Van der Wal: Diverse potjes voor stimulering biologische landbouw

Dat antwoordt de demissionair minister op Kamervragen van Tjeerd de Groot (D66) over hoe het nu staat met het stimuleren van de biologische landbouw. Van der Wal zegt daarvoor diverse maatregelen getroffen en subsidies beschikbaar te hebben gesteld. De minister benadrukt haar ambitie dat in 2030 15 procent van het landbouwareaal biologisch is. ‘Belangrijke voorwaarde is wel dat de markt voor biologische producten groeit’, aldus Van der Wal.

Actieplan in de maak

Van der Wal licht toe dat momenteel hard gewerkt aan de uitvoering van het actieplan om de biologische landbouw en consumptie te stimuleren. Hier is, tot 2030, in totaal 76 miljoen euro beschikbaar voor gesteld uit de transitiefondsmiddelen. ‘Wat de marktontwikkeling betreft wordt een aantal acties opgepakt', aldus Van der Wal. 'Het gaat daarbij om een publiekscampagne, rijksinkoop, marktontwikkeling in afzetkanalen en ketens, handelsmissies en beurzen.’ Verder meldt Van der Wal met provincies in gesprek te zijn over de stimulering van biologische en natuurinclusieve landbouw. En de bijdrage die het ministerie van LNV daarin kan leveren.

Extensivering rond Natura 2000

Ook is er vanuit het Nationaal Strategisch Plan van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB-NSP) de regeling ‘samenwerking in veenweiden en overgangsgebieden N2000’ opgezet. Zo meldt Van der Wal verder. ‘Dit heeft als doel extensivering te stimuleren in de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden en de zone daaromheen. Koplopers in de kringlooplandbouw, waaronder biologische en natuurinclusieve melkveehouderijbedrijven in en rond stikstofgevoelige N2000-gebieden, kunnen hieraan meedoen.’

Openstelling mei 2024

De eerste openstelling voor een bedrag van 105 miljoen euro wordt verwacht van 1 tot en met 31 mei 2024. Er wordt gedurende vier jaar subsidie verleend aan extensieve melkveehouderijbedrijven (gemiddeld één melkkoe per hectare) in een samenwerkingsverband om de ammoniakemissie dichtbij stikstofgevoelige N2000-gebieden te verminderen. ‘De koploperbedrijven kunnen hieraan meedoen als ze passen binnen de voorwaarden. Deze koplopers kunnen in het samenwerkingsverband hun kennis over deze extensieve bedrijfsvoering van benutten van natuur, bijvoorbeeld bij bodembiodiversiteit en plaagbestrijding, delen met de andere melkveehouderijbedrijven.' Het extra verrijken van natuur zit niet in deze regeling.

Lbv en Lbv-plus

Van der Wal kan geen exacte cijfers geven hoeveel biologische of natuurinclusieve boeren zich hebben aangemeld voor de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijlocaties (LBV) en LBV-plus regelingen. Daar wordt namelijk niet naar gevraagd bij de aanvraag.