'Sector moet pioniersgeest blijven behouden'
Vijf vragen aan Jan Hoekman, teamleider Bioteam Agrifirm
Zie je de pioniersgeest nog steeds terug in de sector?
„Ja en nee. Bio was lange tijd erg rendabel. Dit trok vooral ondernemers die meer gedreven waren vanuit een economisch motief en minder vanuit een pioniersdrive. Deze ondernemers zullen sneller terugschakelen in tijden waarin het minder gaat. Dat zie ik nu vooral gebeuren in de pluimveehouderij en de akkerbouw. De reden hiervoor is de krappe markt. Als je niet naar waarde betaald krijgt en de prijzen stijgen, dan wordt het lastig. We zoeken nu uit of er regionale verschillen zijn. Daar zou ik wel meer feeling bij willen hebben. Ik weet ook niet precies welk type bedrijven het zijn, groot of klein. We gaan hier verder induiken."
Hoekman vervolgt: „True pricing is misschien een oplossing om de inspanningen te waarderen. Je kunt als bioboer nooit opboksen tegen gangbare schaalvergroting. De vraag is: ligt het gangbare product wel op waarde in de supermarkt? Als Agrifirm hebben we daar geen invloed op. Ik had de teruggang ook deels verwacht. In de coronatijden konden de producten niet aangesleept worden. Nu we allemaal weer losgelaten zijn, in combinatie met inflatie, is het logisch dat we een stapje terug moeten doen. Maar we zitten nu wel op niveau van 2021, we moeten ook niet doen alsof de wereld vergaat. We doen nu een stapje terug, om er straks weer twee vooruit te doen."
Wat moet er gebeuren om de markt te stimuleren
„De consument moet weten wat biologisch is, de sector moet werken aan de bewustwording. Houd de boodschap simpel: geen kunstmest, geen gewasbeschermingsmiddelen, zorg voor dier en bodem. Dat spreekt iedereen aan. Maak daarnaast gebruik van nudging: positioneer de producten beter om de consument dat laatste zetje te geven. Volgens onderzoek wordt er dan tot 11 procent meer biologisch verkocht. En waarom zou je als supermarkt niet alleen nog maar bepaalde producten bio aanbieden? De consument geen keus meer geven dus."
Welke rol zie jij hierin voor de overheid?
„De overheid heeft een enorm belangrijke rol hierin, anders wordt die 15 procent doelstelling nooit gehaald. In Nederland vinden we het heel naar om in de vrije markt in te grijpen, vrije markt is voor ons belangrijk. Maar er zijn maatregelen zoals bijvoorbeeld een duurzaamheidstoeslag, een korting of btw-afschaffing: er zijn mogelijkheden om in te grijpen om het prijsniveau van de biologische landbouw zo te beïnvloeden dat het recht doet aan de filosofie. Daarnaast zou de overheid de burger meer mogen voorlichten."
In de gangbare landbouw worden ook enorme verduurzamingsstappen gemaakt. Hoe kan de biologische landbouw zich blijven onderscheiden?
„Ik ben heel erg tegen 'wij – zij principes'. Zowel bio als gangbaar is hier te lang in blijven hangen. Zoek alsjeblieft de samenwerking op. Als je regeneratieve landbouw toepast ben je al bijna bio. Beide landbouwvormen gaan elkaar heel dicht naderen. Maar zo lang je nog mag spuiten en kunstmest mag gebruiken, ben je nog een stap verwijderd van biologisch. De biosector moet haar eigen verhaal nog duidelijker maken."
Waar mag de bio landbouw kritisch naar zichzelf kijken?
„Ik denk direct aan het uitgangsmateriaal: koeienrassen en zaaizaden bijvoorbeeld. Als je de bioverordening leest, zijn Holsteiners dan wel passend in de biologische landbouw? Zijn we niet te veel bezig het systeem naar het huidige uitgangsmateriaal aan te passen in plaats van het uitgangsmateriaal passend te maken met het systeem? Als je écht biologisch wil zijn, moet je dan niet stoppen met monoculturen? Wat mij betreft vragen waar we als sector onszelf continu op moeten bevragen. De biodynamische landbouw is hier veel strikter in; daar worden dubbeldoeldoelen dieren bijvoorbeeld veel vaker ingezet. Idealiter zou de biolandbouw hier scherper op kunnen zijn. Maar je kunt een concept alleen verscherpen, wanneer je de wind mee hebt. Er zijn boeren die nu vooral bezig zijn met hun hoofd boven water te houden. Aan de andere kant komt de vraag soms wel, bijvoorbeeld vanuit een biologische varkenshouder die graag veel meer circulair zou willen werken door bijvoorbeeld biologische reststromen uit de horeca te verwerken tot veevoer. Daar hebben we nu nog geen antwoord op, maar hier moeten we onze pioniersgeest wel weer laten werken."