Deze vier oplossingen heeft Van der Wal momenteel in petto voor ruim 1.800 PAS-melders
De kans op legalisatie van de bestaande situatie is het grootst op die locaties in het land waarbij de natuurdoelanalyses van nabij gelegen Natura 2000-gebieden het oordeel ‘ja’ of ‘ja mits’ geven.
‘Dat wil zeggen dat de staat van de natuur extra depositie toelaat of de plannen om deze te herstellen dusdanig zeker zijn dat stikstofruimte kan worden ingezet’, schrijft van der Wal. ‘Het aantal gebieden waar dit aan de orde is, is op dit moment nog beperkt. Het Rijk zet een breed pakket met generieke bronmaatregelen in voor stikstofreductie om de toepassing van deze mogelijkheid zo groot mogelijk te maken en daarmee te borgen dat de doelen voor natuurherstel uit het NPLG (Nationaal Programma Landelijk Gebied, red.) worden gehaald. Dat is een voorwaarde om juridisch houdbare vergunningen te kunnen verlenen. Een alternatief is om via een ecologische beoordeling vast te stellen dat geen significant negatieve effecten optreden.’
Akkerbouw, biologisch of stoppen?
Een andere mogelijkheid om PAS-melders te legaliseren, is maatwerk. Een PAS-melder moet dan de gemelde activiteit zodanig aanpassen dat de stikstofdepositie wordt teruggedrongen tot het niveau van de laatst verleende toestemming. Van der Wal schrijft: ‘De praktijk leert dat er meerdere manieren zijn om dat te bereiken, die wel elk hun eigen uitdagingen kennen. Ideeën over hoe dit zo gunstig mogelijk kan, zijn vaak bedrijfsspecifiek. Een agrarische PAS-melder kan het bedrijf omschakelen, bijvoorbeeld naar akkerbouw of biologische bedrijfsvoering en gaat dus door met minder dieren. Een industriële PAS-melders (zoals een biomassacentrale) kan bijvoorbeeld een nageschakelde techniek toepassen.’
Het vertrouwen in maatwerk is groot bij de VVD-bestuurder: ‘Deze wijze van het realiseren van een oplossing kan mogelijk bij een (groot) deel van de PAS-melders een optie zijn, aangezien veel PAS-melders een bestaande onderliggende toestemming hebben (zoals een hinderwet- of natuurvergunning). Daarnaast biedt deze mogelijkheid ruimte voor creativiteit en ideeën van de ondernemer zelf. Zowel het Rijk als de provincie kunnen hierin faciliteren.’
Het derde spoor van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om PAS-melders te legaliseren is vrijwillige bedrijfsbeëindiging. ‘Het is zeker niet ons uitgangspunt, maar PAS-melders kunnen ook zelf besluiten dat het uiteindelijk voor hen wenselijk is om het bedrijf waarvoor een PAS-melding is gedaan vrijwillig te beëindigen.’
Van der Wal noemt in haar brief drie beëindigingsregelingen: Lbv+, maatregel gerichte beëindiging en brede beëindigingsregeling. De laatste regeling moet nog door de Tweede Kamer worden goedgekeurd en is eigenlijk bedoeld om de mestcrisis in de melkveehouderij op te lossen. Van der Wal: ‘Ik onderzoek de mogelijkheid of het binnen de geldende staatssteunkaders ook mogelijk is om een regeling open te stellen waarbij een gedeelte van het bedrijf wordt beëindigd. Voor PAS-meldingen buiten de agrarische sector is niet altijd een mogelijkheid beschikbaar om het bedrijf met een overheidsregeling geheel of gedeeltelijk te beëindigen.’
Schadevergoeding
De laatste mogelijkheid die van der Wal aan de Tweede Kamer presenteert is een schadevergoeding. ‘De Commissie schadevergoeding PAS-melders heeft als taak om mij te adviseren over het afhandelen van schadeverzoeken. Tot op heden zijn er verschillende informatieverzoeken gedaan, maar is er nog geen schadevergoeding uitgekeerd.’
De stikstofminister benadrukt dat PAS-melders legaliseren een wettelijke taak is voor de Rijksoverheid en trekt samen op met de provincies om deze opgave te volbrengen. De oplossingsrichtingen zijn vrijwillig. ‘De PAS-melders en hun gezinnen verkeren al veel te lang in onzekerheid. Ik doe er alles aan om deze mensen zo snel mogelijk te helpen aan een oplossing.’