Vertegenwoordigers biolandbouw: Aanwezigheid sector bij Klimaatmars was goed
„Het was fantastisch”, aldus Bionext-directeur Michaël Wilde. „Ik loop natuurlijk regelmatig mee met demonstraties en ik sta ook regelmatig langs de A12 bij acties van Extinction Rebellion. We zijn heel hard aan het strijden voor een betere wereld en soms lijkt het ook wel eens een wat een eenzame strijd. Maar toen ik zondag de trein uitstapte en richting De Dam liep, zag ik zo ontiegelijk veel mensen... Het was gewoon emotioneel en dit geeft de burger moed. 85.000 mensen, ongelooflijk.”
Klimaat Coalitie
De Klimaatmars was een initiatief van Klimaatcrisis Coalitie. Dit is een samenwerkingsverband van Oxfam Novib, FNV, Fridays For Future, Greenpeace, Extinction Rebellion, Fossielvrij NL, Milieudefensie, DeGoedeZaak en TNI.
Volgens Wilde was er ook geen vermenging met de andere demonstratie op het Museumplein, met een controversiële toepspraak over het conflict in Gaza-Israël. „Ik zie het echt als twee losse evenementen. Ik ben ook heel blij dat de dat klimaatmars niet werd gekaapt door díe actievoerders.”
Zichtbaarheid belangrijk
Directeur Bert van Ruitenbeek van Demeter vond de Klimaatmars indrukwekkend qua aantal deelnemers en heel positief. „Met zelfs meerdere biodynamische boeren en Demeter-vlaggen in de boerenstoet. Het was heel belangrijk dat wij lieten zien dat er met biologische en biodynamische landbouw ook een ander voedselsysteem mogelijk is dat niet zo nadelig is voor het klimaat. Want die klimaatverandering is in de landbouw natuurlijk heel duidelijk zichtbaar. Het is onderhand topsport geworden, waarbij de landbouw moet laveren tussen hele droge en hele natte periodes.”
Duidelijke link
Ruitenbeek kijkt wel iets anders naar de ophef die op het Museumplein ontstond. „Officieel was het een mars voor klimaat en rechtvaardigheid. Veel mensen waren zich daar niet van bewust. En ook niet dat er een duidelijke link is tussen sociaaleconomische omstandigheden en klimaatverandering. Mijns inziens had de aandacht voor het wapengekletter in Gaza wel onderdeel kunnen zijn van een oproep voor vrede en sociaaleconomische gelijkwaardigheid. Maar het was voor veel mensen niet navolgbaar waarom dit zo dominant en op een weinig verbindende toon op het hoofdpodium werd uitgedragen.”