te veranderen. Want dan moet er flink geïnvesteerd worden in bijvoorbeeld meetnetten, controles binnen natuurgebieden op het beheer en meer van dat soort zaken. Terwijl dit nu aan de andere kant (opkopen van boerenbedrijven) heel veel geld gaat kosten en zorgt voor een kaalslag. Dat bedoelen we met die tunnelvisie.”
Van Zijtveld: 'Agractie gaat verder dan dit boek'
Melkveehoudster Alien van Zijtveld is niet alleen boerin, maar ook secretaris van boerenactiegroep Agractie. De bestuurster werkt voor die organisatie op de achtergrond aan een stikstofplan. Agractie voert ook regelmatig gesprekken met het kabinet en zat net als bijvoorbeeld Bionext en Biohuis als gesprekspartner aan tafel bij Johan Remkes.
„We pleiten er al langer voor dat de KDW uit de wet moet worden gehaald, juist omdat we voor een sterke natuur zijn", vertelt Van Zijtveld. „We nemen natuurbescherming serieus. De KDW is te rigide en te eenzijdig. We lopen kans dat we veel geld uitgeven en toch niks bereiken. Er zijn veel meer factoren van invloed op de staat van de natuur dan stikstof alleen."
Ze noemt onder meer waterkwaliteit, droogte, de lengte van droge periodes, wateronttrekking, woningbouw en verkeersdrukte. „Het boek van de Nieuwe Dentank schetst dat probleem, maar de grote vraag is wel: hoe nu verder? Daarin is Agractie al iets verder. Gebiedsanalyses moeten van een update worden voorzien, de ecologische autoriteit moet optreden als handhaver voor tbo's en een rechte rug hebben. Er moeten generieke maatregelen komen die geborgd zijn, zodat er stikstofruimte ontstaat."
Volgens Van Zijtveld is Agractie momenteel het plan verder aan het uitdenken. „Daarbij willen we niet blijven hangen in algemeenheden. We staan voor een levensvatbare agrarische sector én goede natuur."