Wintersterfte honingbijen hoogst sinds jaren
Grote lokale verschillen zijn opvallend
Op dit moment is WUR bezig met het verder analyseren van de enquêtegegevens. De data uit deze analyse kan antwoorden bieden op de vraag hoe bijensterfte kan worden tegengegaan. De resultaten worden later dit jaar verwacht.
Drachtverbetering
Een tekort aan voedsel is voor honingbijen en bijen in het algemeen een belangrijke reden van sterfte. Onvoldoende voedsel in de winter geeft problemen voor de kwaliteit van de larven en jonge bijen en de energievoorziening van het bijenvolk, met als gevolg verhongering of verkleumen door de kou. Bijenhouders horen de volken aan het einde van het seizoen op sterkte en gezondheid in te kunnen schatten en de bijen uiterlijk voor half september van voldoende voedsel te voorzien. Dit kan deels door middel van het bijvoeren van een suikeroplossing. Daarnaast is voldoende en een gevarieerd aanbod van stuifmeel in de zomer en het vroege najaar, essentieel voor de gezondheid van de winterbijen.
Het voedselaanbod, zowel de kwaliteit als de kwantiteit, loopt sterk terug door o.a. habitatverlies, vergrassing, stikstofdepositie en klimaatverandering. Samenwerkingen met partners als natuurbeheerders en overheden moeten het tij keren. Uiteraard kun je zelf ook iets doen door bijvoorbeeld je eigen tuin of balkon te vergroenen door bijvriendelijke planten aan te planten.
Plagen en ziekten
Andere oorzaken zijn plagen en ziekten. Honingbijen worden geteisterd door parasieten zoals bijvoorbeeld de Varroamijt. Het is aan de bijenhouder om hier actief naar te handelen. Dit kan door het toedienen van natuurlijke beschermingsmiddelen als door selectie op basis van gewenste eigenschappen. Onbehandelde volken starten doorgaans met zwakkere bijen aan de winterperiode en daarmee is de kans op uitval tijdens de winter groter. De NBV adviseert imkers dan ook om in principe het door WUR opgestelde 3-gangen menu te volgen dat concrete stappen van behandeling gedurende het seizoen voorschrijft. Het niet-behandelen van bijenvolken tegen de varroamijt is mogelijk, maar daar dient voldoende kennis en monitoring van de gezondheid van het volk aan ten grondslag te liggen.
Andere mogelijke factoren
Zoals gezegd is WUR bezig met het analyseren van de onderzoeksresultaten. Het is daarom nog niet met zekerheid te zeggen welke andere factoren een doorslaggevende rol spelen in de wintersterfte. Hierbij kun je denken aan de wisselvalligheid in temperaturen waarbij het kwik rond de jaarwisseling op plaatsen in het land boven 16° Celsius kwam. Deze weersinvloeden hebben direct een relatie tot de aanwezigheid van broed in het volk en de mate waarin de varroamijt kan floreren. Ook hier adviseert NBV de bijenhouder om actief de volken door het jaar heen te monitoren en te handelen zodra dit nodig is.
In het onderzoek is bijenhouders gevraagd naar voedselaanbod en bedrijfsvoering. Een relatie met gewasbeshermingsmiddelen is hier niet onderzocht.
Kennis over bijenhouden
Ondanks dat er vele factoren van invloed zijn op de gezondheid van een bijenvolk, is het in enkele gevallen onvermijdelijk dat een bijenvolk ten onder gaat. Belangrijk hierbij is wel dat de bijenhouder voldoende kennis moet hebben van de gezondheid van zijn of haar bijen en het drachtgebied rondom de bijenstal om de situatie nu en in de toekomst te verbeteren. Daarom roept de Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV) imkers op om cursussen en nascholingsdagen te volgen en zich te blijven verdiepen in de actuele ontwikkelingen.
Tekst: Anna Veltman
Opgegroeid op het gemengd biodynamische bedrijf van Warmonderhof. Gestudeerd aan de HAS in Dronten en Wageningen UR. Naast het werk op ons biologische akkerbouwbedrijf in Biddinghuizen ben ik werkzaam als redacteur voor Ekoland én trotse eigenaar van een hele grote mobiele kippenkar.
Beeld: Anna Veltman
Bron: Nederlandse Bijenhoudersvereniging