Fors minder stikstof in de bodem door afbouw derogatie
WER heeft de ecologische effecten in beeld gebracht van de derogatiebeschikking. Door de afbouw van de derogatie en invulling van de voorwaarden van de derogatiebeschikking wordt een afname van de stikstoftoediening met dierlijke mest van gemiddeld 18 procent berekend. Met daarbij 2030 als uitgangspunt.
Die cijfers maakte minister Adema bekend. Wel zal landelijk de stikstoftoediening met kunstmest gemiddeld met 3 procent toenemen.
10 procent minder vee
Ook is berekend dat de ammoniakemissie met 12 procent afneemt ten opzichte van de emissie die anders, zonder maatregelen, in 2030 zou worden bereikt. Voor heel Nederland neemt het areaal dat onder de Kritische Depositiewaarden (KDW) ligt met ongeveer 9 procent toe.
De methaan- en lachgasemissies nemen richting 2030 landelijk met respectievelijk 10 en 6 procent af. Adema: ‘De effecten op stikstof- en broeikasemissies zijn voor het merendeel toe te wijzen aan de aanname dat de verlaging van het mestproductieplafond voor stikstof met 10 procent wordt gerealiseerd door een 10 procent kleinere veestapel.’ Om precies te zijn 10 procent minder ten opzichte van 2020.
Economische uitkomsten later
Adema zegde de Kamer op 1 juni toe haar voor de zomer te informeren over de ecologische gevolgen van de derogatiebeschikking. Met dit rapport wordt voor het ecologische deel uitvoering gegeven aan moties van de Kamerleden Van Campen en Boswijk. Beiden dienden hun moties met enkele andere Kamerleden in.
Uitkomsten van de economische impact worden later dit jaar verwacht. Adema: 'Deze effecten van de derogatie worden in beeld gebracht binnen het project ‘Uitwerking bedrijfstypen duurzame landbouw’, waarin door Wageningen UR onder andere de economische effecten van de derogatiebeschikking worden berekend.’
Verontreinigde gebieden
Adema vervolgt: ‘De grootste effecten van de afbouw van derogatie op de waterkwaliteit worden berekend voor de gebieden waarvoor in de berekeningen is verondersteld dat ze met nutriënten verontreinigd zijn en een korting van de stikstofgebruiksnorm van 20 procent per 2025 van toepassing wordt. Zo neemt de stikstofuitspoeling naar het oppervlaktewater met zo’n 10 tot 13 procent af in vergelijking met de referentieraming.
Voor grondwater wordt voor provincies met een groot areaal 230-gebied (de norm gaat van 230 naar 170) een vermindering van de nitraatconcentratie met 11 tot 14 procent berekend. ‘Dit is echter nog niet voldoende om overal gemiddeld aan de norm voor grondwater te voldoen’, aldus Adema.
‘Het berekende effect op de uit- en afspoeling van fosfor is kleiner dan het effect op de stikstofuitspoeling en neemt met 2 tot 5 procent af. De bufferstroken en de verminderde fosfaatbemesting door de norm van 170 kg/ha stikstof in dierlijke mest leiden tot een afname van de uit- en afspoeling van nutriënten.'
Effect bufferstroken
Door de bufferstrokenverplichting in de derogatiebeschikking neemt de emissie door gewasbeschermingsmiddelen af, verwacht Adema. ‘De koolstofopslag in de bodem zal door een verminderd gebruik van dierlijke mest kleiner worden.'
Ten slotte meldt het rapport dat de afbouw van de derogatie kan leiden tot omzetting van grasland in maïsland of andere vormen van bouwland. ‘Dat kan negatieve effecten hebben op de waterkwaliteit, biodiversiteit en koolstofvastlegging in de bodem’, aldus Adema tot slot.
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ellen Meinen