Groeimarkt voor biologische vleeskuikens
Ongeveer de helft van het biologische kippenvlees komt uit Italië, Frankrijk, Belgie en Duitsland. Nederland is bij lange na niet zelfvoorzienend. Retailers hechten steeds meer waarde aan vlees van eigen bodem. Herkomst wordt duidelijk zichtbaar op de verpakking vermeld. Daar waar de Nederlandse consument in deze economisch moeilijke tijden op de portemonnee lijkt te letten, wordt er voor de biokip toch nog goed betaald. Theo Snetselaar van AgruniekRijnvallei: „in Nederland is ongeveer 2 procent van het totaal verbruik biologisch. Daarbij is de biokip in de supermarkt altijd al een stuk duurder dan gangbaar geweest, vanwege de moeilijkheid van de zogenaamde vierkantsverwaarding van kip. Hiermee is het bij uitstek een product dat door de principiële consument heel bewust wordt gekocht. Deze harde kern blijft blijkbaar dit product kopen”.
Lastige combinatie
Om biologisch pluimvee te houden is een bestemming voor intensieve veehouderij nodig, in combinatie met voldoende grond voor de uitloop. Snetselaar: „deze combinatie blijft lastig. Zo zijn er akkerbouwers die vaak interesse hebben in een tweede tak , maar geen vergunning krijgen. Bestaande pluimveehouders willen soms wel omschakelen, maar hebben niet altijd voldoende ruimte om aan de eisen voor bio te voldoen”. Kansen zouden er volgens Snetselaar ook liggen voor stoppende kalver- of varkenshouders. Zij hebben soms de ruimte en in ieder geval de juiste bestemming.