Adviescommissie: Door Skal ingerichte Certificeringsplicht biologische producten onwerkbaar en kostbaar
ATR onderschrijft bezwaren Vakcentrumleden
Naar aanleiding van signalen van haar leden had het Vakcentrum de ATR gevraagd de regeldruk als gevolg van de verplichte certificering van biologische winkels tegen het licht te houden. Dit verzoek is daar neergelegd omdat de minister van Landbouw Natuurbeheer en Voedselveiligheid ( LNV) niet reageerde op de in 2020 gemelde klachten Volgens het Vakcentrum is de wijze waarop controle op nakoming van de Europese verordening in Nederland wordt toegepast veel te streng en te duur. Het ministerie van LNV heeft de uitvoering van de handhaving van de verordening uitbesteed aan Skal biocontrole.
Contraproductief
Volgens het Vakcentrum overwegen ondernemers te stoppen met de verkoop van biologische producten of geven dergelijke producten een andere naam om te kunnen ontkomen aan de verplichte certificering. Ook zijn er ondernemers die biologische producten weer in plastic gaan verpakken als gevolg van de regels.
Dat wordt dan ingegeven door de administratieve verplichtingen rond de verkoop van biologische producten. Zo moeten ondernemers een massabalans bijhouden (in plaats van op basis van verkoopeenheden), moeten pakbonnen bewaard worden en moet er van alle biologische leveranciers een certificaat opgevraagd worden dat nota bene door Skal zelf wordt verstrekt.
Met name voor kleinere ondernemers geen volledig biologisch assortiment hebben is het lastig werken. Zij moeten voorkomen dat biologische producten vermengd worden met het overige assortiment en daarvoor soms verregaande maatregelen treffen. Door deze praktische bezwaren worden biologische producten minder goed verkrijgbaar en wordt extra verpakkingsafval in de hand gewerkt. Onderzoek dat de ATR heeft laten uitvoeren, bevestigt deze ontwikkelingen.
Administratieve lasten
Naast praktische bezwaren leiden de regels ook tot hoge administratieve lasten. De kosten van de Skal-certificering zelf en de jaarlijkse controle van de winkel en eventuele huismerk-producten, zijn voor ondernemers ook bijzonder hoog. Onderzoek in het kader van het advies heeft vastgesteld dat de jaarlijkse kosten tussen de € 5.000 en € 15.000 per bedrijf bedragen (na de eenmalige kosten van de eerste certificering die liggen tussen de
€ 1.000 en € 4.000). De totale kosten voor de gecertificeerde bedrijven liggen de 5 en 14 miljoen euro, volgens de onderzoekers.
Snelle oplossingen
De ATR geeft in het advies aan mogelijkheden te zien om de winkels met biologisch assortiment op korte termijn al tegemoet te komen. De Europese verordening biedt daartoe ruimte volgens de ATR. Toezicht kan worden verminderd, er kunnen vrijstellingen verleend worden, de frequentie van controle verlaagd en de bewijsvoering vereenvoudigd.
Blij met advies
Het Vakcentrum is blij met het advies. „Helaas bleven diverse signalen naar het ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Voedselveiligheid de afgelopen jaren onbeantwoord. We zijn blij dat de ATR er wel ingedoken is. Het advies van de ATR is heel duidelijk. We hopen dan ook dat dit op korte termijn tot veranderingen bij Skal leidt.”
Iedereen die biologische producten verkoopt profiteert hiervan : De volledig gecertificeerden omdat een aantal administratieve lasten worden aangepakt en de frequentie verminderd kan worden, de ondernemers die een beperkt aantal producten verkopen omdat ze wellicht in een vrijstelling kunnen vallen en minder vaak gecontroleerd worden.
Ook Europese aanpak nodig
Deze ervaring bewijst ook dat toetsing van de wijze van handhaving van wetten ook door de ATR beoordeeld moet worden teneinde de werkbaarheid voor het bedrijfsleven te garanderen. Ook kan de betrokkenheid van de ATR tijdens de totstandkoming van de Europese wetgeving in sommige gevallen een wenselijke optie zijn.
In Nederland kunnen enkele punten direct worden opgepakt. Het Vakcentrum roept demissionair minister Adema van LNV op om dit dan ook te doen. Daarnaast staan er in de verordening zelf zaken die aangepast moeten worden. Het Vakcentrum adviseert minister Adema om dit samen met collega’s in Brussel aan te kaarten. Omdat het Vakcentrum actief is binnen de Europese koepel Eurocommerce is bekend dat ook collega’s in andere landen soortgelijke problemen ervaren. Dat maakt dat op ministerieel niveau ook gezamenlijk opgetrokken kan worden.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Het Vakcentrum