Caring Farmers: meer kleinschalige boerderijen en meer welvaart; een dierwaardige veehouderij is haalbaar
De omslag naar een dierwaardige veehouderij levert meer brede welvaart voor boer, dier en maatschappij, mits deze samen gaat met een ander consumptiepatroon. Dat blijkt uit een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) die Stichting Caring Farmers en de Dierenbescherming lieten uitvoeren door Ethical Growth met als focus het jaar 2040.
Het is mogelijk om met kleinschaligere veehouderijen waar de kalfjes bij de koe lopen, kippen buiten scharrelen voor ei- én vleesproductie en alle varkens buiten scharrelen, genoeg dierlijke eiwitten te leveren voor de consument. De kosten op de dierwaardige boerderij zijn hoger, maar door de eiwittransitie wordt het niet duurder voor de consument en levert het uiteindelijk geld op voor de samenleving door flinke besparingen op milieu- en zorgkosten. De opdrachtgevers van de MKBA vinden het belangrijk dat politiek Den Haag deze analyse meeneemt in de besluitvorming rondom de transitie naar een dierwaardige veehouderij.
Niet alleen naar kosten maar ook naar baten kijken
Het ministerie van LNV heeft recentelijk opdracht gegeven de kosten van het dierwaardig maken van de veehouderij te berekenen. Deze doorrekening kijkt vooral naar de kosten voor de huidige veehouderijketens en het ministerie van landbouw, maar er wordt minder gekeken naar de baten voor de hele maatschappij, naar de voordelen voor akkerbouwers en tuinders en naar kostenbesparingen bij andere ministeries zoals voor volksgezondheid, waterkwaliteit en milieu. Ook wordt er vaak vanuit gegaan dat de consument niet of nauwelijks anders gaat consumeren. Zo lijkt een landbouwtransitie al gauw enkel veel geld te kosten. Caring Farmers vindt het belangrijk dat de Tweede Kamer besluiten neemt over de landbouwtransitie die zijn gebaseerd op een nog bredere analyse. Daaruit blijkt dat een transitie naar een dierwaardige veehouderij (inclusief eiwittransitie én het behalen van de doelen van het Nationaal Programma landelijk Gebied) uiteindelijk meer dan 2 miljard per jaar kan opleveren.
Minder dieren op meer dierwaardige boerderijen
Caring Farmers en Dierenbescherming hebben een deskundige die dit al vaker heeft gedaan gevraagd niet alleen naar de kosten, maar ook naar de baten te kijken van een dierwaardige veehouderij.
De eerste voorwaarde voor deze analyse is uiteraard dierwaardigheid volgens de laatste wetenschappelijke inzichten. Een volgende belangrijke voorwaarde is om het aantal boeren en het landbouwareaal nagenoeg op peil te houden. Tevens behelst de opdracht dat de veehouderij grondgebonden wordt (i.e. niet meer vee dan we van eigen land kunnen voeden) en het aantal dieren wordt beperkt tot de vraag vanuit een gezond en duurzaam dieet.
Dan blijkt dat er ruimte is voor het gros van de veehouders en dat het totaal aantal boeren toeneemt: er komen meer akkerbouwers, tuinders en gemengde bedrijven. Het rapport gaat uit van dubbeldoel dieren, alle dieren komen buiten en de productie per dier is lager. Voor de MKBA zijn bepaalde aannames gedaan om te kunnen rekenen, maar de opdrachtgevers benadrukken dat zij geen enkele boer in een keurslijf willen drukken. Ook in een dierwaardige landbouw, is er ruimte voor veelzijdigheid.
Kosten voor de consument
De kosten per product op de dierwaardige boerderij nemen geleidelijk toe, maar deze worden betaald door de consument zonder dat voedsel voor Nederlanders duurder wordt. Deze MKBA gaat er namelijk vanuit dat in 2040 Nederlanders een eiwittransitie hebben doorgemaakt, en dat 40 procent van de eiwitbehoefte wordt gevuld door dierlijke eiwitten, tegen nu 60 procent. Deze verschuiving van dierlijke naar plantaardige eiwitten plus een verschuiving van vlees- naar eierenconsumptie zorgt ervoor dat de kosten van voedsel voor de gemiddelde consument nagenoeg gelijk blijven.
Overigens zou de gehele maatschappij baat hebben bij een verschuiving van consumentenbesteding van spullen naar gezond voedsel. Nederlanders geven vergeleken met andere Europeanen momenteel erg weinig uit aan voedsel.
Daarnaast zijn er volgens het rapport enkel voordelen voor consumenten: ze worden gezonder, en leven in een gezondere samenleving. Dit levert een hele grote besparing op in de zorg. De bespaarde miljarden kunnen ingezet worden om lagere inkomens te ondersteunen en de dierwaardige veehouder (en andere agrariërs) via andere wegen te vergoeden zodat de prijs in de winkel lager wordt, bijvoorbeeld via een korting op de loonkosten op de boerderij.
Grootste verandering in de internationale handel
Een lagere productie van vlees en zuivel geeft de grootste verandering in de internationale handel. Dit leidt namelijk tot minder werkgelegenheid bij de toeleveranciers, afnemers en verwerkers: handel en distributie onderdelen van de veehouderijketens. Immers veevoer wordt niet meer geïmporteerd en de export van dierlijke producten daalt nagenoeg naar nul. Daartegenover staat dat er andere werkgelegenheid ontstaat in de natuurinclusieve, dierwaardige circulaire landbouw waar o.a. meer ruimte ontstaat voor gemengde bedrijven en akker- en tuinbouw.
Uiteindelijk valt onderaan de streep de dierwaardige veehouderij positief uit voor de maatschappij. Het rendement van de investeringen is hoger dan de investeringen zoals nu wordt gerekend voor de NPLG-doelen. Dit komt o.a. doordat de uitstoot van milieuvervuilende en klimaatbelastende stoffen lager wordt en dat draagt bij aan een hogere welvaart in de toekomst.
Beslissing over de Wet Dieren/Amendement Vestering
Op 4 maart debatteert de Tweede Kamer over de vernieuwde Wet Dieren. Deze zou op 24 juli ingaan en zou een oude kabinetsbelofte uit 2002 eindelijk aflossen.
Het volledige rapport is hier te lezen.
Tekst: Anna Veltman
Opgegroeid op het gemengd biodynamische bedrijf van Warmonderhof. Gestudeerd aan de HAS in Dronten en Wageningen UR. Naast het werk op ons biologische akkerbouwbedrijf in Biddinghuizen ben ik werkzaam als redacteur voor Ekoland én trotse eigenaar van een hele grote mobiele kippenkar.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Caring Farmers