Europese biologische boeren zijn blij met nieuwe Europese regels plantaardig teeltmateriaal

Het EP koos tijdens in Straatsburg al voor een dergelijk onderzoek op basis van vrijwilligheid en niet van dwang. Het Commissievoorstel strandde hier op onduidelijkheid over de term 'duurzaamheid'. Eerder had ook LTO zich verzet tegen het verplicht karakter van boven genoemd onderzoek voor groente- en fruitgewassen en voor aardappelen.

IFOAM is blij. Eric Gall, adjunct-directeur van IFOAM Organics Europe, zegt: „Ons voedselsysteem moet veerkrachtig zijn. Deze herziening van de EU-zadenwetgeving heeft het potentieel om de broodnodige genetische diversiteit opnieuw in te voeren en zou een eerste stap kunnen zijn om ervoor te zorgen dat biologische kwekers en boeren toegang hebben tot plantenbiodiversiteit - waarbij specifiek de aanpassing van regels voor de registratie van zaadvariëteiten wordt toegestaan. Dit zal agrobiodiversiteit mogelijk maken en ervoor zorgen dat plantengenetische hulpbronnen niet geconcentreerd zijn in handen van slechts een paar grote spelers."

Breed scala

Omdat biologische boeren geen synthetische pesticiden gebruiken en slechts een beperkte hoeveelheid meststoffen, hebben ze plantaardig voortplantingsmateriaal (PRM) nodig, zoals zaden en zaailingen, die speciaal zijn gekweekt om goed te presteren onder biologische omstandigheden. IFOAM: 'Dit geeft ook alle andere boeren toegang tot een breed scala aan PRM.'

De verordening inzake de productie en vermarkting van plantaardig voortplantingsmateriaal is een belangrijk onderdeel van de EU Green Deal. IFOAM: 'Het is specifiek belangrijk in het kader van de doelstelling van de Farm to Fork-strategie om de biologische productie te stimuleren en tegen 2030 25 procent van het landbouwareaal van de EU onder biologisch beheer te hebben.'