Potentieel van aaltjesbeheersing door gewasrotatie en – keuze in open groententeelt
Doctoraatsonderzoek van Lirette Taning (ILVO en UGent)
De open groenteteelt voor verse consumptie en industrie is een belangrijke economische activiteit in Vlaanderen. De Vlaamse diepvriesgroente industrie is zelfs wereldwijd marktleider. Door de sterke terugval in toegelaten chemische bodemontsmettingsmiddelen de afgelopen jaren, is de schade aan de gewassen door plantschadelijke aaltjes in de bodem sterk toegenomen. Onderzoekers van het Living lab Plant & Bodem van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek ILVO zetten in op geïntegreerde gewasbescherming (IPM) om de groei van de populaties te beheersen. Daarbij wordt o.a. gezocht naar resistente cultivars en groenbedekkers en de manier waarop die kunnen worden toegepast op het veld.
Spinazie biedt mogelijkheden om M. chitwoodi te beheersen
Taning vond dat voor spinazie er duidelijke verschillen zijn tussen de cultivars wat hun schadedrempel betreft. De geteste cultivars bleken een waardplant te zijn voor de wortelknobbelnematode M. chitwoodi wanneer de teeltperiode langer duurt. Meloidogyne chitwoodi komt nog niet veel voor in de Europese Unie maar kan veel economische schade veroorzaken, daarom is het een quarantaine-organisme waarvoor een meldingsplicht geldt. Sommige spinaziecultivars waren ook in minder mate een waardplant voor de wortellesienematode P. penetrans.
Taning: „De juiste keuze van cultivars kan bij teeltrotatie dus zeker helpen om zowel populatieopbouw als schade en opbrengstverliezen door deze twee nematoden te voorkomen, zeker bij een korte veldperiode en vernietiging van de stoppels na de oogst. Het goede nieuws is bovendien dat het verschil tussen de cultivars kansen biedt voor veredelaars om nog resistentere cultivars te ontwikkelen.”
Knolselderij, erwt en prei: risico op verspreiding van besmettingen
Voor knolselderij is een waarschuwing op zijn plaats. In potproeven vond Taning dat het gewas een belangrijke waardplant is voor beide nematoden en in veldproeven trof ze aanzienlijke hoeveelheden M. chitwoodi aan in de plantenwortels bij de veldjes met de laagste opbrengst. Hoewel de schade aan de knolselderij zelf beperkt kan zijn, kan dit nadien problemen geven. Door de lange veldperiode van deze teelt kan de nematode immers meer dan één generatie doormaken, waardoor de populatie sterk toeneemt.
Ook alle geteste erwtencultivars blijken een waardplant te zijn voor deze nematode én voor P. penetrans. Taning: „Bij het telen van erwten en knolselderij is het opletten geblazen dat de bodem niet besmet is met M. chitwoodi, want in dat geval kunnen beide teelten de besmetting met het quarantaine-organisme vergroten. Bij de teelt van erwten en prei is het ook opletten voor besmettingen met P. penetrans.”
Groenbemesters kúnnen sterke bondgenoten zijn
Ook onder de groenbemesters vond Lirette Taning cultivars die effectief resistent zijn tegen beide nematoden. Sterker nog, ze deden de populaties in vele gevallen ook dalen. Bladrammenas cultivars met veredelde M. chitwoodi-resistentie, zoals de op ILVO ontwikkelde ‘Doublemax’, zijn zeer effectief in het verminderen van de M. chitwoodi populatie en sommige cultivars lieten ook een afname zien van P. penetrans. Daarnaast waren er goede resultaten met rolklaver voor M. chitwoodi en bepaalde cultivars van Japanse haver voor P. penetrans.
Rotatietesten in de praktijk: economische schade effectief verlaagd
Om te controleren of deze cultivars ook in een veldrotatie bijdragen tot een beter-betaalde opbrengst voor de groenteteler, legde Taning proeven aan met meerdere groenbemesters, gevolgd door een rotatie met nematodengevoelige en niet-gevoelige groentecultivars. In de proeven waar de rotatie erin slaagde de populaties onder de schadedrempel te houden, was de economische schade door de nematoden effectief ook veel lager.
Taning: „Uit onze bevindingen blijkt duidelijk dat voor zowel M. chitwoodi als P. penetrans, rotaties kunnen worden opgesteld die een winstgevende opbrengst mogelijk maken van de groenten én de schadelijke nematodenpopulaties verlagen. Met deze gerichte, geïntegreerde maatregelen beschadigen we bovendien geen andere populaties. De meeste nematoden zijn immers nuttig en sommige zijn zelfs heel gunstig voor de groei en gezondheid van de gewassen. Ze helpen bij het ter beschikking stellen van nutriënten of spelen een rol in de bestrijding van schadelijke insecten of andere nematoden.”
Dit doctoraatsonderzoek kaderde in het VLAIO LA-traject ‘Beheersing van plantenparasitaire nematoden met groenbedekkers in de openluchtgroenten’. Dit project was een samenwerking met Inagro, Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw (PCG) en Proefstation voor de groententeelt Sint-Katelijne-Waver (PSKW).
Beeld: ILVO