Odin-imker Jos Willemse 'bezield door bijen'
„Ik begon in 1983 met een kaarsenmakerij, Dipam, waar ik met ex-drugsverslaafden kaarsen maakte op basis van bijenwas”, vertelt Jos. „Waar komt nou precies die bijenwas vandaan en hoe maken bijen dit?” vroeg hij zich af. „Daar kun je alleen maar achter komen als je Imker wordt. Dus ik ben een cursus imkeren gaan doen en daarna een cursus tot biodynamisch imker. Sinds die tijd heb ik bijen, eerst bij de kaarsenmakerij en eigen tuin, maar al gauw ook bij Kraaybeekerhof in Driebergen. In 2008 ben ik gestopt met Dipam en in de zorg gaan werken. In 2010 heeft Odin mij gevraagd om een imkerij op te zetten. Zij vonden dat er meer aandacht moest zijn voor bijen, compost en zaadvaste rassen.”
Het zwermen: een magische tijd
„Wanneer de bijen in de lente gaan zwermen, geeft dat een magisch gevoel. Het is echt een gebeurtenis wanneer je zo’n zwerm uit de kast ziet komen. Ze vormen dan een grote wolk, binnen een kwartier trekken ze samen en gaan aan een tak hangen. Het is dan bijna altijd mooi weer en echt de geboorte van een nieuw volk met een eigen koningin”, vertelt Jos. „Wanneer je niet op tijd bent om een zwerm te vangen om in een nieuwe bijenkast te doen, dan gaat het volk verder op zoek naar een nieuwe woning. Dat kan een spouwmuur of schoorsteen zijn, maar het mooiste is een holle boomstam.” Maar het gaat niet altijd goed, legt Jos uit: „Helaas zijn natuurlijke nestgebieden voor bijen teruggedrongen omdat veel dood hout wordt opgeruimd. De zwarte specht, die holen maakt in bomen, is om die reden ook niet talrijk meer in ons land. De bijen gaan dan uit nood bijvoorbeeld in een oksel van een tak zitten, maar wanneer het koud en regenachtig wordt, zijn ze ten dode opgeschreven. Je zou ze enorm helpen om bijenkasten op te hangen; dit zijn een soort holle boomstammen. Grote kans dat je al gezoem om je heen hoort wanneer je deze ophangt in de zwermtijd.”
tekst gaat verder onder foto
De taken van de bij
„Een bij groeit van binnen naar buiten”, vertelt Jos. „Ze begint in de zomer eerst drie weken als huisbij, namelijk als poetsbij en later als wachter aan de ingang van de kast. Vervolgens wordt ze haalbij en komt ze voor het eerst buiten. Dat is zo leuk om te zien, want ze moet zich eerst invliegen en leren waar ze woont. Op een mooie dag zijn er altijd bijen die voor het eerst buiten komen. Ze vliegen dan lemniscaatjes (liggende 8-vormen), tussen de kast en buiten, die steeds groter worden, totdat ze het hele beeld hebben gezien. Ook oriënteren ze zich aan het licht.” Uiteindelijk gaan ze dan het werk doen waar wij ze vooral van kennen, zo legt Jos uit: „Ze gaan drie weken lang nectar en stuifmeel halen en tot slot worden ze waterdragers. Bijen zijn heel onhandig met water en verdrinken dan ook vaak. Om ze te helpen kun je in een waterbakje een steen of waterplantjes doen waar ze op kunnen landen zodat ze rustig kunnen drinken. Mannetjes doen schijnbaar weinig, ze worden gevoerd door de werksters en dienen vooral voor de voortplanting.”
Bijen werken enorm hard
„Als het in het voorjaar een week mooi weer is, gaat de koningin van een volk enorm aan de leg, en produceert wel 1.000 tot 2.000 eitjes per dag”, vertelt Jos. „Dan moet het wel 35 graden worden gemaakt in de kast, wat ontzettend veel energie en honing kost. Ook het voeren van alle jonge larfjes kost enorm veel energie en daarvoor moeten de bijen hun reserves aanspreken. „Bijen hebben in hun kop een voedersapklier die ze aan kunnen zetten. Via hun bek komt er een heel bitter sapje naar buiten, ‘royal jelly’. Dat krijgt het koninginnelarfje haar hele leven. De werksters (vrouwtjes) en de darren (mannetjes) krijgen dit alleen de eerste paar dagen van hun leven, waarna ze overgaan op een mix van stuifmeel en honing. Door de voedersapklierproductie slijten de bijen razendsnel, dan kunnen ze binnen tien dagen al dood zijn. Ook het zweten van was, wat ze doen ze via hun lichaam, kost hen enorm veel.”
tekst gaat verder onder foto
Honing oogsten
Jos heeft een duidelijke visie op hoeveel honing je kunt oogsten: „Het ligt er helemaal aan hoeveel honing de bijen hebben, of ze genoeg hebben om de winter door te komen. Als je een bijenvolk gezond wilt houden moet je ze op hun eigen honing laten overwinteren. Suikerwater voeren maakt een volk zwak en kwetsbaar. Of ze genoeg honing hebben ligt vooral aan het landschap waar ze in leven. In Nederland is het erg slecht gesteld met het landschap voor de bij. Door de ruilverkaveling is er in Nederland zo’n 250.000 kilometer aan hagen en heggen gekapt met onder andere sleedoorns en meidoorns, wat echt een drama is omdat dat enorm bloeide. „En ook onze weilanden, die waren allemaal bloemrijk, dat is grotendeels verleden tijd. Laten we eerst dat landschap opknappen voordat we er iets uit halen. Je kunt best wat honing nemen, maar altijd met mate. En soms kan het gewoon niet. Er zijn landen waar je een overschot hebt qua honing, maar in Nederland is dat op veel plekken niet zo. Wat mij betreft is het de vraag of bijen en honingwinning eigenlijk wel thuishoren in het economisch leven en of dat niet veel meer een cultuuractiviteit zou moeten zijn zoals vroeger. Nu is honing een booming business.”
Bijen als troostende wezens
Over de zwermtijd zei Rudolf Steiner, grondlegger van de biodynamische landbouw, het volgende: ‘Als er een zwerm afkomt van een volk, ontstaat er een afglans in de geestelijke wereld. Er ontstaat licht wat de gestorven mensen helpt om de weg terug te vinden naar het licht en de ongeborenen om de weg naar de aarde te kunnen vinden. Ook is er een Egyptisch scheppingsverhaal dat vertelt dat de bij verbonden is met de mens als troostwezen tot het einde der tijden’.
„Het bijenwezen, dat is zo bijzonder om bij te zijn. Dat kan iedere imker beamen”, vertelt Jos. „Het geeft momenten van troost, vrede en geluk als de imker bij de bijen is; dat werkt direct door op het zielenheil van de imker. Bijen zijn heel gevoelige dieren. Je kunt met je hond of kat communiceren, maar dat kan ook met insecten en zeker met bijen. Onze ziel is een soort voedingsbron voor bijen: we beroeren elkaar, we dringen door in elkaars wereld. „Dieren spiegelen de mens. Als een boer gestresst bij zijn dieren aankomt, zullen ze dit aan hem spiegelen door bijvoorbeeld onrustig te worden. Dit doen zelfs planten, insecten en zeker bijen! Je kunt pas bij bijen zijn als je helemaal tot rust bent gekomen, dus bij een soort innerlijke vrede, dan willen ze ook veel makkelijker met je samenwerken. Leren omgaan met de bij is leren omgaan met jezelf, ze spiegelen jou en ze spiegelen het landschap. Ze zijn het landschap.”
Kijk hier voor meer informatie over Jos Willemse en de imkerij.
Tekst: Anique de Wit
Beeld: Odin
Bron: Nieuw Mos