Biohuis: graslandnorm funest voor biologische sector
Veel biologische melkveehouders hebben een samenwerkingsverband met bio-akkerbouwers, waarin zij af te zetten mest leveren in ruil voor de teelt van gras. Met de voorgestelde graslandnorm gaat hier een streep door, omdat het grasland wordt gekoppeld aan de veebezetting van een bedrijf. „Dan zou je als veehouder dat grasland van de akkerbouwer moeten pachten: dat is fiscaal omslachtig en dan nog heeft de akkerbouwer de benodigde mest niet”, aldus Smits van Oyen.
Mesttekort in plaats van overschot
Biologische melkveehouders erkennen het grote mestprobleem van gangbare collega’s in het land. Adema komt nu met een pakket aan maatregelen om te voldoen aan de Europese mestnormen, maar biologische landbouw kent een hele andere dynamiek, volgens Smits van Oyen. „Wij hebben juist een mesttekort”, stelt de Biohuis-voorzitter. „De biologische sector heeft geen aandeel in het probleem, heeft geen mestoverschot en maakt geen gebruik van de derogatie die nu gaat vervallen. We zouden dus moeten bijdragen aan het oplossen van een probleem waar we geen onderdeel van zijn.”
Ze vervolgt: „Mest van onze veehouders wordt veelal afgenomen door de plantaardige biologische collega’s. Een kringloopsamenwerking die de afgelopen jaren, gestimuleerd door het ministerie van LNV, is opgebouwd. Het kabinet laat ten onrechte de noodzaak van dierlijke mest op plantaardige bedrijven buiten beschouwing, terwijl biologische akkerbouwers en veehouders onder aanmoediging van het kabinet juist meer mest, veevoer en strooisel zijn gaan uitwisselen. De voorgenomen maatregel zet de stappen richting kringlooplandbouw weer een reuzenstap achteruit.” De maatregel staat bovendien haaks op het Rijksbeleid om de biologische landbouw verder te laten groeien, aldus de voorzitter.
Grondgebondenheid sectoraal invullen
In plaats daarvan zou de overheid de grondgebondenheid sectoraal moeten invullen voor alle biologische boeren, zo stelt Biohuis voor. „Op die manier bieden we een meer dan gelijkwaardig alternatief voor het plan van het kabinet. De grondgebondenheid en de samenwerking tussen plantaardige en dierlijke bedrijven is in de biologische landbouw wettelijk geborgd en wordt onafhankelijk gecontroleerd door Skal. Biologisch biedt een hoge mate van circulariteit. We maken geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest, gebruiken minder inputs uit het buitenland en zorgen voor de bodemvruchtbaarheid en dierenwelzijn. Ook beter voor het milieu, de waterkwaliteit en de biodiversiteit. Wat wil het kabinet nog meer?”
Beeld: Biohuis
Bron: Biohuis