Bionext biedt minister Adema op 19 december een plan aan
Wilde: ‘We moeten de consument geen keus meer geven: biologisch moet gewoon!’
Het grootste deel van de deelnemers aan het webinar was akkerbouwer (41 procent) en veehouder (11 procent). Zeventig procent van de gangbaar werkende boeren gaf aan te overwegen over te schakelen op biologische teelt. De grootste uitdaging voor de gangbare sector is het verdwijnen van chemie (42 procent) en de druk vanuit de maatschappij (25 procent).
Marktontwikkeling belangrijk
Rusthoeve en Delphy gaan de komende twee jaar, in opdracht van Provincie Zeeland, werken aan het testen en stimuleren van duurzame teeltmethoden en telers ondersteunen naar een eventuele omschakeling en marktontwikkeling. Dat doen zij in samenwerking met Bionext en de Vereniging voor Biologische Boeren Zuid-West Nederland, ZLTO en FoodDelta Zeeland. „Het is nodig dat de Zeeuwse landbouw blijft verduurzamen. In de toekomst is er minder ruimte voor gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest. We gaan uitzoeken hoe we daarmee om moeten gaan,” stelt directeur Charlotte van Sluijs van Rusthoeve. In Colijnsplaat worden proefvelden aangelegd met aardappelen, uien en peen om de onkruidbeheersing in de biologische en gangbare landbouw te verbeteren.
Sector versterken
Landbouwgedeputeerde Jo-Annes de Bat ziet een aantal belangrijke hordes die nog genomen moeten worden op het gebied van afzet, consumenten en supermarkten juist nu de energiekosten zo hoog zijn waardoor consumenten minder biologische producten kopen. Daarom verwacht hij veel van het aankomende project. „We moeten de biologische landbouw versterken en de gangbare sector daarin meenemen.”
Landbouw failliet
Directeur Michaël Wilde van de ketenorganisatie van de biologische sector Bionext heeft een uitgesprokener mening. „We zitten in een overgangsfase waarin we afscheid moeten nemen van een niet werkend, failliet systeem en toe moeten naar een nieuw biologisch voedselsysteem met minder kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. Door de oplopende financiële lasten in Nederland is er nu even een afnemende markt voor biologische producten, maar ik verwacht dat dat in 2023 weer aantrekt. Ons verhaal, waarin de bodem en de dieren centraal staan, is een goed en toekomstbestendig verhaal. Biologisch is niet de enige mogelijkheid, maar wij willen kennis delen en samenwerken. Het moet anders! Volgens de Verenigde Naties is doorgaan met grootschalige industriële landbouw gevaarlijk en kunnen we de groeiende wereldbevolking niet voeden als we op deze manier door blijven gaan. Volgens de Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO) zijn er vijf toekomstbestendige voedselproducties: biologisch, agroforestry, natuurinclusief, agro ecologie en no tillage. En de Europese Commissie vindt dat een kwart van het areaal in 2030 biologisch moet zijn.”
Omslag moet
Wilde vertelde dat op 19 december een actieplan voor 2030 wordt overhandigd aan minister Piet Adema en dat hij daarvoor steun verwacht van de overheid. „De supermarkten willen wel meer biologische producten verkopen, maar zij beweren dat de consument niet wil. De consument vindt het fantastisch, maar te duur. De politiek zegt ‘ja’ tegen meer biologisch, maar vindt dat de markt het moet doen. Ik vind dat we de consument geen keus meer moeten geven. Voor de wereld van morgen moet dit gewoon! Ons huidige voedselsysteem is eigenlijk failliet! Over pakweg tien jaar kijken we terug naar nu en zullen we ons erover verbazen dat we 80 procent dierlijke eiwitten aten en zo afhankelijk waren van chemie en kunstmest.” Hij verwacht dat het komend jaar het prijsverschil tussen gangbare en biologische producten kleiner wordt.
Geen kopers gevonden
Biologische boer Dick Harinck uit Kloetinge heeft 50 hectare grond en teelt sinds 2016 gefaseerd op biologische wijze. Hij heeft een uitgebreid teeltplan met aardappelen, uien, peen, cichorei, luzerne en bonen/erwten en werkt sinds twee jaar ploegloos. „Ik wilde geen gangbare akkerbouw toen ik het bedrijf van mijn vader overnam. Het was ook te klein om ervan te leven. Omschakelen naar biologische bedrijfsvoering paste ook bij mij, maar het duurde wel een paar jaar voor ik er een goede boterham aan kon verdienen.”
Harinck vindt dat chemie en kunstmest niet in de grond horen. Hij ziet zijn bodem nu steeds meer tot leven komen. „Het probleem is dat ik voor mijn biologisch frietaardappelen en uien geen kopers in Zeeland vond. Voortaan zaai ik pas als ik een afnemer heb. Ik wil weten waar ik aan toe ben.” De akkerbouwer is blij met de subsidies die de provincie verstrekt maar ziet meer heil in hulp voor zijn afzet. Ook zou hij meer mest uit Zeeland af willen nemen.
Tekst: Ellen De Vriend
Journalist, eindredacteur van diverse kranten en auteur in Zeeland. Schrijft freelance voor het vakblad Stal en Akker bij Agrio.
Beeld: Susan Rexwinkel