Wat ‘De fruittuin’ nodig heeft staat voorop
Lukas is afkomstig van Heist-op-den-Berg, maar ging biodynamische landbouw studeren op Warmonderhof in Dronten. Nadien werkte hij op een biodynamisch akkerbouwbedrijf in Nederland. In Dronten leerde hij Gaia kennen. Gaia vertelt dat ze opgroeide in Engeland, en daar van haar zeventiende tot haar negentiende op een bedrijf werkte. „Ik kwam naar Nederland om biodynamische landbouw te studeren. Nadien werkte ik op een biodynamisch fruitbedrijf. Een van onze doelen is om ons ook voor Demeter te certificeren. We hebben nu al een afspraak met een biologische veeboer, maar moeten het nog rondkrijgen om voor 100 procent te werken met biologische stalmest.”
Naar Vlaanderen
De overstap naar Vlaanderen betekende voor Lukas en Gaia toch wel een cultuurschok. „We moesten voor de overname onmiddellijk in gesprek gaan met banken en SBB. In de Flevopolders zijn de boeren heel open en steeds bereid om risico’s te nemen. Hier raadde een boekhouder ons af om het bedrijf over te nemen. En het vergde ook wat inspanningen om de bank te overtuigen, omdat die ons niet kende. We hebben ons dubbel moeten bewijzen.”
We hebben ons dubbel moeten bewijzen
Het vergde een jaar om alles met betrekking tot de Vlaamse regelgeving uit te pluizen. Gaia ondervindt dat de Vlaamse collega’s anders zijn dan de Nederlandse. Er wordt bijvoorbeeld wat minder samengewerkt. Toch werken Gaia en Lukas nu al samen met collega’s. „We wisselen machines uit”, vertelt Gaia, „maar ik zie nog veel meer mogelijkheden. De verkoop liep vrij moeilijk. We hadden samen kunnen bewaren, waardoor de hoeveelheden die iedereen moet verwerken kleiner zijn, wanneer we een ULO-cel openen.”
Diversiteit
Lukas en Gaia telen dertien appelrassen en Conference als enige perenras. Op hun site worden die rassen weergegeven met mooie tekeningen, die wat doen denken aan oude botanische publicaties. Santana en Topaz zijn schurftresistent, Zonga en Zari zijn vroege zomerappels. Jonagold beginnen ze pas te verkopen in december. Verder telen ze onder meer Cox, Elstar, de zoete Pirouette en Wellant.
Opvallend zijn de witte vanglinten, die om de paar meter tussen de bomen hangen. „Die zijn voor de appelzaagwesp”, legt Gaia uit. „Dit is het eerste jaar dat we deze experimentele techniek toepassen. De witte kleur is dezelfde van de bloesems, waar de wespen op afkomen. De zaagwesp is sterk sedentair. Door ze lokaal weg te vangen moet het lukken om de populatie onder controle te houden.” Gaia vertelt ook over experimenten in Nederland, waar men bundeltjes bindbuis in de bomen hangt, om de appelbloesemkever weg te vangen die daar een schuilplaats in vindt.
We bekijken een hoekje waar deze winter perzikbomen werden aangeplant. „Dit is de streek van de perziken geweest”, vertelt Gaia. „We weten dat we een en ander gaan moeten leren, maar met zestig bomen kan je niet heel veel misdoen.” Ze diversifiëren ook verder, door kleinfruit aan te planten, rode en zwarte bessen, bramen en frambozen. 80 procent van hun oogst wordt verhandeld via de veiling, de andere 20 procent vindt zijn weg naar de verbruiker via thuisverkoop en markten (op zondag in Heverlee en op woensdag in Kessel-Lo). Een deel van hun publiek bevoorraadt zich ook bij gangbare telers, maar een ander deel kiest echt wel bewust voor biologische producten. „En op de markt hebben we klanten die specifiek naar ons kraam komen voor Topaz of Cox.”
Toekomstplannen
Gevraagd naar hun toekomst plannen antwoordt Lukas dat hun eerste doel is om hun huidige bedrijf volledig onder de knie te krijgen. “We willen dit eerst goed doen, maar uiteraard hebben we wel wat zaken in ons achterhoofd. We willen meer fruit gaan verwerken. We zien bijvoorbeeld mogelijkheden om perziken te bewaren in een potje met suikerwater. De bessen zouden we kunnen vriesdrogen, zodat de mensen die in de winter kunnen gebruiken in hun muesli. We kunnen ook nog meer soorten confituur kunnen maken.”
Wat zeker ook belangrijk is bij Lukas en Gaia is dat ze boer willen zijn op menselijke maat. „We willen niet zodanig groeien dat ons bedrijf binnen 30 jaar niet meer over te nemen is. We willen de oppervlakte die we nu hebben zo efficiënt mogelijk benutten, maar we willen niet het onderste uit de kan. We zien onszelf als diegenen die dit bedrijf nu mogen beheren. Wat ‘De fruittuin’ nodig heeft staat voorop. We willen bijvoorbeeld investeren in de bodem, zorgen dat we die goed onderhouden, zodat we die goed – en hopelijk zelfs iets beter – kunnen achterlaten voor de volgende generatie.”
We zien ons zelf als diegenen die dit bedrijf nu mogen beheren
Lukas en Gaia pachten de gronden nu van Marcel en zijn zus. Maar als die ooit zouden verkocht worden, hopen ze die te laten aankopen door Landgenoten. „Lukt dat niet, dan willen we een stichting oprichten waarin die gronden komen, zodat ze buiten het kapitaal van het bedrijf blijven. We willen ze veiligstellen voor landbouw en zo aan duurzame landbouw doen.” Als Gaia nog iets extra wil op korte termijn, dan is het Natyra aanplanten. „Die is redelijk resistent tegen schurft, superlekker en goed bewaarbaar. De appels blijven lang krokant, zelfs in minder optimale bewaaromstandigheden. Collega’s wijzen erop dat dit ras beurtjaargevoelig is en gevoelig voor scheurtjes. Maar de klanten vinden hem heel lekker en ook belangrijk voor ons is dat we minder gaan moeten spuiten.”
Tekst: Boerenbond
Beeld: Boerenbond, Marco Mertens