Maria Buitenkamp: ‘Belangrijkste dat we Biohuis op de kaart hebben gezet’
Buitenkamp werd vorige week met alle lof uitgezwaaid als bestuurslid van Biohuis. Ze was bestuurslid van het eerste uur. „We zijn twaalf jaar geleden met niets begonnen. Er was een club mensen die vond dat er een organisatie voor bioboeren moest komen. Zij deden een oproep voor bestuursleden. Ik had de nodige ervaring met beleidszaken als ZZP’er en dat kon men goed gebruiken in het bestuur. Het was een vereniging en we zijn dus ook gewoon met een ledenvergadering begonnen”, blikt Buitenkamp terug.
Eigen bosbessenbedrijf
Zij was in 2006 een eigen bedrijf begonnen met haar partner. Samen startten ze van de grond af aan een biologisch bosbessenbedrijf van 11 hectare groot. Daarvoor zoeken ze nu een opvolger, omdat beiden binnenkort de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Lees meer daarover in de maart-editie van de gedrukte uitgave van Ekoland. „Het bestuurswerk is ook een hele mooie gelegenheid om samen met anderen over de grenzen van je eigen bedrijf heen te kijken.”
Vechten voor erkenning
„Toen we begonnen als Biohuis moesten we echt voor ons bestaansrecht vechten”, vervolgt Buitenkamp. „LTO had zoiets van, wat is dat voor een gedoe en waarom kan dat niet gewoon onder LTO-vlag. Vanuit andere hoeken dachten ze dat we een soort praatclub waren. Onbekend maakt onbemind. Het belangrijkste in die twaalf jaar is dan ook, los van alle deelsuccessen, dat we een organisatie hebben opgebouwd die door boeren en bestuurders serieus wordt genomen. Dat blijkt ook wel doordat wij aan tafel zaten voor een Landbouwakkoord, wat er uiteindelijk niet kwam. Wij werden daar wel als organisatie op gelijk niveau behandeld als de andere overlegpartners.”
Buitenkamp opnieuw: „In die twaalf jaar hebben we het Biohuis echt op de kaart gezet en hebben we bioboeren een eigen gezicht gegeven. Het is daarnaast belangrijk dat er een organisatie is, die opkomt voor bioboeren bij het overheidsbeleid.”
Geen boter bij de vis
Buitenkamp ziet de toekomst voor biologisch zonnig in, maar het is wel een kwestie van lange adem. „Biologisch is voor veel problemen die wij op dit moment kennen, deel van de oplossing. Wij worden ook gewaard, maar dat betaalt zich niet uit. We krijgen de koning en ministers op bezoek, maar de keuzes in het beleid zijn niet heel duidelijk voor biologisch. Daarbij hebben wij overigens helemaal niets tegen onze gangbare collega’s, maar in Nederland is het heel lastig om biologisch goed van de grond te krijgen. Er lijkt koudwatervrees te zijn om biologisch te zien als deel van de oplossing. In Duitsland en Denemarken wordt dat veel meer door de overheid gestimuleerd. Bio zal blijven groeien, maar het blijft knokken en daarom blijft het Biohuis ook nodig.”
Nog wel adviseur
Buitenkamp neemt dan wel afscheid als bestuurslid, maar ze blijft nog wel actief als adviseur voor ingewikkelde zaken als mest en stikstof. „Dat wil ook niet zeggen dat het Biohuis niet actief op zoek is naar nieuwe bestuursleden”, besluit ze met een veelbetekenende glimlach.