Tom Saat reageert op ‘schijndilemma’ van Ruud Hendriks
‘Biologische landbouw is de kringloopvorm bij uitstek’ volgens Saat
Tom Saat stuurde de volgende opinie in, als reactie op dit artikel van bodemkundige en praktor kringlooplandbouw Ruud Hendriks:
Dat er van elk landbouwbedrijf jaarlijks mineralen verdwijnen met de verkoop van de oogst behoeft geen betoog. En ook niet dat een deel daarvan op den duur aangevuld moeten worden. Elk jaar gaat er met de oogst fosfaat en kali het bedrijf af en terecht moet dan de vraag gesteld worden hoe dit weer aangevuld wordt. Deels gebeurt dat door de natuur zelf. Een landbouwbodem is geen statisch gegeven. Elke bodem heeft een natuurlijke erosie. Voor het bedrijf van Saat in Flevoland is berekend dat dit jaarlijks ongeveer 2 mm is. Dat betekent dat er jaarlijks aan de onderkant van de bouwvoor ook weer 2 mm beschikbaar komt. In Flevoland is dat al genoeg om de jaarlijkse onttrekking aan fosfaat weer te compenseren (35 kg per hectare). Dat geldt voor veel (rijkere) bodems in de wereld, maar inderdaad er zijn ook bodems die van nature minder goed bedeeld zijn of die van zo’n hoge leeftijd zijn, dat zij aanvulling behoeven. Fosfaat is in haar pure vorm (en wateroplosbaar) wereldwijd een schaars goed. In de afgelopen eeuw is daar op een roekeloze manier mee omgegaan. In Nederland heeft dat ertoe geleid dat veel boeren, door import van voornamelijk krachtvoer, zoveel fosfaat hebben aangevoerd dat er nu sprake is van fosfaatverzadigde bodems.
Te weinig impuls voor het wortelstel
Maar dat de pure fosfaatvoorraden op aarde zeer schaars zijn wil niet zeggen dat de fosfaatvoorziening op bodems die nu wel tegen een tekort aan dreigen te lopen, een groot probleem hoeft te zijn. De wereld beschikt over een schier oneindige hoeveelheid gesteentemelen, die onder andere een bescheiden maar voldoende hoeveelheid fosfaat bevatten (tussen 0,5 en 1 procent). Om dat fosfaat ook beschikbaar te krijgen voor de plant zijn wel een goed ontwikkeld bodemleven en wortelstelsel vereist. Planten moeten actief op zoek naar het mineralenaanbod. En daar wringt vaak de schoen. In een intensieve vruchtwisseling met te veel hakvruchten lukt het de planten niet om de gebonden mineralen beschikbaar te krijgen en in combinatie met een te hoog stikstofniveau krijgt het wortelgestel te weinig impuls om zich goed te ontwikkelen.
Bodemleven centraal in biologische landbouw
Het is heel begrijpelijk dat er in de gangbare landbouw vooral gezocht wordt naar mineralen uit reststromen, die makkelijk wateroplosbaar zijn en dus goed in de bemestingsstrategie passen.
In de biologische landbouw, althans zoals die bedacht is, staan niet de mineralen centraal maar juist de bodem en het leven daarin. En als die goed ontwikkeld zijn, kan mineralenvoorziening met gesteentemeel een prima oplossing zijn voor eventuele tekorten aan kali, kalk, sporenelementen of fosfaat. En dat is een veel schonere oplossing dan het terugbrengen van rioolslib op het land. Daarmee komen niet alleen de voornoemde mineralen maar ook alle medicijn- en andere chemische residuen mee terug naar het land.
Stikstof binnen de kringloop
Een heel ander verhaal is de stikstof. Juist voor stikstof (en de andere eiwit-elementen) is de kringloop binnen het eigen bedrijf, of het koppelbedrijf, van essentieel belang. Stikstof kan door vlinderbloemigen gebonden worden, die de verliezen naar de omgeving (grotendeels als het onschadelijke N2 naar de lucht) en naar de samenleving (oogstproducten) kunnen compenseren. In een min of meer gesloten kringloop waarin alle stikstof binnen de grenzen van het bedrijf wordt gegenereerd, komt het stikstofniveau uit rond de 100-120 kg N , afhankelijk van de verhouding veehouderij-akkerbouw. In een eerder artikel op Ekoland.nl heb ik toegelicht dat het huidige niveau van 170 kg per hectare alleen gehandhaafd kan worden als de sector afhankelijk blijft van hetzij import van gangbare mest of de massale import van biologisch krachtvoer uit het buitenland. Beide zijn uiteraard geen duurzaam alternatief.
Optimaal bodembeheer binnen kringlooplandbouw
Het enige wat wel werkt is om kringlooplandbouw serieus te nemen en dus het verlagen van de stikstofgift. Dat vraagt om optimaal bodembeheer en vakmanschap om goede opbrengsten te halen en dat is weer een voorwaarde om met de oneindige hoeveelheid gesteentemelen eventuele mineraaltekorten af te kunnen dekken. Tekorten die in de Nederlandse situatie, ook met de verschraling van natuurgebieden gedekt kunnen worden. In het laatste geval is dat naast een aanvulling van voornoemde mineralen ook een extra bron van stikstof. De route om vanuit de natuur aanvullingen voor tekorten te zoeken is veel aantrekkelijker en schoner dan de route via de samenleving. Het dilemma wat Ruud Hendriks voorlegt is daarmee een schijn-dilemma. De echte (gesloten) kringloop is die binnen het bedrijf. Helaas wordt die ook op biobedrijven nog maar mondjesmaat in praktijk gebracht.
Tekst: Tom Saat
Beeld: Dick Boschloo