Botsen eco-regeling en het ANLb? ‘Nee, het kan elkaar juist versterken’
In 2023 start een nieuwe zesjarige periode van het stelsel voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb), dat wordt uitgevoerd via de agrarische collectieven waar BoerenNatuur de koepelorganisatie van is. Dit gaat gelijk op met de nieuwe eco-regeling, waarbij boeren naast een basispremie per hectare land voor de voedselzekerheid extra aanspraak maken op Europees geld voor inspanningen op het gebied van landschap, biodiversiteit, bodem, klimaat en water.
En dat levert spanningen op. Want voor vergelijkbare activiteiten die op hetzelfde perceel worden uitgevoerd, kunnen boeren niet uit beide regelingen een vergoeding krijgen. „In die gevallen moet een boer afwegen welk voorstel voor zijn of haar specifieke bedrijfssituatie (financieel) het best uitpakt”, vertelt Alex Datema, melkveehouder en voorzitter van BoerenNatuur.
Verkeerde signalen
Wat moet een boer die aanspraak maakt op beide regelingen? Een agrariër krijgt maar via één regeling een beloning in de vorm van geld. „Dat is de afweging die op bedrijfsniveau moet worden gemaakt”, zegt Datema. „Maar we horen verkeerde signalen in het veld. Het ANLb moet al dit jaar zijn geregeld, maar sommige boeren wachten met inschrijven. Omdat ze niet weten wat een inschrijving van financiële consequenties heeft voor hun deelname aan de eco-regeling. Terwijl die twee regelingen zo zijn opgebouwd dat ze elkaar niet hoeven te bijten, en in sommige gevallen juist kunnen versterken.”
Ook Jetze Genee (projectleider GLB-NSP in Friesland) hoort verhalen van boeren die twijfelen over het ANLb. „Als het gaat om weidevogelbeheer valt het nog wel mee”, vertelt hij. „Het zit hem vooral in de akkerbouw en boeren met veel ANLb-beheer in landschap. Dat zijn de boeren die twijfelen, terwijl veel mogelijk is op beide terreinen. Het ANLb en de eco-regeling zijn zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Dit kan nog beter, zo worden er komend jaar nog ecoactiviteiten toegevoegd zodat de boer meer keuzemogelijkheden krijgt. Veel activiteiten uit het ANLb zijn stapelbaar op ecomaatregelen. Het probleem is alleen dat er nog geen tool is waarmee de financiële consequenties van een keuze in beeld worden gebracht. Een boer moet dus zelf achterhalen wat het betekent mee te doen aan een beheerpakket in het ANLb voor de premie van de eco-regeling. Dat is per boer een rekensom en lastig na te gaan, terwijl de gecombineerde opgave met daarin de keuzes voor de deelname aan de eco-regeling pas volgend jaar mei moet worden ingeleverd. Voor het ANLb moet juist nu (dit jaar nog, red) een keuze voor zes jaar worden gemaakt.”
Boerenlandvogels
Het is de grote vrees van Datema dat boeren geen ANLb-beheer aandurven. „Dat zou een flinke klap betekenen in die gebieden waar dit speelt voor de talloze boeren en vrijwilligers die de afgelopen jaren via de agrarische collectieven iets heel moois hebben opgebouwd. Die hard hebben gewerkt om al die boerenlandvogels terug te krijgen. Die de biodiversiteit hebben versterkt met landschapselementen. Het zou heel zonde zijn als daar nu gaten in worden geslagen.”
In het systeem van de eco-regeling krijgen boeren die meedoen aan het ANLb voor activiteiten die vergelijkbaar zijn en op hetzelfde perceel worden uitgevoerd wel de punten, maar geen waarde toegekend in de eco-regeling. Dit geldt echter maar voor een beperkt aantal beheerpakketten. Er zijn ook veel beheerpakketten waarbij er geen concurrentie optreedt tussen de eco-regeling en het ANLb. In die gevallen zijn de vergoedingen stapelbaar. Langjarig grasland als eco-activiteit kan bijvoorbeeld gecombineerd worden met het ANLb-pakket kruidenrijkgrasland, maar ook met het pakket legselbeheer. Eco-activiteit 'rustgewas' kan gecombineerd worden met het ANLb pakket 'kruidenrijke akker'.
Overgangsjaar
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft een tabel gemaakt om inzicht te geven in wat met elkaar overlapt en wat niet. Zodat boeren straks maximaal kunnen scoren of een gedegen afweging kunnen maken. Voor de eco-regeling is er een tool beschikbaar die gebruikt kan worden om nu alvast het een en ander uit te pluizen. Voor een harde afrekening als iets nog niet helemaal goed loopt, hoeven ze waarschijnlijk komend jaar nog niet bang te zijn. De afspraak is namelijk dat 2023 als een leerjaar of overgangsjaar gezien wordt.
Genee: „Het heeft allemaal lang geduurd voordat er wat duidelijk was over het nieuwe GLB én het nieuwe mestbeleid. We zijn in combinatie met het ANLb de eerste regeling die opengesteld wordt, terwijl de kaders nog niet helemaal volledig zijn. Daardoor is het soms schaatsen over dun ijs. Het is dan ook terecht dat 2023 een overgangsjaar wordt en we werken er in overleg met het ministerie én de RVO nu hard aan om wat in de Kamerbrieven staat daarover ook daadwerkelijk in de praktijk te brengen. Zodat er af en toe nog wat fouten mogen worden gemaakt, er wat ruimte is om uit te zoeken wat goed werkt.”
ANLb uitgebreid
Datema: „Voor BoerenNatuur is dat een belangrijk uitgangspunt. Zo blijft er ruimte om zowel via het ANLb als de ecoregeling te werken aan een maatschappelijke opgave." Genee: „Dat is ook waar de provincies en BoerenNatuur elkaar vinden. Het behalen van de provinciale opgaves in water, klimaat natuur en landschap in het agrarisch gebied wordt door inzet van het ANLb gerealiseerd. Wij hebben de collectieven en hun boeren daar hard bij nodig. En dat geldt voor de ecoregeling en het ANLb.”
Juist ook omdat de provincies en het ministerie er bij het ANLb nog een schepje bovenop doen. In budget en doelen. Door de groei in budget kan het aantal deelnemende boeren meegroeien. Daarnaast biedt de verbreding in doelen Klimaat en Water een ruimer kader om subsidie te verlenen. Het RVO schrijft daarover: ‘Er komt ruimte voor meer boeren om mee te doen. De provincies zetten de subsidieregelingen op en stellen de kaders en kerngebieden vast. De agrarische collectieven dienen subsidieaanvragen in. Waarin zij aangeven hoe zij op gebiedsniveau het agrarisch natuur- en landschapsbeheer gaan realiseren. De collectieven maken daarover afspraken door met de deelnemende boeren beheerpakketten af te sluiten.'
Die pakketten bestaan per gebied uit specifieke maatregelen – denk bijvoorbeeld aan ‘legselbeheer’, ‘kruidenrijk grasland’ en ‘hoog waterpeil’. Deze pakketten worden in samenwerking met BoerenNatuur ontwikkeld.