Jan Overesch: idealistische twitterboer uit Salland
Hij is wars van gif en kunstmest: ‘Lapmiddelen’. Grote multinationals uit de agroindustrie helpen in zijn ogen de landbouw alleen maar verder in de problemen. Overesch moet er helemaal niks van weten. Het kan echt zonder, en daar is hij zelf ook achter gekomen. „Eerst moet je zelf op het idee komen om het ‘anders te doen’. Overesch is in ’94 omgeschakeld naar biologische landbouw. „Ik zag dat het in de tuin anders kon, dus dat moest ook mogelijk zijn op het bedrijf.
Waarom bent u zo gedreven op Twitter?
„Het zit in mijn aard, maar ik ben hier ook in gegroeid. Ik vind dat zolang als je leeft, je je idealen moet verwezenlijken. Blijf niet op een stoel zitten: wanneer je constateert dat er iets niet klopt, dan moet je er in mijn ogen ook wat aan doen”. Twitter is voor Overesch een middel om zijn volgers bewust te maken van wat er in de landbouw speelt. „Ik maak mij zorgen over de infiltratie van de chemie in de biologische landbouw. Met deze biociden spelen onder andere Bayer, BASF en Syngenta mooi weer. Het zijn nog steeds bestrijdingsmiddelen én ze maken de boer hiervan afhankelijk. De traditionele landbouw gaat kapot aan deze internationals. Erfbetreders noem ik ze, die de boer en de natuur als verdienmodel zien. Veel gangbare boeren zitten in de ratrace van ‘groter en intensiever worden’, maar uiteindelijk gaat de traditionele landbouw hier aan ten onder. Ik wil graag een spiegel voorhouden, een boer moet onafhankelijk blijven.” Overesch is ook kritisch op zijn biologische collega’s: „ook onder de Ekolandlezers zijn boeren die allerlei biociden gebruiken. Dat is helemaal niet nodig.” De biologische landbouw moet zich in zijn ogen blijven ontwikkelen. Al geeft zelfs Overesch toe dat ‘een systeem wijzigen heel moeilijk is, we zijn natuurlijk ook allemaal mensen’.
Welke boodschap wilt u de biologische boeren meegeven?
„Kijk waarvoor je produceert: dat zijn consumenten die denken dat de biologische landbouw zonder input produceert. Blijf bij de kern en boer in harmonie met de natuur. Hou voor ogen waarom je bent omgeschakeld, blijf je bedrijf verduurzamen en laat je niet meeslepen”. Overesch gaat nog even door: „Gebruik geen kunstmatige middelen: dit zijn slechts lapmiddelen. Op ons bedrijf werken we steeds duurzamer, dat komt ook door het contact met klanten dat wij hebben. Die stellen goede vragen en dan wil je eerlijke antwoorden geven. Dan ‘schuurt’ het als iets nog niet 100 procent duurzaam is. Mijn visie op ons bedrijf is dan ook voortschrijdend: eerst vond ik het belangrijk dat wij het bedrijf volledig sloten door voer voor de dieren zelf te produceren. Nu kijk ik daar anders tegenaan: ik zie nu dat het belangrijker is om de varkens zoveel mogelijk met reststromen te voeren en de tarwe zoveel mogelijk voor humane consumptie te bewaren”.
Maar Jan, er moet toch opbrengst gehaald worden!?
„Aan die boeren vraag ik dan: ‘heb je het al eens geprobeerd?’ Natuurlijk is het zo dat het betaald moet worden. Een boer zou afgerekend moeten worden op product- en proceskwaliteit, niet op kilo’s. Die discussie zou breed gevoerd moeten worden.”
Jarenlang heeft Overesch excursies van gangbare collega’s geprobeerd af te houden. Maar, laatst bezocht een studiegroep van melkveehouders zijn bedrijf. „112 kg stikstof per hectare dat kan toch helemaal niet, roepen ze dan. Ik heb deze boeren laten zien dat het wel kan. Het werd echt een leuk gesprek waarin ik merkte dat men echt geïnteresseerd wat is onze manier van boeren."
De markt voor biologische producten stagneert, hoe kijkt u daar tegen aan?
„Het is een golfbeweging, dat is altijd zo geweest. Je zou kritisch kunnen zijn op de ambitie van 15 procent biologisch, omdat de markt er nog niet is. Maar, als idealist wil je dat de hele wereld verbetert en niet alleen zelf een beter inkomen genereren .” Overesch heeft wel zorgen over de consument die niet gewend is aan stijgende voedselprijzen. Ook de overheid zou een grotere rol moeten spelen, door meer geld te heffen op vervuilende landbouwpraktijken. „Natuur en milieu betalen nu de rekening. Wij betalen dezelfde waterschap heffingen als een gangbare lelieteler terwijl wij slechts 112 stikstof gebruiken en geen bestrijdingsmiddelen. De producenten die het goedkoopste produceren, vervuilen het meeste. Die vervuiling betalen we dan weer collectief.”
Hoe kijkt u aan tegen de komende verkiezingen?
Verrassend politiek correct antwoord Overesch: „Ik hoop dat het anders zal gaan, als dat ik denk dat het zal gaan.” Overesch vreest voor een korte termijnvisie, zonder een echt gedegen beleid voor landbouw in harmonie met de natuur. „Het is belangrijk dat de biologische landbouw zich goed profileert. Politieke partijen moeten écht goed op de hoogte zijn van de landbouw, zodat politici met goed onderbouwde argumenten komen.”
Boerderij Overesch
Jan en Mariet Overesch vormen een maatschap met hun zoon Rick. In 1973 nam Jan het bedrijf over van zijn broer, na het volgen van een technische opleiding. In 1980 is de gemengde bedrijfsvoering met koeien en akkerbouw veranderd naar alleen varkens en akkerbouw. 1994 is de akkerbouw overgeschakeld op biologische landbouw, in 2002 is ook de varkenstak omgeschakeld. Het akkerbouwbedrijf is sinds 2008 ook Demeter gecertifieerd. Het bedrijf bestaat uit 150 hectare, waarvan 35 in eigendom.
Akkerbouw: 70 ha graan, 12 ha pompoen, 5 ha sperziebonen, 7 ha suikermais, 4 ha aardappel, 3 asperges. Producten worden grotendeels afgezet aan groothandel Udea en Greenorganics.
Vleesvarkens: Er worden 115 zeugen gehouden en 700 biggen/vleesvarkens. Het varkensbedrijf is volledig gesloten en heeft sinds 1985 geen nieuwe dieren aangevoerd. Overesch ent alleen tegen slingerziekte. Het rantsoen bestaat uit 35 procent bijproducten (reststromen zoals wei, tarwezetmeel), 30 procent eigen graan, 15-20 procent mengvoer. Varkens worden grotendeels afgezet via De Groene Weg, een relatief klein deel via eigen winkel.
De akkerbouw en varkens en varkens worden naast de vennoten gerund met drie vaste medewerkers in dienst en flexibele arbeidskrachten.
Winkel: Van dinsdag tot en met zaterdag volle dagen geopend. Een brede klantenkring uit heel Salland. Winkel wordt gerund met 4 flexibele medewerkers.