Biobeurs geopend: ‘Bio, maak je groot!’
Adema erkent de biologische landbouw als duurzame en toekomstgerichte vorm van landbouw. Adema benoemde tijdens de opening dat het aandeel groeit, maar dat er nog veel moet gebeuren. De donkere wolk boven de sector toonde zich ook. Directeur Merle Koomans van den Dries, directeur van voedselcoöperatie Odin stelde één van de meest prangende vragen van dit moment. „Het is mooi om horen dat de bio landbouw een van de pijlers is van de duurzame landbouw en ik ben verheugd dat u hier in wilt investeren. De biologische landbouw heeft echter zelf ook pijlers: geen gentech. De regelgeving hiervoor gaat, als het aan u ligt, veranderen. U zaagt pijlers onder de biologische landbouw uit. De keuzevrijheid van de consument en de waarde van de biologische landbouw komt hierdoor in gevaar. Hoe gaat u de sector en de consument beschermen?”
Adema: ,,Ik ga niet teveel de techniek in, dat wordt een lange discussie. Met gentech gaan we naar minder gewasbescherming en kweken we resistente rassen.” ‘Onzin!’, roept iemand uit de zaal. Adema: ,,Dat kan, dit is wat ik vind. Wel moet het kwekersrecht blijven bestaan, daar maken wij ons nu hard voor in Europa. Ook kleine veredelaars moeten kunnen blijven bestaan. Hier moet onderzoek naar gedaan worden. Dit is een brede zorg van ons. De co-existentie van beide vormen van landbouw moet gewaarborgd blijven. Ik erken de serieuze zorgen vanuit de sector als het gaat om bestuiving en vermenging bijvoorbeeld. ” Adema laat hier door het Louis Bolk Instituut in samenwerking met de WUR onderzoek naar doen. Ook heeft Adema toegezegd te onderzoeken welke aanvullende maatregelen er nodig zijn om vermengingen te voorkomen. Adema respecteert dat de biologische sector ‘werkt vanuit een ander principe en erkent dat hij anders in de discussie staat’.
Wilde benadrukte de zorg vanuit de sector. ,,We maken ons grote zorgen. We gaan de hele trein niet stoppen, maar biologisch moet ervan vrij blijven. De keuzevrijheid is ontzettend belangrijk. Ik eindig positief: de minister heeft toegezegd in gesprek te blijven met ons over dit onderwerp waarop we flink van mening verschillen.”
Inkomenspolitiek
Terugkerend thema is ook de markt, die ‘niet duwend maar trekkend moet worden’, aldus Adema. Volgens hem zal de consument er aan moeten wennen dat de consument meer voor duurzame voeding zal moeten betalen. Adema erkent dat dit inkomenspolitiek is ‘en dat hoort niet thuis op een boerenerf’.
Continuïteit
Zichtbaar geraakt was Adema door het verhaal van familie Mul met een biologisch melkveebedrijf in het Groene Hart dat zich grote zorgen maakt over de bestaanszekerheid van het bedrijf. ,,Ze willen misschien wel gaan emigreren, dat kan toch niet waar zijn?”. Hij sprak met de boerenfamilie gisteren op de nieuwjaarsborrel van het ministerie van LNV.
Adema zou toch heel graag toe willen naar een lange termijn landbouwvisie waarin continuïteit wordt geboden voor de biologische boeren. De voortang van het actieplan gaat hem te traag. ,,Wisselende visies in de politiek is altijd een risico. Ik zou daarom toch willen dat er een soort akkoord wordt gesloten, zodat er continuïteit is. Er moet nu onderhandeld worden, landbouw is een groot thema. Zorg dat je als biologische sector met heel goede voorstellen komt. Schouders eronder en groot maken. Dat geldt bijvoorbeeld voor btw op biologische producten. Op prijsniveau kunnen we makkelijker stappen zetten, omdat we nog in gesprek zijn met verwerkers en supermarkten. Dat gaat door. Ik hoop dat we aan het einde van het jaar afspraken over hebben.”
Alex Datema wil meer risico nemen
Voedsel zou volgens Alex Datema, directeur Food en Agri van Rabobank, voor een eerlijke prijs in de winkel moeten komen te liggen. ‘Niet duurzaam geproduceerd voedsel moet dus duur worden.” Hij geeft aan dat het een grote stap is voor een bank, om bedrijven die willen verduurzamen te financieren. “Een bank is gewend te kijken naar de financiële resultaten van de afgelopen vijf jaar. Daar kun je in het geval van duurzame innovaties niks mee. We moeten als bank meer risico durven nemen en onze financieringsmodellen aanpassen.”